ECLI:NL:RBNHO:2014:13463

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 maart 2014
Publicatiedatum
23 mei 2019
Zaaknummer
604100 \ CV EXPL 13-5873
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M.J. Sturm
  • Pieters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door British Airways

In deze zaak hebben passagiers British Airways gedagvaard wegens vertraging van hun vlucht van Zuid-Afrika naar Amsterdam op 3 maart 2012. De passagiers hadden een vlucht geboekt met British Airways, maar de vlucht BA 58 vertrok met aanzienlijke vertraging. De passagiers arriveerden uiteindelijk op 5 maart 2012 in Amsterdam, wat hen noopte om compensatie te eisen op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. British Airways betwistte de vordering en voerde aan dat er sprake was van een buitengewone omstandigheid, namelijk een onverwacht gezondheidsprobleem bij de crew, dat de vertraging veroorzaakte. De kantonrechter oordeelde echter dat het plotseling onwel worden van de crew geen buitengewone omstandigheid was, aangezien dit inherent is aan de normale bedrijfsvoering van de luchtvaartmaatschappij. De rechter wees de vordering van de passagiers toe, inclusief compensatie van € 3.000,00 per passagier, en bijkomende kosten. De rechter oordeelde dat British Airways als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de passagiers kregen ook recht op wettelijke rente over de toegewezen bedragen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 604100 \ CV EXPL 13-5873
datum uitspraak: 4 maart 2014

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake
[passagier sub 1] ,wonende te [woonplaats]
[passagier sub 2] ,wonende te [woonplaats]
[passagier sub 3] ,wonende te [woonplaats]
[passagier sub 4] ,wonende te [woonplaats]
[passagier sub 5] ,wonende te [woonplaats] eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers gemachtigde E.S.A. Wiggers
tegen
De buitenlandse vennootschap: Public Limited Company (Verenigd Koninkrijk) British Airways Plc.
te Amsterdam gedaagde
hierna te noemen British Airways gemachtigde mr.ir. M.J. Sturm

De procedure

De passagiers hebben British Airways gedagvaard op 11 februari 2013. British Airways. heeft schriftelijk geantwoord. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 8 oktober 2013 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 10 december 2013. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.

De feiten

De passagiers hebben bij British Airways een vlucht van Zuid-Afrika naar Amsterdam geboekt. Op 3 maart 2012 zouden de passagiers met vlucht BA 58 om 20:50 uur (lokale tijd) vanuit Zuid-Afrika vliegen naar Groot-Brittannië, waar zij op 4 maart 2012 om 6:25 uur (lokale tijd) zouden aankomen. Vandaar zouden de passagiers op 4 maart 2012 om 07:25 uur (lokale tijd) met vlucht BA 428 van British Airways verder vliegen naar de Amsterdam, waar zij zouden arriveren op 4 maart 2012 om 09:40 uur (lokale tijd).
British Airways heeft vlucht BA 58 vertraagd uitgevoerd. Op 4 maart 2012 om 10:32 uur (lokale tijd) zijn de passagiers vanuit Zuid-Afrika vertrokken met vlucht BA 58 en op 4 maart 2012 om 20:07 uur (lokale tijd) aangekomen in Groot- Brittannië.
c. De passagiers zijn op 5 maart 2012 om 06:39 uur (lokale tijd) met vlucht BA 2758 vanuit Groot-Brittannië verder gevlogen naar Amsterdam, waar zij op 5 maart 2012 om 08:44
uur (lokale tijd) zijn gearriveerd.
d. De passagiers hebben om compensatie van British Airways gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
e. British Airways heeft geweigerd compensatie te betalen.

De vordering

De passagiers vorderen dat British Airways bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 3.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 maart 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 544,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en het Sturgeon-arrest van
19 november 2009. De passagiers stellen dat British Airways vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van€ 600,00 per passagier.

Het verweer

British Airways betwist de vordering. Zij voert - kort samengevat - aan dat sprake is geweest van een buitengewone omstandigheid, te weten een onverwacht vliegveiligheidsprobleem, welke omstandigheid ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen kon worden. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft British Airways aangevoerd dat zij de betreffende vlucht met een vertraging heeft uitgevoerd vanwege gezondheidsproblemen bij een groot gedeelte van de crew op een voorafgaande vlucht. Hierdoor is het toestel met een grote vertraging op Cape Town Airport gearriveerd.
Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst British Airways naar een verklaring van Michael Ward waaruit blijkt dat de vertraging te wijten is aan een plotseling opkomend gezondheidsprobleem bij de crew. Uit de logboeken blijkt dat bemanningsleden misselijk werden en één van hen zelfs flauw is gevallen. Luchtvaartmaatschappijen zijn in een dergelijke medische noodsituatie gehouden contact op te nemen met Medlink (een internationale organisatie die medisch advies geeft). Medlink heeft het vliegtuig verzocht uit te wijken naar een ander vliegveld. Er bestonden geen mogelijkheden voor British Airways om de problemen voor de passagiers te voorkomen. Van British Airways kan niet verwacht worden dat zij op elke plaats van bestemming vervangende piloten klaar heeft staan. Er was sprake van een buitengewoon gezondheidsprobleem welke omstandigheid zeker geen deel uitmaakt van de normale bedrijfsuitvoering.

De beoordeling

1. Ten aanzien van het beroep van British Airways op buitengewone omstandigheden overweegt de kantonrechter in algemene zin als volgt. In de considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich met name kunnen voordoen in geval van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van
de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.
2. Niet alle buitengewone omstandigheden geven aanleiding tot vrijstelling van de compensatieverplichting. De luchtvaartmaatschappij moet stellen en aantonen dat deze omstandigheden hoe dan ook niet voorkomen hadden kunnen worden door het treffen van maatregelen die op het tijdstip van de buitengewone omstandigheden voldoen aan voor de luchtvaartmaatschappij aanvaardbare technische en economische voorwaarden. Het moet gaan om omstandigheden waarop de luchtvervoerder geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen.
3. Het Europese Hof heeft in zijn arrest Wallentin Herman de buitengewone omstandigheid 'onverwachte vliegveiligheidsproblemen' nader ingevuld. Aldus het Hof kunnen de omstandigheden die een dergelijk voorval vergezellen alleen dan als uitzonderlijk in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening worden aangemerkt, wanneer zij verband houden met een gebeurtenis die niet inherent is aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij en de luchtvaartmaatschappij hierop geen invloed kan uitoefenen wegens de aard of de oorsprong van de gebeurtenis.
4. In het voorliggende geval oordeelt de kantonrechter dat het plotseling onwel worden
van een crew op een - voorafgaande vlucht - geen buitengewone omstandigheid oplevert. Het voorafgaand aan de vlucht tijdig aanwezig zijn van een complete crew valt onder de verantwoordelijkheid van de luchtvaartmaatschappij. Het plotseling onwel worden van een crew is inherent aan de normale uitoefening van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij en betreft een gebeurtenis die naar haar aard en oorsprong binnen de invloedssfeer van de luchtvaartmaatschappij behoren. De kantonrechter komt mitsdien niet toe aan de beoordeling van de vraag of British Airways deze omstandigheid had kunnen voorkomen.
5. Nu British Airways voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van vertraging van de vlucht, worden toegewezen.
6. De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. British Airways heeft dit gedeelte van de vordering betwist. Gebleken is dat namens de passagier [passagier sub 1] verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een (eventueel herhaalde) aanmaning, het doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden toegewezen, echter slechts tot het bedrag van€ 178,50, het bedrag overeenkomstig de staffel van het rapport Voorwerk II behorend bij de vordering van genoemde passagier.
7. British Airways betwist wettelijke rente verschuldigd te zijn vanaf 4 maart 2012 omdat zij op die datum nog niet in verzuim was. De kantonrechter verwerpt dit verweer. Gelet op artikel 6:83 sub b BW is de vordering tot vergoeding van forfaitair berekende schade terstond opeisbaar en treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in op het moment waarop de schade geacht wordt te zijn geleden.
8. British Airways zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf
de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

De beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt British Airways tot betaling aan de passagiers van€ 3.000,00te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 maart 2012, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
- veroordeelt British Airways tot betaling aan de passagiers van € 178,50 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 februari 2013 tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
- veroordeelt British Airways tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding
92,82
griffierecht
213,00
salaris gemachtigde
350,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr.
T.S.Pieters en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.