Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het [adres 1],
1.Tenlastelegging
2. Voorvragen
3.InleidingOp 28 maart 2013 heeft er een woningoverval op [adres slachtoffers] te Heerhugowaard plaatsgevonden. De bewoners, een echtpaar en hun twee jonge kinderen van 8 en 12 jaar oud, zijn door drie daders bedreigd met onder meer een vuurwapen. Zij zijn door de daders vastgebonden met tie-wraps. Er zijn diverse goederen gestolen, waaronder sieraden en een portemonnee. De daders zijn er vandoor gegaan in de Audi A6 van de slachtoffers, met behulp van de uit de woning weggenomen sleutels.
4.Bewijs
- De tweede voornaam van [medeverdachte 2] is[voornaam medeverdachte 2].
- De simkaart met nummer [telefoonnummer medeverdachte 2] zat op 28 maart 2013 in een telefoon met het imei-nummer [imei 1]. Dit imei-nummer heeft in de onderzochte periode het meest gebruikgemaakt van een KPN-zendmast aan de [adres 2]. Deze zendmast bevindt zich hemelsbreed op een afstand van 500 meter van de woning van [medeverdachte 2].
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
9.Vorderingen benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
kosten psycholoog(€ 308,-) zijn toewijsbaar. Ter zitting heeft het slachtoffer aan de onderbouwing in het voegingsformulier toegevoegd dat het hier een gezinspolis (ziektekostenverzekering) betreft. Het gaat om kosten ter zake van niet vergoede eigen bijdragen voor de behandelingen door de psycholoog.
Cartier Santos horlogemoet worden geschat, omdat de aankoopbewijzen tezamen met het horloge zijn gestolen. De verzekering heeft inmiddels een bedrag van € 1.800,- vergoed. De benadeelde partij heeft ter zitting toegelicht dat zijn verzekering niet meer heeft uitgekeerd, omdat men vooralsnog niet van een hogere waarde uitgaat. Met de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat op deze wijze niet vaststaat wat de waarde is en daardoor ook niet welke schade de benadeelde partij heeft geleden. Om dat verder vast te stellen, zou nader onderzoek noodzakelijk zijn. Dat zou echter een onevenredige belasting van dit strafproces meebrengen. De benadeelde partij zal daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
reiskostenvan in totaal € 517,57 is voldoende onderbouwd en niet gemotiveerd betwist. Dit bedrag zal worden toegewezen.
aanpassing van de inbraakmeldinstallatiezijn niet toewijsbaar. Hoewel het maken van die kosten voorstelbaar is, in de gegeven situatie, vormen deze kosten geen schade die het rechtstreeks gevolg is van het strafbare feit. Op dit onderdeel zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
verlies aan arbeidsvermogenzelf geschat op € 4.887,90. Daarbij heeft hij een zestal facturen overgelegd, waaruit eerdere in rekening gebrachte bedragen aan opdrachtgevers blijken. De verdediging heeft deze post gemotiveerd betwist.
immateriële schadehoudt de rechtbank rekening met de volgende factoren:
- het strafbare feit vond plaats aan het begin van de avond, terwijl het slachtoffer en zijn gezin thuis waren;
- het feit heeft op het slachtoffer grote emotionele indruk gemaakt;
- verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer met een pistool en een mes bedreigd;
- de handen van het slachtoffer zijn bij de overval door middel van tie-wraps vastgebonden.
kosten vervangend personeel(€ 158,-) zijn toewijsbaar. Deze kosten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd.
gestolen sieradenis overgegaan, omdat deze “handelsvoorraad” zich niet in de winkel, maar thuis bevond.
immateriële schadehoudt de rechtbank rekening met de volgende factoren:
- het strafbare feit vond plaats aan het begin van de avond, terwijl het slachtoffer en haar gezin thuis waren;
- het feit heeft op het slachtoffer grote emotionele indruk gemaakt;
- door de psycholoog is een post traumatische stressreactie vastgesteld;
- het slachtoffer heeft een EMDR-therapie bij een psycholoog ondergaan;
- verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer en haar kinderen in de slaapkamer van de 8-jarige zoon door middel van tie-wraps vastgebonden.
immateriële schadehoudt de rechtbank rekening met de volgende factoren:
- het slachtoffer was ten tijde van het strafbare feit 12 jaar oud;
- het feit vond plaats aan het begin van de avond, terwijl het slachtoffer de deur voor de daders heeft geopend, waarna deze konden binnenkomen;
- verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer in de slaapkamer van haar
- het feit heeft op het slachtoffer grote emotionele indruk gemaakt en zij heeft er nog steeds last van, zoals blijkt uit haar slachtofferverklaring en de verklaring van haar psycholoog;
- het slachtoffer heeft een EMDR-therapie bij een psycholoog ondergaan.
immateriële schadehoudt de rechtbank rekening met de volgende factoren:
- het slachtoffer was ten tijde van het strafbare feit 8 jaar oud;
- het feit vond plaats aan het begin van de avond, terwijl het gezin in de woonkamer aanwezig was;
- verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer met zijn moeder en zijn
- het feit heeft op het slachtoffer grote emotionele indruk gemaakt;
- het slachtoffer heeft een EMDR-therapie bij een psycholoog ondergaan.
10.Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 14/701362-11
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
VIJF (5) JAREN EN ZES (6) MAANDEN;
twaalf (12) maanden;
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.325,57 (vierduizend driehonderdvijfentwintig euro en zevenenvijftig cent), bestaande uit € 1.325,57 materiële en € 3.000,- immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 4.325,57, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
drieënvijftig (53) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.855,24 (tienduizend achthonderdvijfenvijftig euro en vierentwintig cent, bestaande uit € 7.855,24 materiële en € 3.000.- immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.855,24, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
negenentachtig (89) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
€ 3.000,- (drieduizend euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3], [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 3.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
veertig (40) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
€ 3.000,- (drieduizend euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijke vertegenwoordiger van[slachtoffer 4], [slachtoffer 1]voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 4]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 3.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
veertig (40) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
[slachtoffer 5]geleden schade tot een bedrag van
€ 150,-, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer 5], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 5]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 150,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
drie (3) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
zeven (7) dagen, opgelegd bij vonnis van de kantonrechter te Alkmaar d.d. 19 november 2012.