Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 oktober 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 22 januari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
op eerste verzoekvan Sepeba haar medewerking te verlenen aan de levering van “kavel 1” en het aandeel in de nabijgelegen mandelige weg aan [de directeur], is sprake van een verbintenis van Rito waarbij het Sepeba vrij staat om het moment te kiezen waarop zij van haar recht uit die verbintenis gebruik wil maken. Dit betekent dat Sepeba niet in schuldeisersverzuim is komen te verkeren. Dat Rito zelf een termijn van zestig dagen heeft gesteld in haar, hierboven onder r.o. 2.11. weergegeven brief van 12 april 2013 maakt dit niet anders. De vordering van Rito zal derhalve worden afgewezen.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)