Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Beoordeling
5.Beslissing:
- [kind], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats ];
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 26 februari 2014, hebben verzoeksters, [verzoekster 1] en [verzoekster 2], een verzoek ingediend tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van [verzoekster 1] over hun kind, dat is verwekt door middel van in-vitrofertilisatie met het zaad van [verzoekster 1]. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld in het licht van de op handen zijnde wijziging van artikel 1:207 van het Burgerlijk Wetboek, die op 1 april 2014 in werking zou treden en die het mogelijk zou maken dat de vrouwelijke partner van de moeder als juridische ouder kan worden erkend. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster 1] sinds 23 december 2011 juridisch als vrouw moet worden aangemerkt, maar dat op het moment van de verwekking en geboorte van het kind, zij in juridische zin vrouw was. Hierdoor kon het ouderschap van [verzoekster 1] niet worden vastgesteld volgens de huidige wetgeving, die geen mogelijkheid biedt voor een vrouw om als ouder te worden erkend in deze context. De rechtbank heeft daarom [verzoekster 1] niet-ontvankelijk verklaard in haar primaire verzoek, maar heeft het ouderschap van [verzoekster 1] wel vastgesteld in het belang van het kind, vooruitlopend op de wijziging van de wet. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het kind de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal dragen, zoals door de ouders is verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.