I. gedaagde te veroordelen om binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis zijn medewerking te verlenen aan de vestiging van een vruchtgebruik ten behoeve van eiseres op de woning gelegen te[adres 1] en de aldaar aanwezige inboedel, door het verlenen van zijn volledige medewerking op eerste verzoek aan het passeren van de akte houdende vestiging vruchtgebruik die als productie 6 aan de dagvaarding is gehecht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag voor iedere dag dat gedaagde niet aan deze veroordeling voldoet;
II. voor het geval gedaagde niet aan de veroordeling onder punt 1 voldoet, te bepalen dat het in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van de medewerking van gedaagde aan de onder punt I genoemde vestiging van het vruchtgebruik;
III. gedaagde te veroordelen om de schade te vergoeden die eiseres lijdt doordat zij genoodzaakt is de onder punt I opgenomen incidentele vordering in te stellen, waaronder wordt verstaan de proces- en advocaatkosten die eiseres heeft moeten maken in verband met het instellen van deze vordering, de advocaatkosten bedragen tot 1 oktober 2013 € 6.442,--;
IV. te verklaren voor recht dat gedaagde ten opzichte van eiseres ongerechtvaardigd is verrijkt voor een bedrag van € 2.975,--, dan wel een bedrag dat de rechtbank redelijk en passend acht, ter zake van de hypotheekrente die zij heeft voldaan over de tweede hypothecaire geldlening die rust op de woning, met nummer [nummer 1] ([nummer 2]) bij ING bank N.V. en die op 25 februari 2005 is aangegaan ten behoeve van de aankoop van een garage gelegen aan de [adres 2], dit bedrag te vermeerderen met de hypotheekrente ad € 106,25 per maand vanaf 1 september 2013 tot aan het moment dat gedaagde de hypotheekrente zelf zal voldoen;
V. gedaagde te veroordelen om de door eiseres geleden schade in verband met de onder punt IV genoemde ongerechtvaardigde verrijking te vergoeden en aan haar een bedrag van € 2.975,-- te voldoen, te vermeerderen met de hypotheekrente ad € 106,25 per maand vanaf 1 september 2013 tot aan het moment dat gedaagde de hypotheekrente zelf zal voldoen, dan wel een bedrag dat de rechtbank redelijk en passend acht;
VI. gedaagde te veroordelen om iedere maand tijdig aan de ING bank N.V., statutair gevestigd te (1102 MG) Amsterdam aan het Bijlmerplein 888, de hypotheekrente ad € 106,25 te voldoen ter zake van de onder punt IV genoemde hypothecaire schuld, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- voor iedere keer dat gedaagde de hypotheekrente niet of niet tijdig voldoet;
VII. te verklaren voor recht dat gedaagde ten opzichte van eiseres ongerechtvaardigd is verrijkt voor een bedrag van € 2.339,99, ter zake van de in punt 22 van de dagvaarding genoemde buitengewone herstellingen aan de woning (cv-installatie en noodreparatie dak en dakkapel);
VIII. gedaagde te veroordelen om de door eiseres geleden schade in verband met de onder punt VII genoemde ongerechtvaardigde verrijking te vergoeden en aan haar een bedrag van € 2.339,99 te voldoen, dan wel een bedrag dat de rechtbank redelijk en passend acht;
IX. gedaagde te veroordelen om de isolatie aan de buitenmuur (zie punt 24 dagvaarding) van de woning binnen drie weken na het in deze te wijzen vonnis te laten uitvoeren door Nuon, statutair gevestigd te (1096 BA) Amsterdam aan de Spaklerweg 20, dan wel door een andere door de rechtbank aan te wijzen firma en te bepalen dat gedaagde de kosten van isolatie dient te voldoen, op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat hij nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
X. gedaagde te veroordelen om de reparatie aan het dak en de dakkapel (zie punt 24 dagvaarding) van de woning binnen drie weken na het in deze te wijzen vonnis te laten uitvoeren door Wibu Dakwerken B.V., gevestigd te Wormerveer aan de Witte Vlinderweg 17 (1521 PS), dan wel door een andere door de rechtbank aan te wijzen firma en te bepalen dat gedaagde de kosten daarvan dient te voldoen, op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat hij nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
XI. te verklaren voor recht dat gedaagde ten opzichte van eiseres ongerechtvaardigd is verrijkt voor een bedrag van € 1.162,85, omdat aan hem het in punt 25 van de dagvaarding genoemde weduwepensioen is toegekomen;
XII. gedaagde te veroordelen om de door eiseres geleden schade in verband met de onder punt XI genoemde ongerechtvaardigde verrijking te vergoeden en aan haar een bedrag van € 1.162,85 te voldoen, dan wel een bedrag dat de rechtbank redelijk en passend acht;
XIII. gedaagde te veroordelen in de kosten van de hoofdzaak.