In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 januari 2014 uitspraak gedaan over de aanvraag van eiser om een bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). Eiser, geboren op 12 januari 1987, was ten tijde van de aanvraag jonger dan 27 jaar, wat in principe betekent dat hij geen recht had op bijstand. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser niet voldeed aan de vereisten die de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, op basis van de wet mocht stellen.
Eiser had eerder een aanvraag ingediend voor bijstand, maar deze was afgewezen. Het college had in een besluit van 26 juni 2013 de aanvraag afgewezen en het bezwaar van eiser ongegrond verklaard in een besluit van 21 september 2013. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en na de zitting op 27 januari 2014 onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij recht had op bijstand, ondanks zijn argument dat hij een opleiding in India volgde die beter en goedkoper was dan in Nederland. De rechter stelde vast dat de wet duidelijk is: jongeren onder de 27 jaar hebben geen recht op bijstand als zij uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.