Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Beoordeling van het verzoek
4.Beslissing
’s-Gravenhage.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2014 uitspraak gedaan over het verzoek van een echtpaar tot erkenning van een in de Democratische Republiek Congo uitgesproken (zwakke) adoptie en de omzetting daarvan naar een sterke adoptie volgens Nederlands recht. Het verzoek is ingediend door verzoekers, die toestemming hadden gekregen van de Minister van Justitie voor het opnemen van een buitenlands kind ter adoptie. Het minderjarige kind, geboren in de Democratische Republiek Congo, woont sinds juli 2013 bij verzoekers en wordt door hen verzorgd en opgevoed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in de Democratische Republiek Congo rechtsgeldig is en voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de erkenning van de adoptie in het belang van de minderjarige is en dat er geen belanghebbenden zijn die ter zitting hoeven te worden opgeroepen.
Daarnaast hebben verzoekers verzocht om de omzetting van de zwakke adoptie naar een sterke adoptie, omdat de adoptie in de Democratische Republiek Congo niet tot gevolg heeft dat de bestaande familierechtelijke betrekkingen zijn verbroken. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, aangezien de omzetting in het belang van de minderjarige is en aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. Tevens is er een verzoek gedaan tot wijziging van de voornamen van de minderjarige, wat eveneens is toegewezen. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de adoptie en de wijziging van de voornaam in de registers van de burgerlijke stand te verwerken. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.