Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoekster]
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
Procesverloop
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
- schorst het primaire besluit van 23 januari 2014 met ingang van 7 februari 2014 tot twee weken na bekendmaking van de door verweerder te nemen beslissing op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 974,-- , te betalen aan verzoeksters gemachtigde.
Overwegingen
‘Naar vaste rechtspraak van de Raad kunnen aan het niet meewerken aan een huisbezoek gevolgen worden verbonden (in de vorm van het weigeren, beëindigen of intrekken van de bijstand) indien voor dat huisbezoek in het individuele geval een redelijke grond bestaat. Van een dergelijke grond is sprake indien op basis van concrete objectieve feiten en omstandigheden redelijkerwijs kan worden getwijfeld aan de juistheid of de volledigheid van de door de betrokkene omtrent zijn woon- en leefsituatie verstrekte inlichtingen, voor zover deze gegevens onmiskenbaar van belang zijn voor (het vaststellen van) het recht op bijstand en deze gegevens niet op een voor betrokkene minder belastende wijze kunnen worden geverifieerd.’
‘De deur wordt geopend door[naam 2], één van de ingeschrevenen. Door collega Lagerweij wordt aan hem gevraagd of[naam] ook op dit adres woonachtig is. Omdat [naam 2] de Nederlandse taal niet goed beheerst, wordt er een medebewoonster bij gehaald, [naam 3] (sinds 05-12-2013 ingeschreven op het adres). Zowel [naam 2] als [naam 3] verklaren dat [naam] niet op dit adres woont maar alleen af en toe zijn post komt halen. In de gang liggen 3 aan hem geadresseerde brieven van de gemeente Haarlem, alle drie ongeopend.’
9. Bij deze stand van zaken is de voorzieningenrechter voorlopig van oordeel dat het onvoldoende duidelijk is of het primaire besluit in bezwaar kan worden gehandhaafd.