ECLI:NL:RBNHO:2014:2495
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bijstandsuitkering en hoofdverblijf
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 maart 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.B. Chylinska, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb), welke door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem was afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat verzoeker niet had aangetoond dat hij zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 18 maart 2014 heeft de voorzieningenrechter de situatie beoordeeld. Verzoeker was aanwezig en heeft verklaard dat hij op het opgegeven adres woont, wat ook door de hoofdbewoonster werd bevestigd. Echter, verzoeker kon geen huurovereenkomst overleggen en zijn contante huurbetalingen waren niet aannemelijk gemaakt. Bovendien waren er twijfels over de verklaringen die verzoeker had afgelegd tijdens een huisbezoek en op kantoor.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. Tevens werd vermeld dat verzoeker zich opnieuw kan wenden tot de voorzieningenrechter als het standpunt van verweerder tijdens de bezwaarfase onveranderd blijft. De uitspraak werd gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, in aanwezigheid van griffier P.M. van der Pol.