In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de besloten vennootschap Veterfina B.V., handelend onder de naam PetPlan. [Eiseres] had een zorgverzekering afgesloten voor haar hond Yoep, maar vorderde vergoeding voor een medische ingreep die onder de definitie van castratie viel. De kantonrechter oordeelde dat de ingreep, ongeacht de medische noodzaak, niet vergoed kon worden omdat [eiseres] geen aanvullende verzekering had afgesloten voor castratie. De rechter stelde vast dat de polisvoorwaarden duidelijk waren en dat de ingreep als castratie gekwalificeerd moest worden, wat leidde tot de afwijzing van de vordering van [eiseres].
Het proces begon met een dagvaarding van [eiseres] op 22 mei 2013, waarna PetPlan verweer voerde. Een comparitie van partijen vond plaats op 16 oktober 2013, waar beide partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden. De kantonrechter concludeerde dat de medische behandeling van de hond had plaatsgevonden, maar dat de kosten niet vergoed konden worden op basis van de polisvoorwaarden. De rechter wees de vordering van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten van PetPlan.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke polisvoorwaarden en de noodzaak voor verzekerden om zich goed te laten informeren over de dekking van hun verzekering. De kantonrechter concludeerde dat de ingreep niet anders kon worden gekwalificeerd dan als castratie, en dat de medische noodzaak niet relevant was voor de vergoeding. Dit vonnis onderstreept de verantwoordelijkheid van de verzekerde om de juiste dekking te hebben voor specifieke medische ingrepen.