ECLI:NL:RBNHO:2014:3403

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 april 2014
Publicatiedatum
16 april 2014
Zaaknummer
HAA 14/1471
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering exploitatievergunning voor coffeeshop en last onder bestuursdwang

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 15 april 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een geweigerde exploitatievergunning voor de coffeeshop Superfly in Hoofddorp. De burgemeester van Haarlemmermeer had op 11 april 2014 besloten om de exploitatievergunning te weigeren en gelast dat de coffeeshop per 15 april 2014 gesloten moest worden, op straffe van bestuursdwang. Verzoeker, de exploitant van de coffeeshop, heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 15 april 2014 heeft de voorzieningenrechter de belangen van verzoeker en verweerder afgewogen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de financiële en personele belangen van verzoeker zwaarder wegen dan het belang van de gemeente bij onmiddellijke sluiting van de coffeeshop. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de exploitatie van de coffeeshop in de afgelopen jaren niet zodanig was veranderd dat een onmiddellijke sluiting gerechtvaardigd was. Bovendien werd er rekening gehouden met de mogelijkheid dat de actuele stand van zaken en de beëindiging van de relatie met bepaalde personen van invloed kunnen zijn op de beslissing over de exploitatievergunning.

De voorzieningenrechter heeft het besluit van de burgemeester geschorst en bepaald dat verzoeker wordt behandeld als ware hij in het bezit van een exploitatievergunning. Tevens is de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, in aanwezigheid van griffier Y.R. Boonstra - van Herwijnen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: HAA 14/1471
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter ter zitting van 15 april 2014 in de zaak tussen
[verzoeker]
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. M. Kashyap
en
de burgemeester van Haarlemmermeer,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.F.A. Dankbaar.

Procesverloop

Bij besluit van 11 april 2014 heeft verweerder een exploitatievergunning geweigerd voor coffeeshop Superfly aan [adres] in Hoofddorp en verzoeker gelast op straffe van bestuursdwang, de overtredingen van artikel 2:28a, tweede en zesde lid van de APV en van artikel 3, aanhef en onder b en c, van de Opiumwet voor 15 april 2014 te beëindigen en geheel beëindigd te houden door het sluiten en gesloten houden van de coffeeshop voor het publiek met ingang van 15 april 2014.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 april 2014. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, alsmede door M. Link, werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst het besluit van 11 april 2014 en bepaalt dat verzoeker wordt behandeld als
ware hij in het bezit van een exploitatievergunning (inclusief gedoogverklaring op
grond van de Opuimwet) tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op
bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 165,- aan verzoeker te
vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 974,-

Overwegingen

De voorzieningenrechter overweegt dat, los van een oordeel over de rechtmatigheid of onrechtmatigheid van het besluit, een afweging van de belangen van partijen redengevend is voor het toewijzen van het verzoek.
De belangen van verzoeker, te weten financiële- en personele belangen, wegen zwaarder dan het openbare orde belang van verweerder bij onmiddellijke sluiting van de coffeeshop.
Daarvoor is van belang dat de wijze van exploitatie van de coffeeshop in de afgelopen jaren, ten tijde van het besluit niet zodanig anders was dat onmiddellijke sluiting is gerechtvaardigd.
Voorts kan niet worden uitgesloten dat de actuele stand van zaken sinds 13 en 14 april 2014 en de beëindiging van de relatie met [naam 1] en [naam 2], in heroverweging van belang kunnen zijn voor het alsnog verlenen van de exploitatievergunning.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Y.R. Boonstra - van Herwijnen, griffier, op 15 april 2014.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open