ECLI:NL:RBNHO:2014:345
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bijstandsuitkering en gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 januari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die in bezwaar was gegaan tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen. Het college had op 26 november 2013 besloten om de bijstandsuitkering van verzoekster, die zij ontving op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb), per 8 augustus 2013 in te trekken en per 1 november 2013 te beëindigen. Dit besluit was genomen omdat het college van mening was dat verzoekster een gezamenlijke huishouding voerde met een andere persoon, aangeduid als [naam].
Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat verzoekster en [naam] samen twee kinderen hebben en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat zij hun hoofdverblijf in dezelfde woning(en) hadden. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek van het college naar de woonsituatie van verzoekster en [naam] in overweging genomen, waaronder waarnemingen van auto’s, huisbezoeken en buurtonderzoeken. De bevindingen wezen erop dat de auto’s van verzoekster en [naam] regelmatig bij elkaars woningen werden aangetroffen en dat er persoonlijke spullen van beide partijen in beide woningen aanwezig waren.
Op basis van deze feiten heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het college terecht heeft geconcludeerd dat verzoekster en [naam] vanaf 8 augustus 2013 hun feitelijke hoofdverblijf in dezelfde woningen hadden. Hierdoor was de intrekking van de bijstandsuitkering gerechtvaardigd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en meegedeeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat. De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, in aanwezigheid van griffier P.M. van der Pol.