ECLI:NL:RBNHO:2014:3904
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr.drs. L. Beijen
- mr. A.C. Terwiel-Kuneman
- mr. J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding in verband met bestemmingsplan Schiphol-West e.o.
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, die schadevergoeding vorderden als gevolg van de uitbreiding van het luchtvaartterrein van de luchthaven Schiphol. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.R. van Buiten, stelden dat zij door de toename van geluidsoverlast als gevolg van het bestemmingsplan ‘Schiphol-West e.o.’ gedwongen waren hun bedrijf te verplaatsen. De verweerster, de besliscommissie van het Schadeschap luchthaven Schiphol, vertegenwoordigd door mr. B.P.M. van Ravels en mr. G.M. van den Broek, had eerder het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat het bedrijfsmatig gebruik van het pand ten tijde van de peildatum was toegestaan.
De rechtbank oordeelde dat de verweerster terecht had gesteld dat er geen sprake was van planschade, omdat het gebruik van het pand als bedrijf in strijd was met het bestemmingsplan ‘Assendelft Zuid’. De eisers voerden aan dat de gemeente op de hoogte was van het bedrijfsmatig gebruik, maar de rechtbank vond dat er onvoldoende objectieve gegevens waren om aan te nemen dat dit gebruik gedoogd werd of in de toekomst positief zou worden bestemd. De rechtbank concludeerde dat de eisers niet konden aantonen dat er recht op schadevergoeding bestond, en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van objectieve gegevens en de rol van bestemmingsplannen in het vaststellen van recht op schadevergoeding. De rechtbank wees erop dat de eerdere aanvraag van de vader van een van de eisers, die betrekking had op het woongedeelte van het pand, niet relevant was voor de huidige procedure. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eisers met betrekking tot de aard en omvang van de schade onbesproken gelaten, omdat het beroep ongegrond werd verklaard.