ECLI:NL:RBNHO:2014:395

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 januari 2014
Publicatiedatum
22 januari 2014
Zaaknummer
151493
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopige machtiging in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 januari 2014 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De officier van justitie had op 15 januari 2014 een verzoek ingediend om betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, verder te laten verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek volgde op een eerdere voorwaardelijke machtiging die tot en met 1 januari 2014 gold, maar waarvan de geldigheidstermijn was verstreken zonder dat er een beslissing was genomen door de rechtbank.

Betrokkene was op 13 januari 2014 met een last tot inbewaringstelling in de instelling opgenomen. Tijdens de zitting op 17 januari 2014 zijn verschillende personen gehoord, waaronder de advocaat van betrokkene, mr. J.H.S. Vogel, en een psychiater, dhr. drs. A.S.G. Ralston. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene een stoornis van de geestvermogens heeft, wat leidt tot gevaar voor zowel zichzelf als voor anderen. Dit gevaar kan niet worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis, en betrokkene is niet bereid om vrijwillig verder te verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.

De rechtbank heeft daarom besloten om de voorlopige machtiging toe te wijzen, waarmee betrokkene de bevoegdheid krijgt om in een psychiatrisch ziekenhuis te verblijven. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. L.J. Saarloos, rechter, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden, griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Familie & Jeugd
voorlopige machtiging
zaak-/rekestnr.: 151493
beschikking van de enkelvoudige kamer van 17 januari 2014,
van de rechtbank Noord-Holland naar aanleiding van het door de officier van justitie
op 15 januari 2014 ingediende verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging om:
[betrokkene],
geboren op [datum],
wonende te [plaats],
thans verblijvende in het Centrum voor de Geestelijke Gezondheidszorg Dijk en Duin, afdeling Westlinge B, Unit 5, te Oude Parklaan 92, 1901 ZZ Castricum,
hierna: betrokkene,
verder te doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.

1.Procedure

Voor betrokkene gold tot en met 1 januari 2014 een voorwaardelijke machtiging. Voor het verstrijken van de geldigheidstermijn is door de officier van justitie een nieuwe voorwaardelijke machtiging verzocht. Op dat verzoek was door de rechtbank nog niet beslist, toen betrokkene op 13 januari 2014 met een last tot inbewaringstelling in de instelling werd opgenomen. Vervolgens is door de officier van justitie het onderhavige verzoek ingediend.
Bij dit verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring, alsmede een behandelingsplan.
De rechtbank heeft op 17 januari 2014 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.H.S. Vogel,
- dhr. drs. A.S.G. Ralston, psychiater.
Verder aanwezig zijn:
- mevr. [M], verpleegkundige,
- mevr. [V], co-assistent.

2.Beoordeling

Uit de geneeskundige verklaring en het verhoor is gebleken dat betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens, te weten schizofrenie.
Ook is vast komen te staan dat deze stoornis betrokkene gevaar doet veroorzaken voor zichzelf, te weten het gevaar dat betrokkene zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen, en voor anderen, het gevaar dat betrokkene een ander ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen.
Gebleken is voorts dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend.
Betrokkene geeft geen blijk van de nodige bereidheid om vrijwillig verder te verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.
Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
Verleent een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 2 Wet Bopz, welke machtiging de bevoegdheid geeft om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen verblijven tot en met
17 juli 2014.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos, rechter, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2014. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.