Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
DE BESLISSING
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 7 mei 2014 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de moeder om het gezag over haar minderjarige kinderen te herstellen. De moeder had eerder onder curatelestelling gestaan, waardoor zij onbevoegd was om het gezag uit te oefenen. De minderjarigen verbleven bij de moeder, maar de oma was benoemd tot voogdes vanwege de curatelestelling. De moeder verzocht de rechtbank om de tijdelijke voogdijmaatregel te beëindigen en haar het gezag over de kinderen terug te geven. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 april 2014 waren de moeder en haar advocaat, mr. F.J. van Zwieten, aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming. De oma en de vader van de kinderen waren niet verschenen, maar hadden wel instemming gegeven voor het verzoek van de moeder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de grond voor de onbevoegdheid van de moeder, namelijk de onder curatelestelling, was vervallen. Dit was bevestigd door een eerdere beschikking van 12 september 2013, waarin de curatelestelling was opgeheven. De rechtbank oordeelde dat de minderjarigen opnieuw aan de moeder konden worden toevertrouwd, mede omdat de oma en de vader instemden met het verzoek en de Raad geen bezwaren had. De rechtbank heeft de beschikking van 24 oktober 2012 gewijzigd en de moeder opnieuw belast met het gezag over de minderjarigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.