Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknummer/rolnummer: 2919030 \ KG EXPL 14-37
Uitspraakdatum: 8 mei 2014
Vonnis in de zaak van:
[naam eiser], wonende te [plaats] aan de [adres]
eisende partij
gemachtigde: M.A. Brouwer, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Zaandam
tegen
de besloten vennootschap S.K.B. Bulk Handling B.V., gevestigd en zaakdoende te Beverwijk aan de Willem Vessieslaan 15
gedaagde partij
gemachtigde: E.A.D. Zijlmans, accountant-administratieconsulent, werkzaam bij Bizznizz Partners B.V. te Wormerveer
Het procesverloop
Dit verloopt blijkt uit:
- de concept-dagvaarding;
- de bepaling van de terechtzitting van het kort geding op 23 april 2014 om 9:00 uur;
- de intrekking van het kort geding per faxbericht van de gemachtigde van eisende partij op 22 april 2014 om 18:25 uur;
- de brief van 24 april 2014 van de gemachtigde van gedaagde partij waarin een proceskostenveroordeling wordt gevraagd;
- de brief van 2 mei 2014 van de gemachtigde van eisende partij waarin om afwijzing wordt verzocht alsmede om een proceskostenveroordeling van gedaagde partij.
De beoordeling
Gedaagde partij verzoekt om een (proces)kostenveroordeling ten bedrage van € 2.100,00.
De kantonrechter overweegt dienaangaande als volgt. Als hoofdregel geldt dat de bepalingen van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) op een kort geding van toepassing zijn, indien de aard van het kort geding zich daartegen niet verzet. Het intrekken van een kort geding kan niet worden aangemerkt als afstand van instantie als bedoeld in de artikelen 249 en 250 Rv. In artikel 250 lid 1 Rv is immers bepaald dat afstand van instantie wordt gedaan bij akte ter rolle, terwijl voor kort gedingen geen rol bestaat. Het intrekken van een kort geding is als zodanig niet in de wet geregeld. De kantonrechter zal daarom aansluiting zoeken bij het landelijke procesreglement “kort gedingen rechtbanken, sector kanton”. In artikel 9.1 van dit procesreglement is bepaald dat de eisende partij de procedure kan intrekken tot het moment dat de zaak is uitgeroepen en dat de kantonrechter in dat geval geen proceskostenveroordeling uitspreekt. Nu in de onderhavige kwestie hiervan sprake is geweest, is er geen grond aanwezig voor toekenning van het door gedaagde partij gedane verzoek. Eisende partij heeft op haar beurt een proceskostenveroordeling van gedaagde partij gevraagd. Hiermee miskent eisende partij dat een eenmaal ingetrokken procedure niet kan worden voortgezet en zij geen vordering meer kan instellen.
De beslissing
De kantonrechter:
Verstaat dat de zaak is ingetrokken en dat er geen plaats is voor een proceskostenveroordeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van der Heijden, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en op 8 mei 2014 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter