Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
Vordering benadeelde partij[slachtoffer 1]
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
16 (zestien) maanden.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van (3) drie jaren.
algemene voorwaardendat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling zich aansluitend aan haar detentie te laten opnemen in FPA Roosenburg in Den Dolder voor de maximale duur van één jaar, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven;
- zich meldt bij de reclassering zodra en zo frequent als de reclassering wenselijk acht. De reclassering zal in eerste instantie contact zoeken met verdachte in de kliniek en samen met de kliniek of behandelaar voorbereidingen treffen ten aanzien van terugkeer naar huis wanneer er een ontslagdatum bekend is.
€ 2.431,52(zegge: vierentwintighonderdeneenendertig euro en tweeënvijftig eurocent) , bestaande uit € 1.431,52 (zegge: veertienhonderdeneenendertig euro en tweeënvijftig eurocent) voor de materiële en € 1.000,00 (zegge: duizend euro) voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan[slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 2.431,52, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
34 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 2.384,72(zegge: drieëntwintighonderdvierentachtig euro en tweeënzeventig eurocent), bestaande uit
€ 1.384,72(zegge: dertienhonderdvierentachtig euro en tweeënzeventig eurocent) voor de materiële en
€ 1.000,00(zegge: duizend euro) voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan[slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 2.384,72, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
33 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.