Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats], en
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats].
- de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats hebben bij de vrouw;
- de minderjarigen eenmaal per veertien dagen van zaterdag 10.00 uur tot zondag 19.00 uur bij de man zullen zijn. Partijen spreken de wens uit om deze regeling, zo mogelijk, uit te breiden naar eenmaal per veertien dagen van vrijdagavond tot zondagavond. De vakanties en feestdagen zullen in onderling overleg bij helfte worden gedeeld;
- de man een uitkering tot levensonderhoud (hierna: partnerbijdrage) aan de vrouw zal betalen van € 294,- bruto per maand. Voorgaande verplichting tot partneralimentatie zal ingaan na verkoop en levering van de voormalige echtelijke woning;
- de alimentatieregeling door partijen zal worden geëvalueerd, indien de financiële situatie van partijen wijzigt. Partijen voorzien dat zulks het geval zal zijn, zodra de voormalig echtelijke woning verkocht en geleverd zal zijn en de man en/of de vrouw elders woonruimte zullen betrekken. Partijen zullen dan in onderling overleg bezien of de hiervoor omschreven afspraken nog aan de wettelijke maatstaven voldoen. Zo nodig zullen zij hiertoe gezamenlijk een nieuwe alimentatieberekening laten opstellen.
- de kosten van de minderjarigen begroot zijn op € 493,52 per maand en dat de partijen naar rato van hun draagkracht daarin zullen bijdragen;
- de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (hierna: kinderbijdrage) zal betalen van € 493,52 per maand met ingang van 1 oktober 2010.
3.Verzoek
- uitkering tot levensonderhoud van de vrouw (hierna: de partnerbijdrage) op nihil wordt gesteld met ingang van 1 februari 2013, althans met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag en ingangsdatum;
- verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) wordt gewijzigd aldus dat de minderjarigen
4.Verweer
5.Beoordeling
Op grond van artikel 402 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de rechtbank een grote mate van vrijheid bij het bepalen van de ingangsdatum. De door de man verzochte ingangsdata zijn gelegen voor de datum waarop de man zijn verzoekschrift heeft ingediend. In het algemeen wordt er vanuit gegaan dat als ingangsdatum dient te gelden de datum waarop het verzoekschrift is ingediend omdat de onderhoudsgerechtigde er vanaf dat moment rekening mee dient te houden dat de onderhoudsbijdragen mogelijk worden aangepast. In de onderhavige situatie ziet de rechtbank echter aanleiding van dit uitgangspunt af te wijken en voor zowel de kinder- als de partnerbijdrage uit te gaan van de door de man verzochte ingangsdatum van 1 april 2013. De reden daarvoor is met name gelegen in het feit dat de voormalige echtelijke woning van partijen reeds in april 2012 is verkocht en partijen in het echtscheidingsconvenant al hebben aangegeven dat verkoop en levering van de voormalige echtelijke woning een wijziging van omstandigheden zal opleveren op grond waarvan de overeengekomen onderhoudsbijdragen niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoen. De rechtbank ziet echter ook aanleiding, gelet op de hoogte van de door de man te betalen onderhoudsbijdragen en het inkomen van de vrouw, te bepalen dat hetgeen de man heeft betaald niet meer door de vrouw behoeft te worden terugbetaald. De rechtbank acht voldoende aannemelijk geworden dat de vrouw de onderhoudsbijdragen inmiddels heeft gebruikt en acht het niet redelijk van de vrouw te verlangen dat zij de onderhoudsbijdragen aan de man dient terug te betalen. Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank in het navolgende dan ook voor zowel de kinder- als de partnerbijdrage uitgaan van de ingangsdatum van 1 april 2013.
6.Beslissing
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats], en
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
- € 121,- per kind per maand over de periode van 1 april 2013 tot en met 31 december 2013, en
- € 159,- per kind per maand vanaf 1 januari 2014.