Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verweerster],
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 mei 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde, had verzocht om haar dochter, die niet tijdig was aangemeld voor het staatsexamen 2014 in de vakken Engels, filosofie en scheikunde, alsnog toe te laten tot deze examens. De voorzieningenrechter oordeelde dat de afwijzing van het verzoek door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ondeugdelijk was. De voorzieningenrechter stelde vast dat de hardheidsclausule, die in bijzondere omstandigheden kan worden toegepast, niet correct was beoordeeld door de verweerder. De voorzieningenrechter vond dat het niet toelaten van de leerling tot het staatsexamen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, gezien de bijzondere omstandigheden van de leerling, waaronder haar hoogbegaafdheid en ADD. De rechtbank herroept het primaire besluit en bepaalt dat de leerling alsnog wordt toegelaten tot de staatsexamens in de vakken filosofie en scheikunde, en zo mogelijk ook tot het staatsexamen Engels. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, maar de rechtbank droeg de verweerder op om te onderzoeken of de leerling alsnog het onderdeel Engels schrijfvaardigheid kan doen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van bijzondere omstandigheden bij beslissingen over toelating tot staatsexamens.