In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om de non-conformiteit van appartementsrechten die door de gedaagde zijn verkocht aan de eiseressen. De eiseressen, bestaande uit drie afzonderlijke partijen, hebben appartementen gekocht die na renovatie zijn gesplitst in appartementsrechten. Na de aankoop hebben de eiseressen gebreken geconstateerd aan de appartementen, waaronder lekkages, scheuren in de muren en slecht uitgevoerd schilderwerk. De gedaagde, een besloten vennootschap, heeft zich verweerd door te stellen dat de tekortkomingen niet aan haar kunnen worden toegerekend, omdat de gemeente de renovatie had goedgekeurd en zij niet op de hoogte was van de gebreken ten tijde van de verkoop. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gebreken het gevolg zijn van slecht uitgevoerde renovatiewerkzaamheden en dat de gedaagde aansprakelijk is voor de schade die de eiseressen hebben geleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de appartementen niet de eigenschappen bezaten die de eiseressen op grond van de koopovereenkomsten mochten verwachten, en dat de gedaagde in gebreke is gebleven met het herstellen van de gebreken. De eiseressen hebben vorderingen ingesteld voor schadevergoeding, die door de rechtbank grotendeels zijn toegewezen. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.