ECLI:NL:RBNHO:2014:4919
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak opzet bij invoer cocaïne te Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 1 september 2012 op Schiphol werd aangehouden met een hoeveelheid cocaïne in zijn bagage. De verdachte, afkomstig uit Suriname, had een koffer bij zich waarin citrusvruchten waren aangetroffen, die cocaïne bevatten. De officier van justitie had opzettelijke invoer van bijna 4 kilo cocaïne ten laste gelegd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet. De rechtbank nam de verklaring van de verdachte en de getuigen als uitgangspunt en concludeerde dat de verdachte niet opzettelijk handelde, maar wel onvoorzichtig was geweest. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte niet-opzettelijk cocaïne had ingevoerd, maar sprak hem vrij van de opzet. De rechtbank overwoog dat de verdachte verantwoordelijk was voor zijn eigen bagage en dat hij had nagelaten om de koffer te controleren voordat hij naar het vliegveld ging. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van twaalf dagen, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De uitspraak benadrukt de noodzaak van waakzaamheid bij het reizen met bagage, vooral vanuit landen waar veelvuldig verdovende middelen worden gesmokkeld.