ECLI:NL:RBNHO:2014:5131
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland op 20 mei 2014 een verzoek tot wraking van de rechter behandeld. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die van mening was dat zijn rechtszaak niet bij de sector kanton, maar bij de bestuursrechter thuishoorde. De gewraakte rechter was mr. L. van der Heijden, die als behandelend rechter optrad in de procedure met nummer 2574001 CV EXPL 13-4795. De verzoeker had op 18 april 2014 een brief ingediend, die door de wrakingskamer op 30 april 2014 was ontvangen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet gemotiveerd was, aangezien de verzoeker niet had aangegeven waarom de rechter niet onpartijdig of onafhankelijk zou zijn in de behandeling van de zaak.
De wrakingskamer heeft op basis van artikel 36 en 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geoordeeld dat een verzoek tot wraking de gronden van het verzoek moet bevatten. Aangezien de verzoeker geen argumenten had aangedragen die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken, heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen. Dit betekent dat de procedure in de hoofdzaak, met zaaknummer 2574001 CV EXPL 13-4795, zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.
De beslissing is genomen door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter van de wrakingskamer, in aanwezigheid van mr. M.H. Affourtit-Kramer, griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.