ECLI:NL:RBNHO:2014:5131

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2014
Publicatiedatum
4 juni 2014
Zaaknummer
C/14/154027/HA RK 14/79
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de rechter in civiele procedure

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland op 20 mei 2014 een verzoek tot wraking van de rechter behandeld. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die van mening was dat zijn rechtszaak niet bij de sector kanton, maar bij de bestuursrechter thuishoorde. De gewraakte rechter was mr. L. van der Heijden, die als behandelend rechter optrad in de procedure met nummer 2574001 CV EXPL 13-4795. De verzoeker had op 18 april 2014 een brief ingediend, die door de wrakingskamer op 30 april 2014 was ontvangen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet gemotiveerd was, aangezien de verzoeker niet had aangegeven waarom de rechter niet onpartijdig of onafhankelijk zou zijn in de behandeling van de zaak.

De wrakingskamer heeft op basis van artikel 36 en 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geoordeeld dat een verzoek tot wraking de gronden van het verzoek moet bevatten. Aangezien de verzoeker geen argumenten had aangedragen die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken, heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen. Dit betekent dat de procedure in de hoofdzaak, met zaaknummer 2574001 CV EXPL 13-4795, zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.

De beslissing is genomen door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter van de wrakingskamer, in aanwezigheid van mr. M.H. Affourtit-Kramer, griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR

Wrakingskamer, locatie Alkmaar
zaaknummer: C/14/154027/HA RK 14/79
Datum uitspraak : 20 mei 2014
BESLISSINGop het verzoek tot wraking ingevolge artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), ingediend door:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker.

1.PROCESVERLOOP

1.1.
Verzoeker heeft bij brief van 18 april 2014, ontvangen door de wrakingskamer op 30 april 2014, een “klacht” ingediend, die gelet op de bewoordingen in de brief is opgevat als een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 37 Rv. De gewraakte rechter is mr. L. van der Heijden (hierna te noemen: de rechter) als behandelend rechter in de procedure met nummer 2574001 CV EXPL 13-4795.
1.2.
De rechter heeft schriftelijk en gemotiveerd laten weten niet te berusten in de wraking.
1.3.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK

2.1.
Op grond van artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn.
2.2.
Ingevolge het bepaalde in artikel 37 Rv dient een verzoek tot wraking echter de gronden van het verzoek te bevatten. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij van mening is dat zijn rechtszaak niet bij de sector kanton, maar bij de bestuursrechter thuishoort. Over dit standpunt heeft de rechter nog geen beslissing genomen; de zaak is door de rechter voor vonnis gezet op 23 april 2014. Verzoeker heeft op geen enkele wijze aangegeven waarom de rechter bij de behandeling van de zaak en bij de nog te nemen beslissing niet onpartijdig of niet onafhankelijk zal zijn. Aangezien het verzoek in dit geval in het geheel niet gemotiveerd is, is het daardoor kennelijk niet-ontvankelijk.
2.3.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1. in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www.rechtspraak.nl/ Organisatie/ Rechtbanken/ Rechtbank Noord-Holland/ Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

3.BESLISSING

De rechtbank:
3.1.
stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
3.2.
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker en de rechter een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden;
3.3.
bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 2574001 CV EXPL 13-4795) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het schriftelijke verzoek tot wraking en beveelt daartoe de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan de voorzitter van de rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Kanton, locatie Alkmaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Affourtit-Kramer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 mei 2014.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.