Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[eiser]
De procedure
De feiten
“(…) Om omstreeks 17.00 uur kregen wij van een passant te horen dat er verderop langs de [a-straat] een vechtpartijtje plaats vond. (…) Ter plaatse, zagen wij een zwarte scooter op de rijbaan liggen, voorzien van het kenteken: [kenteken] , naast de scooter zagen wij ook een zonnenbril liggen, met nog maar 1 glas erin. Direct toen wij, bij de scooter aan kwamen kwam er een manspersoon op ons aflopen. Deze man identificeerde zich later bij [verbalisant] als: “ [eiser] (…) Wij hoorden de man zeggen; “ik ben net aangevallen man, ik heb klappen gehad.” Wij zagen dat de man een wijzende beweging maakte in de richting van de een jongeman. (…) Deze man identificeerde zich later als; “ [gedaagde 1] ” Enkele seconden later melde zich nog een jongeman bij ons die zich identificeerde als; “ [gedaagde 2] ” Ik (…) liep naar een terras, waar 5 dames aan een tafel zaten, recht tegenover waar het incident had plaatsgevonden. Ik vroeg of zij iets gezien hadden van het incident. Ik hoorde hen zeggen dat zij niet de aanleiding van het incident hadden gezien, maar wel dat de jongen op de scooter geslagen was door de twee jongens en dat zij tegen zijn scooter hadden getrapt. (…) Wij hoorden van [verbalisant] , dat de jongeman aangifte wilde doen van mishandeling. Hierop hebben wij besloten om de beide jongens [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aan te houden ter zake mishandeling (…)”
“(…) Ik ben zojuist mishandeld door de jongens die de politie zojuist heeft aangehouden. (…) Terwijl zij mij inhaalde, zag ik dat de bestuurder een beetje aan het slalommen was en ik voelde vervolgens dat iemand op de scooter met zijn arm tegen mijn linker spiegel op mijn scooter aan tikte. Ik reageerde daarop met een toeter. Ik zag dat ze daarop niet reageerde en ik zag dat ze doorreden. Toen ik vervolgens bij het park, waar bevrijdingspop bezig was, ter hoogte van de snooker tent, aan kwam rijden, zag ik daar diezelfde jongens staan en zitten op de witte Vespa. Ik ben toen op hun afgereden en ben voor hun gestopt. Daar sprak ik hun aan op hun rij gedrag en op het moment dat ik hun aansprak, voelde ik dat 1 van de jongens mij van achteren vastpakte en mij van mijn scooter wilden trekken. Ik voelde dat mijn scooter daardoor op de grond viel en ik kon mezelf nog maar net staande houden. Ik trok mijn scooter weer overeind en ik zette mijn scooter op zijn standaard. Ik zie vervolgens dat de andere jongen van zijn scooter afstapt en richting mij kwam lopen. Ik zie dat hij met zijn rechter gebalde vuist richting mijn gezicht slaat. Ik merkte dat hij mij niet raakte, maar de tweede klap die hij uitdeelde kwam op mijn linkerkaak. Deze klap voelde als een heftige pijn en door deze klap viel ik op de grond. Ik voelde dat de jongen vervolgens bovenop me klom en ik voelde dat ik weer een aantal klappen van hem kreeg. (…) Ik zag dat de andere jongen zijn vriend wilde helpen, maar ik deed niets terug dus hij liet zijn vriend zich verder met mij bemoeien en ik zag hem vervolgens naar mijn scooter toe lopen. Ik zag dat hij toen op mijn scooter begon te springen. Ik zag ze vervolgens wegrijden de hoek om en ik keek de hoek om of ik hun kenteken nog kon lezen. Toen ik dat deed zag ik dat ze terug kwamen rijden en ik hoorde hun tegen mij zeggen dat als ik hun keteken zou lezen dat ik weer klappen kon krijgen. Ik probeerde weer terug te lopen naar de snookerhal en ik zag toen twee politie mannen op de mountainbike en die hebben de jongens aangehouden (…)”
“(…) [gedaagde 1] en ik reden op [gedaagde 1] zijn scooter over de [a-straat] . [gedaagde 1] reed. (…) Op een gegeven komt er een zwarte Vespa naar ons toegereden. De bestuurder gaf een vuistslag op het windscherm van [gedaagde 1] zijn bromfiets. Hij raakte daarbij [gedaagde 1] ook. Ik kon niet zien waar hij [gedaagde 1] raakte. Ik zag vervolgens dat [gedaagde 1] de brommer neerzette en ik zag dat [gedaagde 1] in de richting van die andere bestuurder liep. Ik weet niet wat daar gebeurde aangezien ik de brommer van [gedaagde 1] ging verplaatsen omdat deze op de weg stond. Ik weet alleen dat [gedaagde 1] en die jongen bij de snookerzaal stonden en ik weet niet wat daar gebeurde. Op een gegeven moment zag ik allemaal politie bij hen staan en ik toen gezegd dat ik bij [gedaagde 1] hoorde. Ik heb mijzelf gelegitimeerd en toen werd ik door de politie aangehouden. Ik heb dus verder niks gedaan (…).”
Bij zijn voorgeleiding voor de hulpofficier heeft [gedaagde 2] als volgt verklaard:
“Ik vind het erg dat ik langer moet blijven. Ik heb alleen achterop de brommer gezeten. Ik heb echt niks gedaan en ik ben er niet bij betrokken geweest.”
“(…) Ik was samen met [gedaagde 2] . (…) Toen wij omkeerden kwam die Marokkaanse jongen op zijn brommer op ons afrijden. Onder het rijden sloeg die jongen tegen mijn windscherm aan en raakte hij mij ook tegen het hoofd. Hij deed dit met een vuist. Ik ben vervolgens gestopt en van schrik ben ik afgestapt en naar die jongen toegelopen. Ik heb die jongen toen een klap verkocht met mijn vuist. Ik raakte hem volgens mij in zijn gezicht. Die jongen greep mij vervolgens vast en liet mij niet los. Ik heb die jongen toen nog een vuistslag in zijn gezicht gegeven waarop die jongen mij eindelijk losliet. Vervolgens kwamen er 2 politieagenten op de fiets aan en werden we apart gezet. (…) [gedaagde 2] en ik moesten vervolgens achter in een politiebusje. (…)”
“(…) Op donderdag 5 mei 2011, omstreeks 17.00 uur, zat ik met mijn vriendinnen, aan de [a-straat] te Haarlem, op het terras van een bar waar ik de naam niet meer van weet. (…) Ik zag dat de twee jongens op de brommer doorreden en even uit ons gezichtsveld waren, maar vervolgens weer terug kwamen rijden. Ik zag dat de jongen welke achterop zat afstapte. Ik zag dat deze jongen een petje op had, volgens mij licht roze van kleur. Ik zag dat deze jongen de getinte jongen begon te duwen. Ik zag vervolgens dat de jongen met het petje de getinte jongen ook nog begon te slaan tegen zijn hoofd. Ik zag dat kennelijk door de klappen tegen het hoofd, het hoofd van de getinte jongen naar achter klapte. Ik zag dat de andere jongen die wat groten was dan de jongen met het roze petje zich er in eerste instantie buiten hield. Ik zag dat op een gegeven moment de confrontatie tussen de andere twee jongens voorbij was. Ik zag dat de wat langere jongen op de scooter van de getinte jongen sprong. Ik zag dat de jongens vervolgens wegrenden en dat de politie er aan kwam (…)”
“(…) Ik zat op donderdag 5 mei 2011 omstreeks 17.10 uur op het terras van een lokale bar met biljart mogelijkheden aan de [a-straat] te Haarlem met mijn vriendinnen wat te drinken. Op een gegeven moment zag ik dat een man/jongen in een groen shirt een andere (buitenlandse) man van zijn zwarte Vespa trok. Hoe de man dit deed zag ik niet precies want het bushokje zat ervoor. Ik hoorde de jongen in het groen schreeuwen en schelden tegen de buitenlandse man terwijl hij flink uithaalde (schoppen en slaan) naar de andere man. De (buitenlandse) man verweerde zich wel maar vocht naar mijn idee niet terug en hij liep constant van de andere (in het groen gekleede) man af. De man in het groene shirt bleef maar uithalen naar de andere man en wij moesten aan de kant springen om niet midden in het ‘gevecht’ te komen. Op een gegeven moment ‘vluchtte’ de (buitenlandse) man volgens mij naar binnen bij de bar waar wij zaten. De man in het groen begon nog meer te schelden en sprong bovenop de zwarte vespa van de man die naar binnen was gegaan. Hij trapte hier verschillende keren tegenaan. Vervolgens kwam de politie. (…)”
“(…) [eiser] (…) verwezen naar GGZ ivm traumatische ervaring op 5 mei 2011. Heeft daar last van.”
“(…) Hierbij verklaart ondergetekende dat [eiser] , [geboortedatum] , bij de Rivierduinen in behandeling is. Rivierduinen is een 2e lijns GGZ instelling waar cliënten met complexe psychiatrische problematiek worden behandeld. Cliënt wordt behandeld voor PTTS klachten met EMDR dit als gevolg van het geweldsincident. Traumabehandeling was hiervoor noodzakelijk (…).”
3 december 2012 [gedaagde 1] (voor € 4.889,08) en [gedaagde 2] (voor € 2.547,25) (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld voor de schade die [eiser] door het incident heeft geleden.
De vordering
bestaat uit materiele schade van in totaal € 2.259,25, bestaande uit € 1.821,25 voor het repareren van de scooter, € 75,00 taxatiekosten, € 263,00 voor een zonnebril en jack. Daarnaast vordert [eiser] vergoeding van immateriële schade ten bedrage van € 2.118,71. Door de mishandeling heeft [eiser] een traumatische aandoening gekregen, waarvoor hij zich na verwijzing door zijn huisarts bij een GGZ‑instelling heeft moeten laten behandelen.
De verweren
De beoordeling
[eiser] ] sprong. Ook hiermee is het handelen in groepsverband gegeven, Op grond van artikel 6:166 BW is [gedaagde 2] daarom naast [gedaagde 1] hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die [eiser] door de mishandeling lijdt. Het feit dat [gedaagde 2] strafrechtelijk niet is vervolgd voor medeplegen van of medeplichtigheid aan de mishandeling van [eiser] , maakt dit oordeel niet anders.
[eiser] af te weren, zodat de kantonrechter geen aanleiding ziet de schadevergoedings-verplichting van [gedaagde 1] te verminderen.
De beslissing
€ 3.193,71 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2013 tot aan de dag van volledige voldoening;