Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker 1],
Stichting Zaan Primair, te Zaandam.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 juni 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de kap van drie bomen in Zaandam. De zaak betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, waarbij aan een derde partij een omgevingsvergunning was verleend voor de uitbreiding van een basisschool, inclusief de kap van de bomen. Verzoekers, bewoners van de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzochten om een voorlopige voorziening nadat de voorwaarde was ingetrokken dat de bomen pas gekapt mochten worden nadat de omgevingsvergunning onherroepelijk was geworden.
De voorzieningenrechter overwoog dat de intrekking van deze voorwaarde niet tot een onevenredige schade voor de verzoekers leidde, aangezien omwonenden tijdig op de hoogte moesten worden gesteld van de kapdatum, zodat zij rechtsmiddelen konden aanwenden. De verzoekers hebben onvoldoende onderbouwd dat de bomen van beeldbepalende waarde zijn, en de voorzieningenrechter hechtte meer waarde aan het belang van de derde partij bij een spoedige aanvang van de bouwwerkzaamheden. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen en wees het verzoek af.
De uitspraak benadrukt de afweging van belangen tussen de verzoekers en de derde partij, waarbij de voorzieningenrechter de noodzaak van de bouwwerkzaamheden en de belangen van de leerlingen van de basisschool zwaarder liet wegen dan de bezwaren van de verzoekers. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.