ECLI:NL:RBNHO:2014:6689
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. L. Beijen
- mr. G. Guinau
- mr. J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding in verband met geluidsoverlast door Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de besliscommissie van Schadeschap Luchthaven Schiphol. Eiser verzocht om schadevergoeding van € 3.500,- wegens waardevermindering van zijn woning door geluidsoverlast als gevolg van het Luchthavenverkeersbesluit van 20 februari 2003 (Lvb 2003). De rechtbank heeft vastgesteld dat de schadevergoeding door de adviescommissie was vastgesteld op basis van een taxatie die rekening hield met een levenslang recht van vruchtgebruik ten gunste van de moeder van eiser. Eiser betwistte de waardering van zijn woning, omdat hij vond dat de schadevergoeding hoger had moeten zijn zonder de last van het vruchtgebruik. De rechtbank oordeelde dat de adviescommissie in haar advies voldoende inzichtelijk had gemaakt welke factoren waren meegewogen bij de waardebepaling. De rechtbank concludeerde dat verweerster zich in redelijkheid op het advies van de adviescommissie had kunnen baseren en dat de waardedrukkende factor van het vruchtgebruik terecht was meegenomen in de besluitvorming. Eiser had niet voldoende onderbouwd dat de woningen, waarover hij vergeleek, wezenlijk van elkaar verschilden. De rechtbank oordeelde dat de besluitvorming niet onzorgvuldig was en dat eiser niet in zijn belangen was geschaad. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard.