Uitspraak
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 9 mei 2013 (dossierpagina’s 26 e.v.);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2013 (dossierpagina’s 29 e.v.);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte d.d. 9 mei 2013 van [aangever 2]
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal verhoor getuige [aangever 3] d.d. 10 mei 2013 van (dossierpagina 48).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie en maatregel
.
7.Vorderingen benadeelde partijen
[slachtoffer 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 500,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder parketnummer 15/740855-13 onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 3.398,75 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder parketnummer 15/740855-13 onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
8.Vorderingen tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
3 jaren.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 500,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.102,31, bestaande uit materiele en immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
10 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
45 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
2 maanden, opgelegd bij arrest van het Hof Arnhem d.d. 25 juni 2012.
6 dagen, opgelegd bij vonnis van de politierechter Amsterdam d.d. 3 juni 2013.