Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
[eiser]
G4S AVIATION SECURITY B.V.
De procedure
De feiten
Wij hebben de afgelopen periode met alle betrokken medewerkers gesproken. Wij hebben meerdere verklaringen waarin wordt aangegeven dat u op 15 april 2014 in de TSD screeningroom tegen de geldende regels in en vrijwel continu met uw telefoon bezig bent geweest. (…) U heeft ruim 40 bagagestuks niet beoordeeld waardoor u onnodig veel time outs heeft gecreëerd. (…) Wij vinden uw verhaal rommelig en ongeloofwaardig. (…) Hierdoor heeft u zich volstrekt ongeloofwaardig gemaakt en staat uw integriteit ter discussie. G4S heeft hierdoor geen enkel vertrouwen meer in u.(…) In korte tijd werd het aanbod door uw handelen c.q. nalaten dusdanig groot dat het systeem is vastgelopen. De KLM moest uitwijken naar een andere positie om de bagage alsnog gecontroleerd te krijgen. Dit is niet tijdig gelukt. Hierdoor zijn er 150 bagagestukken niet tijdig beoordeeld en konden niet meer mee met de vlucht. De schadepost is € 22.500,-- De kans is zeer reëel dat deze schade op G4S zal worden verhaald. Daarnaast heeft G4S enorme imagoschade opgelopen bij de opdrachtgever.Wij zijn van mening dat u door uw handelen c.q. nalaten op grovelijke wijze de plichten heeft veronachtzaamd welke de arbeidsovereenkomst u oplegt. Er is aldus sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet zoals bedoeld in artikel 7:678 lid 2 sub k BW en dit ontslag is u tijdens het gesprek ook mondeling aangezegd. Uw dienstverband is derhalve met ingang van heden, 22 april 2014 met directe ingang beëindigd.
De vordering
22 april 2014 heeft [eiser] eerst op 30 april 2014 ontvangen.
Het verweer
De beoordeling
De kantonrechter is vooralsnog van oordeel dat dit het geval is op grond van de volgende vaststellingen en overwegingen.
25 april 2014 is de nietigheid van het mondeling gegeven ontslag ingeroepen. Dit gevoegd bij de feiten dat het incident op 15 april 2014 heeft plaatsgevonden en dat G4S [eiser] op 16 april 2014 heeft geschorst, leidt de kantonrechter tot de voorlopige conclusie dat het ontslag met de mededeling van de dringende reden daarvoor niet onverwijld is gegeven, zodat reeds op die grond het niet waarschijnlijk is dat het ontslag in een bodemprocedure stand zal houden.
De beslissing
22 april 2014 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging en vermeerderd met de wettelijke rente over het loon en over de verhoging vanaf de respectieve vervaldata van die posten tot de dag van de algehele voldoening;