Met betrekking tot de behoeftigheid van de man heeft de vrouw zich op het standpunt gesteld dat van de man inmiddels mag worden verwacht dat hij volledig zelf in zijn eigen behoefte kan voorzien. De man heeft deze stelling betwist.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat partijen in het echtscheidingsconvenant zijn overeengekomen dat de man zich zal inspannen om inkomen uit arbeid te verkrijgen zodanig dat hij in ieder geval voor een steeds groter gedeelte in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Deze inspanningsverplichting leidt de rechtbank ook af uit artikel 157 lid 1 van boek 1 BW alwaar is opgenomen dat de rechter een partnerbijdrage kan vaststellen indien de (ex-)echtgenoot niet voldoende inkomsten heeft, noch zich deze in redelijkheid kan verwerven.
De man heeft van zijn inkomen in 2013 geen enkel stuk overgelegd. Daardoor heeft de man het de rechtbank onmogelijk gemaakt te beoordelen of de man nog behoefte heeft aan een (aanvullende) partnerbijdrage van de vrouw. Uit de stukken die de man wel heeft overgelegd, leidt de rechtbank af dat de man wel in staat moet zijn geweest om inkomsten te verwerven.
Uit het curriculum vitae (hierna: c.v.) van de man blijkt dat de man gedurende het huwelijk altijd heeft gewerkt. Het blijkt dat de man van 2010 tot en met 2013 heeft gewerkt in Mo.10. Design B.V. als creative director. De man heeft met betrekking tot deze werkzaamheden verklaard dat deze B.V. zal worden ontbonden en dat de activiteiten sinds 2012 zijn gestaakt. Uit de jaarstukken 2012, die de man als productie 11 bij zijn aanvullende stukken heeft overgelegd, blijkt dat er in deze onderneming in 2011 en 2012 nagenoeg geen resultaat is behaald.
Van 2010 tot en met 2013 heeft de man eveneens als creative director gewerkt bij Lions & Kings B.V. Met betrekking tot deze werkzaamheden heeft de man verklaard dat ook deze B.V. in 2012 haar activiteiten heeft gestaakt. De man heeft daarvan een e-mailbericht overgelegd waaruit blijkt dat de onderneming is gestaakt in verband met de sterk verslechterde marktomstandigheden in 2012. Uit de aangifte inkomstenbelasting van 2012 leidt de rechtbank af dat de man voor zijn werkzaamheden bij Lions & Kings een inkomen heeft ontvangen van € 35.814,- bruto.
Blijkens het c.v. werkt de man thans als creative director bij Shelamu V.O.F. Dit bedrijf legt zich toe op de verkoop van Afrikaanse producten via internet. De V.O.F. is op 13 mei 2011 opgericht. Uit de overgelegde stukken blijkt dat deze V.O.F. in 2011 een verlies heeft gehad van € 1.193,45 en in 2012 van € 536,35. De man heeft verklaard dat hij uit deze onderneming in 2013 nog geen noemenswaardige inkomsten heeft ontvangen.
Uit het c.v. blijkt tot slot dat de man werkzaam is als freelance designer bij Mo.12.De. De man is op deze werkzaamheden in het geheel niet ingegaan.
De man heeft tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd aangegeven dat hij in het verleden altijd via zogenaamde headhunters in de modewereld aan werk is gekomen, dat het zo werkt in de modewereld en dat hij na 2012 geen contact meer met headhunters heeft gehad. Het is zijn bedoeling om via Shelamu V.O.F. inkomsten te verwerven.
Bij het voorgaande komt dat, zoals de man zelf in zijn verweerschrift ook aan de orde heeft gesteld, de vrouw in december 2012 heeft aangegeven dat zij de kinder- en partnerbijdrage niet langer meer kon betalen. Niet is gebleken dat de man sindsdien heeft getracht andere inkomsten te verwerven. Daarbij heeft de man met ingang van 1 april 2013 niet meer de zorg voor [meerderjarige], zodat de man op dat punt niet wordt belemmerd in zijn mogelijkheden om te werken. Tot slot heeft de man geen verklaring gegeven voor de besteding van het bedrag van € 80.000,- dat hij bij de echtscheiding heeft ontvangen.