De voorzieningenrechter is, op grond van de stukken en van hetgeen ter zitting is aangevoerd, van oordeel dat het op dit moment bijeenroepen van een algemene aandeelhoudersvergadering prematuur is, waardoor niet kan worden gezegd dat verzoekster bij haar verzoek een redelijk belang heeft. Daartoe wordt overwogen dat verzoekster haar verzoek aan Kromme Leek om een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen heeft gemotiveerd op grond van de aan partijen genoegzaam bekende ‘Roemeense kwestie’. Ter zitting heeft zij echter herhaaldelijk verklaard dat dit niet langer de belangrijkste grondslag voor haar verzoek is. Thans baseert zij haar verzoek voornamelijk op twijfels over het functioneren van [naam 3] als directeur. Die twijfels vinden hun grond in zorgen van verzoekster over de juistheid van het binnen de vennootschap gevoerde beleid en de omstandigheid dat [naam 3] tot nu toe de vragen van verzoekster over de gepresenteerde cijfers niet naar genoegen heeft kunnen of willen beantwoorden. Met name ten aanzien van de juistheid van de waardering van - bederfelijke - handelsvoorraden en de debiteuren leven vragen bij verzoekster. Zij wenst hierover uitsluitsel te verkrijgen en zich vervolgens te kunnen beraden over de positie van
[naam 3] als directeur, aldus verzoekster ter zitting.
Ter zitting is echter gebleken dat partijen inmiddels zijn overeengekomen een
onderzoek te laten verrichten door een extern accountant naar de door Kromme
Leek opgegeven cijfers van de vennootschap. Zij hebben pas een dag voor de
zitting overeenstemming bereikt over de inhoud van de opdracht aan de accountant;
de waardering van de handelsvoorraden en een onderzoek naar de debiteuren maakt
onderdeel van die opdracht uit. Dit onderzoek moet derhalve nog worden verricht.
Het komt de voorzieningenrechter voor dat verzoekster eerst aan de hand van de
uitkomsten van dat onderzoek dient te bezien of de bij haar bestaande twijfels over
het functioneren van [naam 3[ als directeur van de vennootschap terecht zijn
alvorens een vergadering wordt bijeengeroepen. Hierbij speelt mee dat verzoekster
als meerderheidsaandeelhouder in de vergadering een doorslaggevende
stem heeft ten aanzien van besluiten tot schorsing van de huidige directeur, de
benoeming van twee nieuwe statutaire directeuren en statutenwijziging.
Bovendien heeft verzoekster niet de namen opgegeven van de nieuw te benoemen
statutair directeuren en heeft zij desgevraagd ter zitting verklaard dat het voor haar
nog niet mogelijk is om die namen te geven. Zolang op dit punt geen duidelijkheid
bestaat, is het voor de vennootschap en Kromme Leek niet mogelijk om zich
(gedurende een redelijke termijn) te beraden op dit punt. Ook hierbij is van belang
dat verzoekster als meerderheidsaandeelhouder doorslaggevende invloed heeft op
de besluitvorming in de vergadering.