ECLI:NL:RBNHO:2014:9264

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 oktober 2014
Publicatiedatum
6 oktober 2014
Zaaknummer
3380902 - EJ VERZ 14-226
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing vereffening nalatenschap en ontheffing wettelijke publicatieplicht

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, uitgesproken op 6 oktober 2014, werd een verzoek behandeld tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Paulina Maria Frie, die op 10 september 2012 overleed. De vereffenaar, mr. I.F. van Schagen, had verzocht om de opheffing van de vereffening vanwege de geringe waarde van de nalatenschap. De enige bekende erfgenaam had de nalatenschap verworpen, waardoor deze onbeheerd was. De rechtbank had eerder mr. I.F. van Schagen benoemd tot vereffenaar op verzoek van de Vereniging van Eigenaars Huis de Rekere, die schuldeiser was van de nalatenschap.

De vereffenaar onderbouwde haar verzoek met een boedelbeschrijving waaruit bleek dat de nalatenschap een negatief saldo had van € 170.277,00. De opbrengst van de woning na executoriale verkoop was € 43.901,25, maar er was een restschuld van € 39.228,94 aan de hypotheekhouder. Daarnaast waren er verschillende schuldeisers met vorderingen op de nalatenschap, wat de financiële situatie verder bemoeilijkte. De vereffenaar vroeg ook om vaststelling van haar gemaakte kosten, die in totaal € 1.114,04 bedroegen, en om ontheffing van de wettelijke publicatieplicht.

De kantonrechter oordeelde dat, gezien de geringe waarde van de baten en de omvangrijke vereffeningskosten, het verzoek om opheffing van de vereffening toewijsbaar was. De gemaakte vereffeningskosten werden vastgesteld op € 8.719,04, inclusief het loon van de vereffenaar. De rechtbank besloot dat de beschikking gepubliceerd zou worden op rechtspraak.nl, en ontheft de vereffenaar van de wettelijke publicatieplicht, omdat er geen dwingende noodzaak was voor de kostbare wettelijke bekendmaking. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. E.M. van der Linde, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/repnr.: 3380902 \ EJ VERZ 14-226 BL
Uitspraakdatum: 6 oktober 2014

Beschikking op een verzoek ex artikel 4:209 Burgerlijk Wetboek (BW)

ingediend door mr. I.F. van Schagen, notarieel jurist/estate planner te Zeist

in haar hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van

Paulina Maria Frie, geboren te Amsterdam op 1 augustus 1929, overleden te Alkmaar op 10 september 2012 en laatst gewoond hebbend De Rekere 86 te 1862 CS Bergen (verder: erflaatster).

Het procesverloop

1.
Op 29 augustus 2014 is ter griffie ontvangen een verzoekschrift met bijlagen. Bij brief van 19 september 2014 zijn ter aanvulling van het verzoek nadere stukken overgelegd. De inhoud van de stukken geldt als hier ingelast. Vervolgens is bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

De uitgangspunten

2.
De enige bekende erfgenaam van de nalatenschap van erflaatster heeft deze verworpen, zodat de nalatenschap onbeheerd was.
3.
Op verzoek van de Vereniging van Eigenaars Huis de Rekere, schuldeiser van de nalatenschap, heeft de sectie Handel & Insolventie van deze rechtbank bij beschikking van 13 juni 2013 tot vereffenaar van de nalatenschap benoemd mr. I.F. van Schagen (verder: de vereffenaar).
4.
Deze benoeming is gepubliceerd in de Staatscourant en het Noord-Hollands Dagblad, editie Alkmaarsche Courant.
5.
Er is geen boedelnotaris betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster.

Het verzoek

6.
De vereffenaar verzoekt de kantonrechter om de opheffing van de vereffening van de nalatenschap te bevelen, vanwege de geringe waarde van de baten. De vereffenaar onderbouwt dit met de bij het verzoekschrift overgelegde boedelbeschrijving en onderliggende stukken.
7.
Verder verzoekt de vereffenaar om de door haar gespecificeerde kosten van vereffening vast te stellen en ten laste van de boedel te brengen. Ook verzoekt de vereffenaar de kantonrechter te bepalen dat de opheffing bekendgemaakt wordt in de Staatscourant, en de overige kosten van publicaties ten laste van de Staat te laten komen.

De beoordeling

8.
Ter onderbouwing van het verzoek om opheffing van de vereffening is bij het verzoekschrift overgelegd een onderhandse boedelbeschrijving. Volgens deze boedelbeschrijving bedraagt het saldo van de nalatenschap € 170.277,00 negatief.
9.
Uit het verzoek en de bijlagen blijkt dat de woning van erflaatster na executoriale verkoop netto € 43.901,25 heeft opgebracht. Deze opbrengst is voldaan aan de hypotheekhouder (BLG Wonen). Omdat de vordering van deze bank € 83.130,19 bedroeg, is sprake van een restschuld van € 39.228,94. De volgende schuldeisers hebben een vordering op de nalatenschap:
BLG Wonen (hypothecaire restschuld) € 39.228,94
Gemeente Bergen (gemeentebelastingen 2014) € 121,00
Feenstra Warmte Totaalzorg (huur boiler) € 123,40
CAK Eigen bijdrage Zorg zonder verblijf/WMO € 60,30
Univé Zorg (verrekening declaratie) € 153,00
Vereniging van Eigenaars Huize de Rekere (tot 1-1-2013) € 6.123,00
Belastingdienst (motorrijtuigenbelasting/zorgtoeslag 2012-2013) € 238,00
C.D. De Kroon-Frie, zus (onderhandse lening) € 18.000,00
C.D. De Kroon-Frie, voornoemd (voorgeschoten begrafeniskosten) € 4.814,24
J.M.A. van Buuren, kennis (onderhandse geldlening) € 17.000,00
G. Hoogvorst, zoon overleden echtgenoot (erfdeel nalatenschap vader) € 40.084,00
P.M. Hoogvorst, zoon overleden echtgenoot (erfdeel nalatenschap vader) € 40.084,00
P.M. Hoogvorst, voornoemd (onderhandse geldlening) € 7.617,36
10.
Verder heeft de vereffenaar een specificatie gegeven van de reeds door haar gemaakte vereffeningskosten, te weten in totaal € 1.114,04, te vermeerderen het honorarium voor de vereffenaar. Volgens de bijgevoegde urenspecificatie heeft de vereffenaar 40,7 uur besteed aan vereffeningswerkzaamheden, en daarbij 10 uur besteed aan reizen. Ten tijde van de benoeming tot vereffenaar bedroeg haar gebruikelijke uurtarief € 145,00 exclusief btw, thans is dit € 155,00.
11.
Het totaalbedrag van de bezittingen bedraagt € 3.370,24 en bestaat uit de verkoopopbrengst van een auto en sieraden (€ 2.500,00 respectievelijk € 700,00) en een vordering op NUON (€ 170,24).
12.
Gelet op deze geringe waarde van de baten tegenover de omvangrijke vereffeningskosten en (preferente) schulden is het verzoek toewijsbaar en zal de kantonrechter de opheffing van de vereffening bevelen.
13.
Daarbij zal de kantonrechter op grond van artikel 4:209 lid 2 BW het bedrag van de reeds gemaakte vereffeningskosten vaststellen. De kantonrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van de door de vereffenaar gegeven specificatie, waarbij ten aanzien van het loon wordt uitgegaan van een uurtarief van € 150,00. Daarmee worden de reeds gemaakte vereffeningskosten vastgesteld op een bedrag van € 8.719,04, waaronder begrepen
€ 7.605,00 exclusief btw voor loon van de vereffenaar. Deze vereffeningskosten worden ten laste van de boedel gebracht.
14.
Artikel 4:209 lid 4 BW schrijft voor dat opheffing wordt bekendgemaakt op dezelfde wijze als de benoeming van een vereffenaar, in dit geval dus door publicatie in de Staatscourant en het Noord-Hollands Dagblad, editie Alkmaarsche Courant. Vanwege de geringe activa in deze nalatenschap verzoekt de vereffenaar om van dit wettelijk uitgangspunt af te wijken. De kantonrechter gaat daarin mee, omdat er geen dwingende noodzaak bestaat voor de – kostbare – wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. Daarom zal de griffier ervoor zorgen dat deze beschikking wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht, zodat ook de door de vereffenaar voorgestelde publicatie in de Staatscourant achterwege kan blijven.
15.
De griffier zal zorgen voor inschrijving van deze beslissing in het boedelregister.
16.
De kantonrechter heeft afgezien van een mondelinge behandeling van deze kwestie, omdat er geen erfgenamen gerechtigd zijn tot deze nalatenschap, geen boedelnotaris betrokken is bij de afwikkeling daarvan en het verzoek is gedaan door de vereffenaar.

De beslissing

De kantonrechter:
Beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van
Paulina Maria Frie, geboren te Amsterdam op 1 augustus 1929, overleden te Alkmaar op 10 september 2012.
Stelt het bedrag van de gemaakte vereffeningkosten (waaronder het loon van de vereffenaar) vast op een bedrag van € 8.719,04 exclusief btw en brengt dat ten laste van de boedel.
Verstaat dat deze beschikking wordt bekendgemaakt door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken en ontheft de vereffenaar van de wettelijke publicatieplicht.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M. van der Linde, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 6 oktober 2014 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter