ECLI:NL:RBNHO:2014:9376

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 oktober 2014
Publicatiedatum
9 oktober 2014
Zaaknummer
14-003123
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen gedragsaanwijzing voor lid motorclub in Alkmaar

Op 17 september 2014 heeft klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G. Kaaij, beroep ingesteld tegen een gedragsaanwijzing die op 3 september 2014 door de officier van justitie was opgelegd. Deze gedragsaanwijzing, gebaseerd op artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering, verbood klager om van donderdagavond tot en met zondagavond in het centrum van Alkmaar te komen. De rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, heeft de mondelinge behandeling van het beroep op 6 oktober 2014 gehouden, waarbij klager niet aanwezig was, maar zijn advocaat en de officier van justitie wel. Tijdens de zitting bleek dat het Openbaar Ministerie niet in staat was geweest om het dossier aan de rechtbank te overleggen, waardoor de rechtbank alleen beschikte over de gedragsaanwijzing en het beroepschrift.

De rechtbank heeft de inhoudelijke beoordeling van de zaak uitgevoerd, waarbij naar voren kwam dat klager op 3 september 2014 was voorgeleid aan de rechter-commissaris. De officier van justitie had een vordering ingesteld op basis van bedreigingen die klager zou hebben geuit, maar de rechter-commissaris had de vordering tot bewaring afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gedragsaanwijzing niet gerechtvaardigd was, omdat er geen bewijs was van een verstoring van de openbare orde of een vrees voor herhaling van strafbare feiten. De rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was en heeft de gedragsaanwijzing opgeheven.

De uitspraak werd gedaan door mr. L.J. Saarloos in aanwezigheid van griffier mr. M. van Randeraat en werd openbaar uitgesproken op 9 oktober 2014. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak staat gepland op 19 november 2014, maar de rechtbank heeft in deze beschikking de gedragsaanwijzing met onmiddellijke ingang opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: 14-003123
Parketnummer: 15/800464-14
Uitspraakdatum: 9 oktober 2014
Beschikking(art. 509hh Wetboek van Strafvordering)

1.Ontstaan en loop van de procedure

Op 17 september 2014 is op de griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, ingekomen een door mr. R.J. Pardijs ingediend beroepschrift ex artikel 509hh Sv van
[klager] ,klager,
geboren op[geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].
Bij schriftelijke beslissing van 3 september 2014 heeft de officier van justitie ingevolge artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering (Sv) een gedragsaanwijzing gegeven aan klager.
Bij beroepschrift van 17 september 2014 is klager in beroep gekomen tegen de hem opgelegde gedragsaanwijzing.
De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het beroepschrift bepaald op 6 oktober 2014. Klager is tijdens de mondelinge behandeling niet verschenen. Wel was zijn advocaat mr. G. Kaaij aanwezig. Ook de officier van justitie was aanwezig.
Het openbaar ministerie is in de week voorafgaande aan de mondelinge behandeling niet in staat gebleken om het onderliggende dossier aan de rechtbank te doen toekomen. De rechtbank beschikte daarom tijdens de mondelinge behandeling slechts over voormelde gedragsaanwijzing en het beroepschrift.

2.Inhoudelijke beoordeling

Ter zitting is duidelijk geworden dat verdachte op 3 september 2014 is voorgeleid aan de rechter-commissaris. De door de officier van justitie ingestelde vordering berustte op de beschuldiging dat verdachte bedreigingen zou hebben geuit. De rechter-commissaris achtte wel ernstige bezwaren aanwezig, maar heeft de vordering tot bewaring afgewezen op grond van artikel 67a lid 3 Sv. Het beroep van de officier van justitie tegen deze beslissing is door de rechtbank ongegrond verklaard.
Vervolgens heeft de officier van justitie de gedragsaanwijzing gegeven, die – zakelijk weergegeven – inhoudt dat verdachte vanaf donderdagavond tot en met zondagavond niet in het centrum van Alkmaar mag komen. Deze aanwijzing is gegrond op artikel 509hh lid 1, onder a. Het zou gaan om een verdenking van een strafbaar feit waardoor de openbare orde, gelet op de aard van het strafbare feit of de samenhang met andere strafbare feiten, dan wel de wijze waarop het strafbare feit is gepleegd, ernstig is verstoord, en waarbij grote vrees voor herhaling bestaat.
Ter zitting bleek dat het hier zou gaan om bedreigingen die door verdachte tegen een lid van een rivaliserende motorclub zouden zijn geuit. Van deze bedreigingen is geen aangifte gedaan. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak staat gepland op 19 november 2014.
Het strafbare feit “bedreiging” levert op zichzelf echter geen grond op om aan te nemen dat sprake zou zijn van een
ernstigeordeverstoring. Dat zou anders kunnen zijn als er sprake zou zijn van samenhang met andere strafbare feiten. Bij het ontbreken van het onderliggend dossier is daarvan in deze zaak echter niet gebleken. Datzelfde geldt voor de vraag waarom er sprake zou zijn van een
grotevrees voor herhaling.
Het beroep van verdachte is daarom gegrond.

3.Beslissing

De rechtbank:
  • Verklaart het beroep gegrond
  • Heft met onmiddellijke ingang de op 3 september 2014 gegeven gedragsaanwijzing op.

4.Samenstelling enkelvoudige kamer en uitspraakdatum

Deze beschikking is gegeven door:
mr. L.J. Saarloos, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2014.