Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De uitgangspunten
“(…)Artikel 4 Arbeidsovereenkomst met verkoperVerkoper heeft zich bereid verklaard op de peildatum in dienst te treden bij koper in de functie van chauffeur-machinist voor een periode die tenminste loopt tot vijf jaar na de peildatum.Koper zal met verkoper een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaan met een looptijd van 5 jaar met als aanvangsdatum de peildatum, zonder de mogelijkheid voor koper/werkgever deze arbeidsovereenkomst tussentijds op te zeggen en wel voor tenminste 20 uur per week waarbij een maandloon is overeengekomen gebaseerd op functieschaal F7 uit de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Beroepsgoederenvervoer (thans € 2.674,54 per maand op fulltime basis) en waarop de normale CAO verhogingen voor het Beroepsgoederenvervoer van toepassing is. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zal gelijktijdig met de koopovereenkomst worden getekend. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege per 13 september 2017. Hierna wordt de arbeidsovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.(…)”
31 maart 2014 geschorst.
“(…)De afspraken dienen te worden bezien in het licht van de volgende feiten en omstandigheden:1. Cliënt zag zich als gevolg van een chronische ziekte genoodzaakt om zijn onderneming aan u te verkopen;2. De koopprijs is bepaald op basis van de afspraak dat cliënt tenminste vijf jaar bij u werkzaam zou zijn en tenminste vijf jaar een inkomen zou kunnen genereren;3. U heeft niet de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst gedurende de vijf jaar tussentijds op te zeggen met als doel het inkomen veilig te stellen;4. De kansen van cliënt om een andere baan te vinden zijn gelet op zijn chronische ziekte zeer gering.(…)”
“Wij willen je melden dat er spraken is van werkweigering. U heeft een contract van 20 uur en er staat nergens in dit contract dat U maar 4 uur per dag werkt. Wij komen direct de veegwagen halen en hebben nu chauffeur in moeten huren die jou werk afmaakt.”
“Zojuist is er een escalatie geweest over het niet meegeven van onze veegwagen. Jij kan niet zelf beslissen dat je bijna 2 uur naar bed gaat en dan je werk hervat. Alles gaat in overleg met Mij. Ik ga mijn best doen op zondagavond te melden wanneer je je 20 uur die week moet werken, maar zoals je zelf weet kan planning wel eens schuiven. (...)”
“(…)Op dit moment is werknemer niet toegenomen arbeidsongeschikt (meer) door ziekte of gebrek, hij zou 4 uur per dag, 20 uur per week kunnen en willen werken.WEL is sprake van een reeds eerder bestaande verminderde belastbaarheid om medische redenen, niet samenhangend met het conflict, waardoor hij maar 4 uur per dag en 20 uur per week kan werken (stukken daarover ingezien).Ik adviseer dringend een (exit) mediation.(…)”
“(…)In reactie op dit oordeel heeft u aan de arbo arts medegedeeld dat in de arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat u van cliënt kan verlangen ook andere werkzaamheden te verrichten dan die welke tot een normale uitoefening van de functie behoren.Uw mededeling is op zich juist. Evenwel wordt eveneens in de arbeidsovereenkomst bepaald dat de andere werkzaamheden alleen kunnen worden verlangd, indien deze redelijkerwijs van cliënt gevergd kunnen worden.Bovendien gaat u eraan voorbij dat het niet mogelijk is om de functie van cliënt volledig uit te hollen en/of te wijzigen. Zoals weergegeven, bekleedt cliënt de functie van chauffeur c.q. machinist. Cliënt dient in de gelegenheid te worden gesteld om deze functie uit te oefenen. Uiteraard is cliënt bereid om (tijdelijk) bijkomende andere werkzaamheden te verrichten (voor zover dit van hem kan worden gevergd en/of voor zover hij daartoe medisch in staat is).(…) Cliënt verzoekt u om uiterlijk hedenmiddag te 16.00 uur aan te geven welke (andere) werkzaamheden hij volgende week zal dienen te verrichten. Overigens dringt cliënt er in het kader van de werkrelatie nogmaals op aan om een mediator in te schakelen.Tot slot begreep ik van cliënt dat u het loon nog niet heeft betaald. (…)(…)”
“Namens cliënte kan ik u meedelen dat zij na ampele overwegingen heeft besloten uw cliënt nog een laatste kans te geven. (…)(…) Uw cliënt dient zich dan ook weer op het werk te melden op donderdag 22 oktober 2015 om 9.00 uur.(…)”
22 oktober 2015 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Vanmorgen heeft cliënt zich om 9.00 uur op het werk gemeld. Vervolgens heeft cliënt tot 12.30 uur een veegmachine moeten schoonmaken, terwijl zijn collega’s op veegmachines veegwerkzaamheden konden verrichten. Gelet op de beperkingen van cliënt begrijp ik deze werkverdeling niet. Graag uw toelichting.(…)”
3.De vordering
A. [de werkgever] gebiedt om [de werknemer] binnen 24 uur na betekening van het vonnis toe te laten
tot zijn werkzaamheden behorende bij de functie van chauffeur/machinist (zijnde het
vegen met een veegmachine), gedurende 5 dagen per week, 4 uur per dag, op de
tijdstippen van 7.30 uur tot 12.00 uur, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 ten
faveure van [de werknemer] voor iedere dag of dagdeel dag [de werkgever] in gebreke blijft aan dit
gebod te voldoen;
B. [de werkgever] veroordeelt tot betaling van loon van € 1.364,11 bruto per maand, te
vermeerderen met de vakantietoeslag vanaf 16 september 2015 tot de dag dat de
arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
C. [de werkgever] veroordeelt tot betaling van de wettelijke verhoging over het loon zoals
omschreven onder B, voor zover dit loon niet wordt voldaan uiterlijk de derde werkdag
na afloop van iedere kalendermaand;
D. [de werkgever] veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over het gevorderde onder B
en C, voor zover het loon en de wettelijke verhoging niet wordt voldaan op uiterlijk de
laatste dag van iedere kalendermaand respectievelijk uiterlijk de laatste werkdag na
afloop van iedere kalendermaand;
E. [de werkgever] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 5.611,38;
F. [de werkgever] veroordeelt in de proceskosten, alsmede de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
20 % van de tijd besteedde aan het bezoeken van klanten. Aanvankelijk fluctueerden volgens [de werknemer] zijn werktijden, omdat sprake was van een overgangsperiode na de overdracht van de onderneming en de drukke herfstperiode. Daarna was zijn begintijd 7.00/7.30 uur en werkte [de werknemer] vier uur per dag. Verder heeft [de werknemer] verklaard dat tussen [de werkgever] en hem wel sprake was van spanning, maar dat hij daarvan weinig last had, omdat hij op de veegmachine zat.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is slechts toewijsbaar, indien deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt en de omvang daarvan eveneens redelijk is. De vordering van [de werknemer] gaat het in het Rapport Voorwerk II gehanteerde forfaitaire tarief, dat in zijn algemeenheid redelijk wordt geacht, in ruime mate te boven.
Uit de stellingen van [de werknemer] kan worden afgeleid dat hij duidelijk meer buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt dan in dit tarief is besloten. [de werknemer] heeft zijn kosten onderbouwd met facturen van zijn gemachtigde. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat de door [de werknemer] gemaakte kosten als redelijk moeten worden aangemerkt. Zoals eerder vermeld heeft de gemachtigde van [de werknemer] vanaf april/mei 2014 naar aanleiding van de handelwijze van [de werkgever] werkzaamheden verricht. De handelwijze van [de werkgever] acht de kantonrechter in strijd met goed werkgeverschap. [de werknemer] is diverse keren zonder goede reden op non-actief gesteld, zonder goede reden zijn aan hem andere belastende werkzaamheden op belastende tijdstippen opgedragen, waarbij geen rekening is gehouden met de beperkingen van [de werknemer] . Tot slot is ten onrechte drie maal het salaris van [de werknemer] niet (tijdig) betaald. De vordering van [de werknemer] zal dan ook worden toegewezen.
6.De beslissing in kort geding
€ 5.611,38;