Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser]
[eiseres],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland werd behandeld, hebben eisers, wonende te Tuitjenhorn, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, wonende te Warmenhuizen, met als doel de nakoming van een koopovereenkomst te vorderen. De koopovereenkomst betrof een woning die door eisers te koop was aangeboden. De gedaagden hebben de overeenkomst echter buitengerechtelijk ontbonden, omdat zij van mening waren dat eisers hun mededelingsplicht hadden geschonden door geen melding te maken van de komst van een nieuwe weg, de Middenroute, die de woon- en leefomgeving zou beïnvloeden.
Tijdens de zitting op 17 november 2015 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Eisers stelden dat er een onvoorwaardelijke koopovereenkomst was gesloten en dat er geen sprake was van non-conformiteit of wilsgebrek. Gedaagden voerden aan dat zij de overeenkomst niet zouden hebben gesloten als zij op de hoogte waren geweest van de Middenroute. De voorzieningenrechter oordeelde dat voor toewijzing van de vordering van eisers voldoende aannemelijk moet zijn dat deze in een bodemprocedure zal worden toegewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de komst van de Middenroute een omstandigheid is die de woon- en leefomgeving van gedaagden raakt en dat eisers, die op de hoogte waren van deze ontwikkeling, hun mededelingsplicht hadden moeten nakomen. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat gedaagden vóór het sluiten van de koopovereenkomst op de hoogte waren van de Middenroute. Gezien de onzekerheid over de mededelingsplicht van eisers en de vraag of gedaagden voldoende onderzoek hadden gedaan, werd de vordering van eisers afgewezen. Eisers werden veroordeeld in de proceskosten.