Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.Het standpunt van verzoekster
“Uit de omstandigheid dat u mij ten aanzien van de aantekeningen van de tegenpartij niet liet uitspreken, en u dat ook nu doet, en u vervolgens aangaf ambtshalve op de hoogte te zijn van de strenge regels die Schiphol jegens haar concessiehouders hanteert, waarbij ik aangaf dat het niet geloofwaardig is dat Schiphol regels stelt ten aanzien van werknemers van concessiehouders, en de kantonrechter daarover vervolgens met mij in discussie ging, heb ik de conclusie getrokken dat de kantonrechter haar oordeel al klaar had en vooringenomen was. Deze wraking geldt ook voor de ontbindingsprocedure (zaaknummer: 4100354)”.
3.De beoordeling
“De kantonrechter gelast partijen (...) te verschijnen op voormelde terechtzitting, voor het verstrekken van inlichtingen (...).De kantonrechter kan het betoog van partijen dus onderbreken voor het stellen van een vraag of het maken van een opmerking, zoals zij dat bij mr. Drubbel heeft gedaan. Van belang is daarbij dat de kantonrechter het betoog slechts heeft onderbroken en mr. Drubbel niet het woord heeft ontnomen. Er is geen reden voor twijfel aan de stelling van de kantonrechter dat zij mr. Drubbel na haar interruptie in de gelegenheid zou hebben gesteld om zijn betoog te vervolgen en ook de overige punten van zijn (pleit)aantekeningen aan de orde te stellen.