Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Indien een werknemer binnen een bedrijf een functie aanvaardt waaraan een lager loon is verbonden, kan het loon in vier termijnen van zes maanden met gelijke bedragen worden aangepast, zodat de werknemer na twee jaar het loon ontvangt dat behoort bij de nieuwe functie”.
“Uitgangspunt is dat zij beloond worden met het maximale bedrag in de juiste schaal. Hierbij zal het verschil tussen de huidige beloning en de nieuwe beloning volgens een ruime afbouwregeling worden verrekend. Hiervoor trekken wij een periode van 2 jaar uit. Hierbij zal de beloning iedere maand met een vast gedeelte gereduceerd worden. Dit gaat in op 1 juli 2013. Er wordt een marge ingesteld van 200 euro. Dit betekent dat het gedeelte van het salaris dat boven het hoogste bedrag in de betreffende salarisgroep uitkomt wordt bevroren met een maximum van 200 euro. Dit betekent dat het salaris niet meer stijgt totdat het weer in de pas loopt met de salarisschaal.”
“Dit heeft voor jou geen financiële gevolgen omdat het hogere salarisbedrag wordt verrekend met de persoonlijke toeslag. Wel is het zo dat de opbouw van je vakantiegeld iets hoger zal zijn omdat er over je bruto salaris vakantiegeld wordt opgebouwd en over de persoonlijke toeslag niet.”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
“dat de lengte van het dienstverband, gedurende welke de betreffende werknemer promotie heeft gemaakt, ervaring heeft opgedaan en zich heeft bewezen niet van invloed is op de functie-indeling. Dat de werkzaamheden hetzelfde zijn gebleven en zelfs zijn toegenomen, waarbij werknemer door zijn inzet gedurende de jaren is bevorderd tot functiegroep D2 is in beginsel niet van invloed op de functie-indeling.”