Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Ontstaan en loop van de procedure
9 september 2015bij veroordeelde celmateriaal is afgenomen.
2.Standpunten
- verwerking van zijn DNA-profiel – gelet op de omstandigheden – in redelijkheid niet van betekenis zou kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten;
- verwerking van zijn DNA-profiel onder deze omstandigheden zelfs disproportioneel zou zijn;
- er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals blijkt uit het raadsrapport en uit de opgelegde bestraffing. Veroordeelde was 14 jaar en 2 maanden op de pleegdatum. Hij heeft een busje pepperspray aan een andere jongen gegeven die dat heeft gebruikt bij de beroving van een vrouw. Veroordeelde wist niet dat de pepperspray daarvoor gebruikt zou worden;
- de zaak buiten de kinderrechter om had kunnen worden afgedaan;
- bij volwassenenstrafrecht vaker wordt uitgegaan van geldboetes in plaats van een onvoorwaardelijke werkstraf, zodat dan geen sprake zou zijn geweest van bevel afname DNA;
- de kans op recidive laag is op grond van raadsrapport;
- het van belang is dat veroordeelde niet onnodig gecriminaliseerd wordt.
3.Beoordeling
iedere veroordeeldeals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet celmateriaal wordt afgenomen. De officier van justitie is
verplichteen daartoe strekkend bevel te geven,
tenzijzich één van de in het eerste lid genoemde - en beperkt uit te leggen - uitzonderingen voordoet.