ECLI:NL:RBNHO:2015:1271
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling zorgregeling en toevertrouwing minderjarigen in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2015 uitspraak gedaan in een procedure tot voorlopige voorzieningen tussen een man en een vrouw, die in Zweden met elkaar gehuwd zijn en twee zonen hebben. De man heeft op 29 oktober 2014 een echtscheidingsverzoek ingediend. De man verzocht de rechtbank om de minderjarigen aan hem toe te vertrouwen, terwijl de vrouw verweer voerde en zelf om toevertrouwing vroeg. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de psychische gesteldheid van de vrouw, die door de man en derden zijn geuit. Tijdens de zitting is gebleken dat de minderjarigen veel last hebben van de huidige situatie, waarin beide ouders in de echtelijke woning verblijven en regelmatig ruzie maken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is dat zij aan de man worden toevertrouwd.
Daarnaast heeft de man verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, wat de rechtbank heeft toegewezen, onder gelijktijdige afwijzing van het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft ook de verzoeken om een zorgregeling afgewezen, omdat de minderjarigen eerst rust moeten ervaren voordat er een zorgregeling kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft de vrouw geadviseerd om hulp te zoeken voor haar psychische problemen en heeft geen aanleiding gezien om de Raad voor de Kinderbescherming in te schakelen voordat er duidelijkheid is over de situatie van de vrouw. De beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, rechter, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2015.