ECLI:NL:RBNHO:2015:1390
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming bij huurachterstand met buitengerechtelijke incassokosten
In deze zaak heeft de stichting Woonwaard Noord-Kennemerland (hierna: Woonwaard) een vordering ingesteld tegen een huurder wegens huurachterstand. De vordering is ingediend bij dagvaarding op 5 september 2014. De kantonrechter heeft op 4 februari 2015 uitspraak gedaan. Woonwaard vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van achterstallige huurpenningen en bijkomende kosten. De huurder heeft de hoogte van de huurachterstand van € 3.804,52 niet betwist, maar voerde verweer tegen de ontbinding van de huurovereenkomst, stellende dat Woonwaard haar vordering onvoldoende had onderbouwd en dat ontbinding onevenredig in zijn belangen zou schaden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand rechtvaardigt dat de vorderingen tot ontbinding en ontruiming worden toegewezen. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat Woonwaard recht heeft op buitengerechtelijke incassokosten van € 427,38, maar dat deze kosten alleen toegewezen kunnen worden als de huurder voorafgaand aan de dagvaarding op de hoogte was gesteld van deze kosten. Aangezien Woonwaard niet kon aantonen dat de huurder tijdig was geïnformeerd, werd slechts een bedrag van € 164,21 aan incassokosten toegewezen. De huurder werd veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter W.A. Swildens en is openbaar uitgesproken op 4 februari 2015.