Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Vonnis in kort geding
[naam], wonende te [Plaats]
de besloten vennootschap De Toekomst Schilderwerken B.V., gevestigd en
Het procesverloop
De uitgangspunten
Het geschil
De beoordeling
nietin staat is tot het verrichten van zijn werk wegens ziekte of gebrek. [werknemer] heeft dan ook helemaal geen second opinion nodig. Indien De Toekomst het oordeel van de eigen bedrijfsarts in twijfel trekt, is het aan de Toekomst om daarvoor een medische onderbouwing te verkrijgen. Daarvoor heeft de wetgever de second opinion procedure ook opengesteld voor de werkgever die twijfelt aan een oordeel van de eigen bedrijfsarts. Dat De Toekomst dit oordeel niet heeft gevraagd omdat zij geen vertrouwen heeft in het UWV en liever een eigen deskundige wil inschakelen doet aan dit alles niet af. [werknemer] hoeft niet mee te werken aan een onderzoek naar zijn ongeschiktheid door een andere arts dan die door de wetgever voorgeschreven. De kantonrechter zal in het kader van deze procedure dan ook vooralsnog uitgaan van voortdurende arbeidsongeschiktheid van [werknemer]. Dat [X] zelf [werknemer] niet ziek vindt, acht de kantonrechter irrelevant nu [X] oordeel geen enkele medische status heeft.
De beslissing in kort geding
21 januari 2015.