Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[naam gedaagde], wonende te [adres]
1.Het tussenvonnis
2.Het verdere procesverloop
3.De vaststaande feiten
“Uiterste opnamedatum 01 oktober 2008
4.De geschillen
€ 880,92
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 februari 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap TDG en mevrouw [A]. De kern van het geschil betreft de vraag of de gevolgen van een eventuele dwaling, onrechtmatig handelen of wanprestatie bij het aangaan van de koopovereenkomst door de heer [X] in privé kunnen worden afgewenteld op TDG B.V., waarvan hij directeur is. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet mogelijk is, omdat er sprake is van twee afzonderlijke overeenkomsten. De leningsovereenkomst tussen TDG en [A] staat los van de koopovereenkomst van de onderneming Het Pandhuis Alkmaar, waarbij TDG niet betrokken was. De rechtbank heeft vastgesteld dat [A] onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die rechtvaardigen dat de gevolgen van de koopovereenkomst aan TDG kunnen worden toegerekend.
De rechtbank heeft de vordering van TDG tot betaling van € 24.999,-- door [A] toegewezen, vermeerderd met rente. De vordering van [A] in reconventie, die gericht was op vernietiging van de leningsovereenkomst, is afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van [A]. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de proceskosten in reconventie zijn vastgesteld op nihil, gezien de nauwe samenhang met de conventionele vordering.
De uitspraak benadrukt het belang van de scheiding tussen persoonlijke aansprakelijkheid van een directeur en de aansprakelijkheid van de vennootschap, en bevestigt dat een directeur niet zomaar de gevolgen van zijn privéhandelingen kan afschuiven op de vennootschap.