Uitspraak
[gedaagde4] H.O.D.N. [gedaagde4] ONROEREND GOED,
- de dagvaarding;
- de brief van 26 maart 2015 met producties van de zijde van Biggym c.s.;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van Biggym c.s.
2.[gedaagde4]:
[gedaagde4] te veroordelen om vanaf 1 april 2015, althans vanaf een door de voorzieningenrechter te bepalen datum, de tussen [gedaagde4] en Basic-Fit bestaande huurovereenkomst na te komen en Basic-Fit vanaf 1 april 2015 het ongestoord genot te verschaffen van de bedrijfsruimte staande en gelegen te [adres3];
3.Biggym c.s. en [gedaagde4]:
Biggym c.s. en [gedaagde4] hoofdelijk, des dat betaling door de één de ander bevrijdt, te veroordelen in de proceskosten vallend op deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de tiende dag dat Biggym c.s. en/of [gedaagde4] na betekening van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis, in gebreke blijven met betaling van de in het vonnis vastgestelde proceskostenveroordeling, tot de dag der algehele voldoening toe.”
Van Oosterom/Baas),
NJ2006, 33). Van onrechtmatigheid is pas sprake als de aangesproken partij weet of behoort te weten dat zijn wederpartij door het sluiten van de desbetreffende overeenkomst wanprestatie pleegt jegens een derde, en bovendien sprake is van bijkomende omstandigheden. In r.o. 4.4. is reeds overwogen dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat Biggym c.s. te kwader trouw is. Reeds daarom kan niet worden geconcludeerd dat sprake is van onrechtmatig handelen. Overigens overtuigen ook de door Basic Fit aangevoerde omstandigheden niet. Basic Fit wijst immers op de concurrentie die haar “buurman” haar aandoet, maar zij maakt niet duidelijk waarom dat zou bijdragen aan het oordeel dat sprake is van onrechtmatig handelen. Ook het argument dat Biggym c.s. willens en wetens de huurovereenkomst tussen Basic Fit en [gedaagde4] heeft geblokkeerd gaat, gelet op hetgeen is overwogen in r.o. 4.4. niet op. De op onrechtmatige daad gebaseerde vorderingen dienen derhalve te worden afgewezen.
816,00
€ 282,00