ECLI:NL:RBNHO:2015:4356

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 maart 2015
Publicatiedatum
28 mei 2015
Zaaknummer
15/800064-14, 15/800579-14 (ttz. gev.) en 15/700363-14 (ttz. gev.)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere gewapende overvallen en afpersingen

In deze strafzaak is de verdachte veroordeeld voor het plegen van meerdere gewapende overvallen en afpersingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij vijf overvallen die plaatsvonden tussen 2 januari 2012 en 27 januari 2014. De overvallen betroffen zowel woningen als een café, waarbij geweld en bedreiging met vuurwapens zijn gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten wegens gebrek aan bewijs, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de overvallen op de woningen in Medemblik en Wieringerwerf, alsook de overval op het café. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, het gebruik van geweld en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers, die als gevolg van de overvallen psychische en materiële schade hebben geleden. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld en toegewezen waar mogelijk, en heeft de verdachte verplicht tot betaling van schadevergoedingen aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 15/800064-14, 15/800579-14 (ttz. gev.) en 15/700363-14 (ttz. gev.) (P)
Uitspraakdatum: 6 maart 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 19 februari 2015 en 20 februari 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [plaats].
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.F. van Kooij en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. I.A. Groenendijk, advocaat te 's-Gravenhage, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
Parketnummer 15/800064-14
Feit 1:
hij op of omstreeks 27 januari 2014 te Medemblik, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 1]) heeft weggenomen een X-box spelcomputer en/of één of meer (bij de X-box behorende) controller(s) en/of één of meer X-box spel(len) en/of (een)sleutel(s) (met daaraan een sleutelhanger in de vorm van een vierkante kleine sleutel) en/of een DVD-speler (merk: Xiron en/of met USB-stick) en/of
een set (wit-gouden) manchetknopen en/of één of meerdere (oud) Nederlandse geldbiljet(ten) en/of (een) (oud) Nederlandse munt(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader
- naar voornoemde woning is/zijn gegaan en/of
- heeft/hebben gezegd: "Deze jongen kun je niet vertrouwen, je kan hem beter nu schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- 15 maal, althans meermalen, op/tegen het gezicht, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of
- een briefopener, althans een (scherp) voorwerp, ter hand heeft/hebben genomen en/of (vervolgens) de punt van die briefopener, althans de punt van dat (scherpe) voorwerp, tegen de hals en/of op/tegen de knie van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedrukt en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat zij/hij die [slachtoffer 1] wilde(n) steken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] probeerde van de bank op te staan) meermalen, althans éénmaal die [slachtoffer 1] terug heeft/hebben geduwd op de bank en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Als je dit wat hier vandaag gebeurd is tegen iemand verteld, maakt niet uit familie, vrienden of iemand waar jij geld van gaat lenen, als iemand er achter komt dan ben jij dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 2:
hij op of omstreeks 27 januari 2014 te Medemblik, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van van een (personen)auto en/of Euro 3.500,-, althans een geldbedrag, in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een mededader, althans alleen, naar de woning van die [slachtoffer 1] (gelegen aan de [adres 1]) is toegegaan, waarna hij, verdachte en/of zijn mededader,
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Ik wil mijn auto of geld. Die zilveren Golf. Je hebt met die andere jongen die auto gestolen. Dus jij weet waar die auto is. Ik wil nu die auto of geld. Ik wil binnen 24 uur Euro 3.500,-. Anders kun je een kogel door je kop krijgen. Ik ga jagen tot ik je gevonden heb en dan schiet ik je drie keer door je hersenpan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- heeft/hebben gezegd: "Deze jongen kun je niet vertrouwen, je kan hem beter nu schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- 15 maal, althans meermalen, op/tegen het gezicht, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of
- een briefopener, althans een (scherp) voorwerp, ter hand heeft/hebben genomen en/of (vervolgens) de punt van die briefopener, althans de punt van dat (scherpe) voorwerp, tegen de hals en/of op/tegen de knie van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedrukt en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat zij/hij die [slachtoffer 1] wilde(n) steken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( nadat zij/hij aan die [slachtoffer 1] had(den) gevraagd hoe hij aan geld dacht te komen) die [slachtoffer 1] heeft/hebben gesommeerd/opgedragen om zijn baas [naam] op te bellen teneinde om geld te vragen en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben opgedragen/gesommeerd zijn telefoonnummer ([slachtoffer 1]) op een papiertje te schrijven en/of die vervolgens aan hen/hem, verdachte en/of zijn mededader te overhandigen en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] probeerde van de bank op te staan) meermalen, althans éénmaal die [slachtoffer 1] terug heeft/hebben geduwd op de bank;
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Als je dit wat hier vandaag gebeurd is tegen iemand verteld, maakt niet uit familie, vrienden of iemand waar jij geld van gaat lenen, als iemand er achter komt dan ben jij dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 3:
hij op of omstreeks 16 juli 2012 te Medemblik tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Euro 450,-, althans een geldbedrag en/of sleutels van gokkasten en/of sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [cafe] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s),
- met (een) bivakmuts(en) en/of (een) doek(en) voor zijn/hun gezicht(en) (teneinde herkenning te voorkomen) en/of met één of meer pisto(o)l(en), althans met één of meer op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) in zijn/hun hand(en) voornoemd café is/zijn binnengelopen en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, dit is een overval" en/of "Geef me geld" en/of "Waar is het geld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 5] en/of op die [slachtoffer 4] en/of op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of
- ( vervolgens) dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben doorgeladen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat hij/zij moest(en) gaan liggen en/of
- die [slachtoffer 4] heeft/hebben vastgepakt en/of die [slachtoffer 4] van een barkruk heeft/hebben getrokken en/of
- tegen de rug en/of tegen het (rechter)been van die [slachtoffer 5] heeft/hebben getrapt/geschopt en/of (vervolgens) die [slachtoffer 5] een duw/zet heeft /hebben gegeven (waardoor die [slachtoffer 5] volledig op de grond kwam te liggen en/of
- een duw tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gegeven en/of (vervolgens) met een pistool, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebben geslagen en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd: "Kassa. Open die kassa. Dit is niet alles", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd: "Smoel houden", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, meermalen, althans éénmaal heeft/hebben doorgeladen en/of (vervolgens) dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd: "Schiet op, schiet op. Je speelt met levens" en/of "Speel niet met je leven, geef alles wat je hebt", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen de kluis te openen en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd: "Maak open, maak open. Ik wil al het geld", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking;
Feit 4:
hij op of omstreeks 16 juli 2012 te Medemblik, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [slachtoffer 2] en/of [cafe], te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft/is hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- met (een) bivakmuts(en) en/of (een) doek(en) voor zijn/hun gezicht(en) (teneinde herkenning te voorkomen) en/of met één of meer pisto(o)l(en), althans met één of meer op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) in zijn/hun hand(en) voornoemd café binnengelopen en/of
- geroepen/gezegd: "Dit is een overval, dit is een overval" en/of "Geef me geld" en/of "Waar is het geld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 5] en/of op die [slachtoffer 4] en/of op die [slachtoffer 3] gericht en/of
- ( vervolgens) dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp doorgeladen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] geschreeuwd/gezegd dat hij/zij moest(en) gaan liggen en/of
- die [slachtoffer 4] vastgepakt en/of die [slachtoffer 4] van een barkruk getrokken en/of
- tegen de rug en/of tegen het (rechter)been van die [slachtoffer 5] getrapt/geschopt en/of (vervolgens) die [slachtoffer 5] een duw/zet gegeven (waardoor die [slachtoffer 5] volledig op de grond kwam te liggen en/of
- een duw tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] gegeven en/of (vervolgens) met een pistool, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] geslagen en/of
- tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd/gezegd: "Kassa. Open die kassa. Dit is niet alles", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer 5] geschreeuwd/gezegd: "Smoel houden", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] gericht en/of dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, meermalen, althans éénmaal doorgeladen en/of (vervolgens) dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van die [slachtoffer 2] gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd/gezegd: "Schiet op, schiet op. Je speelt met levens" en/of "Speel niet met je leven, geef alles wat je hebt", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] gedwongen de kluis te openen en/of
- tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd/gezegd: "Maak open, maak open. Ik wil al het geld", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking;
Parketnummer 15/700363-14
hij op of omstreeks 12 januari 2012 te Medemblik, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goed(eren), althans datgene wat van zijn/hun gading zou blijken te zijn, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of [Steakhouse Pizzeria] (gevestigd aan de [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 6] heeft/hebben gepoogd te dwingen tot de afgifte van geld en/of van goed(eren), althans van datgene wat van zijn/hun gading zou blijken te zijn, in elk geval van enig goed, daartoe tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, ededader(s), althans alleen, naar [Steakhouse Pizzeria] is/zijn gegaan, waarna hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- met (een) bedekt(e) gezicht(en) en/of (een) pet(ten) op zijn/hun hoofd(en) en met een pistool, althans met een op vuurwapen gelijkend voorwerp, voornoemd [Steakhouse Pizzeria] is/zijn binnen gerend en/of (vervolgens) op die [slachtoffer 6] is/zijn afgerend/afgelopen en/of
- tegen die [slachtoffer 6] heeft/hebben geroepen: "Overval, geld, kassa", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- voornoemd pistool, althans voornoemd op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 6] heeft/hebben gericht en/of
- een (glazen) kaarsenhouder, althans een (glazen) voorwerp, in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 6] heeft/hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 15/800579-14
Feit 1
(voorheen parketnummer: 14/810439-14) hij op of omstreeks 02 januari 2012 in de gemeente Medemblik, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in of uit een woning (gelegen aan de [adres 3], aldaar) heeft weggenomen drie, althans één of meerdere (gouden) armband(en) en/of een (DECT-)telefoon, in elk geval één of meer goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8],in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit
- het richten en/of gericht houden van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) op die [slachtoffer 7] en/of
- het tonen van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 7] en/of die [slachtoffer 8] en/of
- het (met kracht) (bij de keel/hals) vastpakken en/of vasthouden van die [slachtoffer 8] en/of
- het (telkens) (met kracht) duwen en/of plaatsen van een voet op de rug van die [slachtoffer 8];
Feit 2
(voorheen parketnummer: 14/810439-14) hij op of omstreeks 02 januari 2012 te Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in of uit een woning (gelegen aan de [adres 4], aldaar) heeft weggenomen een of twee mobiele telefoon(s) en/of een of meerdere ring(en) en/of een armband en/of (andere) sieraden en/of een horloge en/of een autosleutel en/of een portemonnee, inhoudende (ongeveer) honderdvijftig euro en/of een of twee bankpas(sen), in elk geval een of meerdere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] heeft gedwongen tot de afgifte van een of twee mobiele telefoon(s) en/of een of meerdere ring(en) en/of een armband en/of (andere) sieraden en/of een horloge en/of een autosleutel en/of een portemonnee, inhoudende (ongeveer) honderdvijftig euro en/of een of twee bankpas(sen), in elk geval een of meerdere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit
- het met een (stoep)tegel ingooien van een raam van genoemde woning en/of
- het tonen van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of het plaatsen van dat/een mes/voorwerp tegen het lichaam van die [slachtoffer 9] en/of
- het drukken van een handdoek tegen het gezicht van die [slachtoffer 9] en/of
- het (onder dreiging van dat/een mes) meevoeren van die [slachtoffer 9] naar een bovenverdieping van genoemde woning en/of
- het op de knieën dwingen van die [slachtoffer 9] en/of
- het richten en/of gericht houden van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) op die [slachtoffer 10] en/of
- het (met kracht) slaan en/of prikken (met dat vuurwapen/voorwerp) tegen/op het hoofd en/of de borst en/of de schouder van die [slachtoffer 10] en/of
- het (met kracht) in de rug en/of tegen de heup trappen van die [slachtoffer 10] en/of
- het tegen die [slachtoffer 9] zeggen dat haar man ([slachtoffer 10]) dood was;
-het dreigen dood te schieten van een hond van die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of het trappen tegen een bench (alwaar die/een hond [van die [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9]] inzat).

2.Voorvragen

2.1.
Beroep op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging
De raadsvrouw heeft een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie op grond van schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde bij de vervolgingsbeslissing, te weten het verbod van willekeur. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat de officier van justitie er geen blijk van heeft gegeven medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (verder) te willen vervolgen.
2.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging dient te worden verworpen. Daartoe heeft zij aangevoerd dat van willekeur bij de vervolgingsbeslissing geen sprake is geweest. Alle medeverdachten zijn op enig moment aangehouden. Een deel van de medeverdachten is door het Openbaar Ministerie in vrijheid gesteld, omdat er op dat moment onvoldoende bewijs lag om hen nog langer vast te houden. Medeverdachte [medeverdachte 1] is door de raadkamer van de rechtbank in vrijheid gesteld. Op enig moment kwam er in de zaak tegen verdachte meer bewijs, doordat een aantal getuigen belastende verklaringen aflegden. Het onderzoek is zich toen meer op verdachte gaan richten. De officier van justitie is echter nog steeds voornemens de medeverdachten verder te vervolgen, zodra er meer (nieuw) bewijs tegen hen ligt. Een dergelijke toezegging heeft de officier van justitie ook aan de verschillende slachtoffers gedaan.
2.3.
Oordeel van de rechtbank
In artikel 167, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is aan het Openbaar Ministerie de bevoegdheid toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek strafrechtelijke vervolging moet plaatsvinden. Deze beslissing leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen is plaats voor een niet-ontvankelijkheidverklaring van het Openbaar Ministerie op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met de beginselen van een goede procesorde, om de reden dat geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is in de onderhavige zaak van onverenigbaarheid van de beslissing van de officier van justitie tot verdere vervolging van verdachte met een goede procesorde geen sprake. Zoals de officier van justitie ter terechtzitting naar voren heeft gebracht, zijn de zaken tegen de medeverdachten niet geseponeerd. Reeds hierom kan niet worden geoordeeld dat de vervolgingsbeslissing van de officier, zoals door de verdediging aangevoerd, blijk geeft van willekeur. De rechtbank stelt vast dat het Openbaar Ministerie ook overigens ontvankelijk is in de vervolging.
De rechtbank heeft voorts vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.InleidingVerdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan vijf overvallen. De overvallen zijn gepleegd in de periode van 2 januari 2012 tot en met 27 januari 2014.

Het onderzoek naar verdachte is gestart met het onderzoek Kairos, de overval op de woning van [slachtoffer 1] (hierna ook: [slachtoffer 1]) gedateerd 27 januari 2014. Na verschillende verklaringen van getuigen is het onderzoek tegen verdachte uitgebreid met de onderzoeken Beilen (de overval op [cafe]) en Winsum (de overval op [Steakhouse Pizzeria]). Daarnaast bleken getuigen ook te verklaren over de reeds afgeronde onderzoeken Weiwerd en Hove, de onderzoeken naar de twee woningovervallen die op 2 januari 2012 plaatsvonden in Medemblik en Wieringerwerf.
De rechtbank dient te beoordelen of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan voornoemde overvallen.

4.Bewijs

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de ten laste gelegde overval op [Steakhouse Pizzeria]. Ten aanzien van de andere ten laste gelegde feiten heeft zij gerekwireerd tot bewezenverklaring. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van getuige [slachtoffer 4] voor het bewijs gebruikt kan worden. Zij gebruikt deze verklaring als bewijsmiddel voor de woningovervallen in Medemblik en Wieringerwerf. Naast die verklaring wijst de officier van justitie voor het bewijs dat verdachte deze overvallen heeft gepleegd op zendmastgegevens, het op een kennelijk in de Opel Corsa ([kenteken]) achtergelaten handschoen aangetroffen DNA van verdachte en de resultaten van het glasonderzoek.
Ten aanzien van de overval op [cafe] baseert de officier van justitie haar bewezenverklaring op de herkenning van verdachte door aangever [slachtoffer 3] en de getuigen die verklaren dat medeverdachte [medeverdachte 1] in de woning van [getuige 1] heeft verteld dat hij de overval samen met verdachte heeft gepleegd.
Voor de overval op [slachtoffer 1] stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de aangifte van [slachtoffer 1] betrouwbaar is, onder meer gelet op de verklaringen van getuigen [getuige 2] en [getuige 3]. Voorts is de officier van justitie van mening dat de aangifte voldoende wordt ondersteund door ander bewijs, zoals de in de woning aangetroffen schoenafdrukken, het in de jas van medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen briefje met het telefoonnummer van [slachtoffer 1] en de telefoongegevens van [slachtoffer 1].
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit van alle aan verdachte ten laste gelegde feiten. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van [slachtoffer 4] niet voor het bewijs gebruikt mag worden, nu [slachtoffer 4] zijn belastende verklaring tegenover de rechter-commissaris heeft ingetrokken. De rechtbank had [slachtoffer 4] daarom moeten horen als getuige. Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat de door [slachtoffer 4] afgelegde verklaring onvoldoende betrouwbaar is om voor het bewijs te worden gebruikt.
Ten aanzien van de afzonderlijke feiten heeft de raadsvrouw telkens bepleit dat het dossier hiervoor onvoldoende bewijs bevat en dat veel verklaringen van getuigen enkel geruchten en roddels inhouden, op grond waarvan een veroordeling niet zou mogen volgen.
4.3.
Oordeel van de rechtbank [1]
4.3.1.
Verklaring [slachtoffer 4]
I. [slachtoffer 4] alsnog horen als getuige?
Afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van de zaak en de omstandigheid of en in hoeverre het tenlastegelegde door de verdachte wordt ontkend, kunnen beginselen van een behoorlijke procesorde meebrengen dat het Openbaar Ministerie bepaalde personen als getuige ter terechtzitting dient op te roepen dan wel dat de rechter zodanige oproeping ambtshalve dient te bevelen, bij gebreke waarvan processen-verbaal voor zover inhoudende de door die personen in het opsporingsonderzoek afgelegde verklaringen niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd. Dit geldt in ieder geval indien een ambtsedig proces-verbaal inhoudende een in het opsporingsonderzoek afgelegde belastende verklaring van een persoon, het enige bewijsmiddel is waaruit verdachtes betrokkenheid bij het tenlastegelegde feit rechtstreeks kan volgen en die persoon nadien door een rechter is gehoord en ten overstaan van deze die verklaring heeft ingetrokken of een op essentiële punten ontlastende nadere verklaring heeft afgelegd, dan wel heeft geweigerd te verklaren omtrent de feiten en omstandigheden waarover hij eerder heeft verklaard.
[slachtoffer 4] heeft op 6 maart 2014 bij de politie een belastende verklaring afgelegd over verdachte. Op 16 oktober 2014 is [slachtoffer 4] als getuige gehoord door de rechter-commissaris. Op de vraag van de rechter-commissaris of [slachtoffer 4] tijdens het verhoor van 6 maart 2014 dingen heeft verzonnen of dat hij toen zaken heeft verteld die hij liever niet had willen vertellen, antwoordt hij als volgt. ‘Dat laatste. Ik heb geen dingen verzonnen of zo.’ De verklaring die [slachtoffer 4] heeft afgelegd bij de politie over de woningovervallen in Medemblik en Wieringerwerf komt grotendeels overeen met zijn verklaringen bij de rechter-commissaris.
De rechtbank is, nog los van de vraag of de verklaring van [slachtoffer 4] het enige bewijsmiddel is waaruit de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde feit rechtstreeks kan volgen, van oordeel dat getuige [slachtoffer 4] zijn belastende verklaring bij de rechter-commissaris niet heeft ingetrokken en dat hij evenmin op essentiële punten een nadere ontlastende verklaring heeft afgelegd. De rechtbank is dan ook niet gehouden [slachtoffer 4] als getuige ter terechtzitting te horen.
II. Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer 4]
De rechtbank gaat ervan uit, gelet op de inhoud van de door [slachtoffer 4] op 6 maart 2014 bij de politie afgelegde verklaring en hetgeen verbalisant [verbalisant] als getuige tegenover de rechter-commissaris heeft verklaard over de wijze waarop dit verhoor is verlopen, dat [slachtoffer 4] deze verklaring niet onder druk heeft afgelegd. Zoals onder I. overwogen heeft [slachtoffer 4] bij de rechter-commissaris verklaard dat hij bij de politie geen dingen heeft verzonnen. Daarbij komen de beide verklaringen grotendeels overeen, hetgeen wijst op een consistente verklaring. Tot slot sluit de verklaring aan bij de overige hierna te hanteren bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat de verklaringen die [slachtoffer 4] heeft afgelegd betrouwbaar zijn en als bewijsmiddel kunnen dienen.
4.3.2.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 15/800064-14, feit 1 en feit 2
(Overval op woning en afpersing van [slachtoffer 1])
Ten aanzien van de onder parketnummer 15/800064-14, feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten overweegt de rechtbank als volgt. De aangifte van [slachtoffer 1] wordt niet ondersteund door een medische verklaring, noch doordat getuigen het door hem gestelde letsel hebben waargenomen. Ook overigens bevat het dossier geen bewijs dat de aangifte kan ondersteunen. De verklaringen die getuigen [getuige 2] en [getuige 3] hebben afgelegd, kunnen van belang zijn voor het oordeel betreffende de betrouwbaarheid van de aangifte van [slachtoffer 1], maar deze verklaringen bieden geen aanvullend bewijs.
Wat zich op 27 januari 2014 precies heeft afgespeeld in de woning van aangever, met name op het gebied van het door aangever gestelde gebruikte geweld en het al dan niet vrijwillig afgeven van goederen door aangever, kan naar het oordeel van de rechtbank niet met zekerheid worden vastgesteld op grond van de stukken in het dossier. De onder voornoemd parketnummer onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten zijn dan ook niet wettig en overtuigend bewezen en verdachte dient van deze feiten te worden vrijgesproken.
4.3.3.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 15/700363-14
(Overval op [Steakhouse Pizzeria])
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 15/700363-14 ten laste is gelegd.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Op 12 januari 2012 is een overval gepleegd op [Steakhouse Pizzeria] te Medemblik. De enige aanwijzing voor betrokkenheid van verdachte bij deze overval is gelegen in de verklaring van getuige [getuige 4], welke verklaring echter op een belangrijk onderdeel aantoonbaar onjuist is gebleken. Om die reden gebruikt de rechtbank deze verklaring niet voor het bewijs. Het dossier bevat verder geen bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij voornoemde overval. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van voornoemd feit nu wettig bewijs hiervoor ontbreekt.
4.3.4.
Parketnummer 15/800064-14, feit 3 en feit 4
(Overval op [cafe] en wederrechtelijke vrijheidsberoving)
I. Vrijspraak van oogmerk een ander te dwingen iets te doen of niet te doen
Aan verdachte is onder feit 4 impliciet primair verweten [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] wederrechtelijk van de vrijheid te hebben beroofd met het oogmerk die [slachtoffer 2] en/of [cafe] te dwingen iets te doen of niet te doen. Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier voor het oogmerk van de hier bedoelde gijzeling geen bewijs, zodat verdachte in zoverre dient te worden vrijgesproken.
II. Redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van feit 3 en feit 4 impliciet subsidiair
Op 16 juli 2012 komen twee jongens [cafe] te Medemblik binnen. Op dat moment is [slachtoffer 2] daar aan het werk en zijn verder aanwezig [slachtoffer 5], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]. [slachtoffer 2] ziet dat de jongen die voorop loopt een pistool vast heeft. Eén van de jongens schreeuwt: ‘Dit is een overval, dit is een overval. Geef me geld. Waar is het geld.’ [slachtoffer 2] loopt met één van de mannen mee naar de keuken waar de kluis staat en maakt de kluis open. De man heeft een pistool vast en houdt dit op [slachtoffer 2] gericht. [slachtoffer 2] hoort steeds een klikkend geluid. Op de kluis zit een tijdslot. De man zegt tegen [slachtoffer 2]: ‘Schiet op, schiet op. Je speelt met levens.’ Wanneer de kluis open is, doet [slachtoffer 2] het geld uit de kluis in een plastic zak die de man bij zich heeft. Vervolgens moet [slachtoffer 2] ook het gedeelte van de kluis openmaken waarin het wisselgeld wordt bewaard. De man zegt: ‘Maak open, maak open. Ik wil al het geld.’ De man pakt de kassalade die [slachtoffer 2] uit de kluis heeft gehaald en leegt deze in zijn tas. Daarbij zitten ook sleutels van de gokkasten en sigaretten. [2]
[slachtoffer 2] ziet, voordat zij met de man naar de kluisruimte loopt, dat [slachtoffer 5] een trap in zijn rug krijgt en dat [slachtoffer 5], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] moeten gaan liggen. [3]
[slachtoffer 5] ziet dat één van de mannen voor hem komt staan. De man heeft een pistool vast en laadt dit door. De man roept dat [slachtoffer 5], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] moeten gaan liggen. [slachtoffer 5] gaat op zijn knieën zitten, wordt tegen zijn been getrapt en hij krijgt een duw waardoor hij op de grond komt te liggen. [4] Achter de eerste man komt een tweede man naar binnen bij [cafe]. Deze blijft bij [slachtoffer 5], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] staan. De andere man loopt met [slachtoffer 2] mee. Hij roept: ‘Speel niet met je leven, geef alles wat je hebt. Speel niet met je leven.’ [slachtoffer 5] hoort dat de man die bij [slachtoffer 2] staat zijn pistool doorlaadt. [slachtoffer 5] roept naar [slachtoffer 2] dat ze alles moet geven. Vervolgens wordt hij tegen zijn been getrapt en wordt hem gezegd dat hij zijn smoel moet houden.’ [5]
[slachtoffer 4] ziet dat [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] door de eerste man die binnen kwam op de grond worden geduwd. [slachtoffer 4] wordt zelf vanaf zijn barkruk naar de grond geduwd. De beide mannen die binnenkomen, hebben een pistool vast. De tweede man richt het pistool op [slachtoffer 5], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]. [6] [7] De andere man houdt het pistool op [slachtoffer 2] gericht. Hij schreeuwt tegen [slachtoffer 2]: ‘Kassa, open die kassa, dit is niet alles. Je speelt met je leven.’ Beide mannen hebben doeken voor hun gezicht. [8]
Op camerabeelden van de overval op [cafe] is te zien dat de dader die bij de kluis staat is gekleed in een zwarte Adidas broek met goudkleurige strepen en dat hij een zwarte muts/pet met goudkleurig Adidas logo draagt. [9]
Betrokkenheid verdachte
Getuige [getuige 5] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] hem heeft verteld dat hij de overval op [cafe] heeft gepleegd, samen met [bijnaam verdachte]. Met [bijnaam verdachte] bedoelde [medeverdachte 1] verdachte [verdachte] volgens [getuige 5]. [medeverdachte 1] vertelde dit aan [getuige 5] in de buurt van de moskee nadat die laatste hem verteld had dat de politie hem op de hielen zat. [10]
Getuige [getuige 6] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] op een avond bij [getuige 1] thuis heeft verteld dat hij de overval op [cafe] samen met verdachte heeft gepleegd. Hierbij waren meer mensen aanwezig, onder anderen [getuige 7] en [getuige 8]. [11] Getuige [getuige 8] bevestigt dat hij inderdaad een keer van [medeverdachte 1] heeft gehoord dat hij de overval heeft gepleegd met verdachte. [getuige 8] heeft daarnaast op de beelden van de overval die zijn getoond in ‘Opsporing Verzocht’ verdachte en [medeverdachte 1] aan hun postuur herkend. [12] Getuige [getuige 7] verklaart dat hij een keer bij [getuige 1] thuis was toen [medeverdachte 1] dronken binnenkwam. Hij begon toen dingen te schreeuwen, dat hij iets met de overval op [cafe] te maken had. [13]
Op 5 februari 2014 spreekt verbalisant [verbalisant] op het politiebureau met getuige [getuige 9]. [getuige 9] vertelt dat verdachte hem, toen zij samen in de auto zaten, heeft verteld dat hij de overval op [cafe] heeft gepleegd met [medeverdachte 1]. [getuige 9] heeft deze verklaring telefonisch bevestigd op 6 februari 2014. [14]
Verbalisant [verbalisant] heeft verdachte op 29 september 2011 bekeurd voor het rijden zonder rijbewijs. Verdachte was toen gekleed in een zwart trainingspak met op de broek drie goudkleurige strepen en op de capuchon een goudkleurig Adidas logo. [15] In de telefoon van verdachte is een foto aangetroffen waarop verdachte te zien is gekleed in een soortgelijk trainingspak. De foto zou op 19 februari 2011 zijn genomen. [16]
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat op de avond van 16 juli 2012 meerdere malen contact is geweest tussen het telefoonnummer [telefoonnummer], waarvan verdachte de gebruiker is, en het telefoonnummer [telefoonnummer], dat in gebruik is bij [medeverdachte 1]. [17]
De telefoon van verdachte met nummer [telefoonnummer] straalt op 16 juli 2012 van 22.24.42 uur tot 22.39.01 uur telkens de Vodafone zendmast met nummer 26942 aan. Om 23.12.06 uur straalt de telefoon van verdachte de Vodafone zendmast met nummer 22751 aan. [cafe] ligt in het segment van de zendmast met nummer 22751. Dit geldt overigens ook voor de woning van verdachte, maar die ligt dichter bij de zendmast met nummer 26942 dan bij die met nummer 22751. [18]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat dat er meerdere getuigen zijn die verklaren van [medeverdachte 1] of van verdachte zelf te hebben gehoord dat verdachte samen met [medeverdachte 1] de overval op [cafe] heeft gepleegd. Uit de historische verkeersgegevens van het bij verdachte in gebruik zijnde telefoonnummer blijkt dat er op de avond van de overval contact is geweest tussen de gebruiker van dat telefoonnummer en de gebruiker van het telefoonnummer van [medeverdachte 1]. De telefoon van verdachte straalt op de avond vlak voor de overval een andere zendmast aan dan de uren daaraan voorafgaand. [cafe] ligt in het segment van de zendmast die de telefoon van verdachte vlak voor de overval aanstraalt. Tot slot is gebleken dat verdachte in ieder geval in het bezit is geweest van een trainingspak soortgelijk aan het trainingspak dat de dader van de overval droeg.
Het vorenstaande, in samenhang bezien met de omstandigheid dat verdachte geen verklaring heeft gegeven voor de belastende feiten en omstandigheden die in zijn richting wijzen, maakt dat het voor de rechtbank vast staat dat verdachte samen met een ander de overval op [cafe] heeft gepleegd. Het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, is tevens redengevend voor het bewijs dat verdachte samen met een ander op 16 juli 2012 [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] opzettelijk wederrechtelijk van hun vrijheid heeft beroofd.
4.3.5.
Parketnummer 15/800579-14
I. Redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van feit 1 en feit 2
(Overval op woning in Medemblik en woning in Wieringerwerf)
Feit 1
Op 2 januari 2012 rond 21.00 uur doet [slachtoffer 8] de voordeur van haar woning (gelegen aan de [adres 3] te Medemblik) open. De man die voor de deur staat, grijpt [slachtoffer 8] direct bij haar nek. Zij voelt dat de man een handschoen aanheeft. Hij heeft een mes vast. [slachtoffer 8] wordt naar binnen geduwd de woonkamer in waar zij moet gaan liggen. Zij ziet vervolgens dat er achter de eerste man drie andere mannen de woning binnenkomen. De eerste twee mannen rennen direct naar boven. De vierde man richt zich vooral op [slachtoffer 7], de echtgenoot van [slachtoffer 8]. [19] [slachtoffer 7] ziet dat zijn vrouw de woning wordt ingeduwd door vier mannen. Eén van de mannen heeft een mes vast en een ander een vuurwapen. [20]
Terwijl [slachtoffer 8] op de grond ligt, voelt zij dat één van de mannen haar met zijn voet op de grond houdt. Wanneer [slachtoffer 8] omhoog probeert te komen, houdt de man haar telkens tegen met zijn voet. Tegelijkertijd richt één van de mannen het pistool op [slachtoffer 7] en houdt dat pistool op hem gericht. Eén van de twee mannen beneden zegt: ‘Geef je geld, we moeten geld hebben, verdomme geef je geld.’ Op een gegeven moment komen de twee mannen van boven weer naar beneden, pakt één van de mannen de huistelefoon en verlaten alle mannen de woning via de voordeur. [21] [22]
Bij de overval zijn drie gouden armbanden en een DECT-telefoon weggenomen. [23]
Feit 2
Op 2 januari 2012 tussen 22.30 uur en 23.00 uur zitten [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] thuis ([adres 4] te Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon) op de bank, als zij een harde knal horen en een raam kapot springt. Er komen vier mannen via het raam de woning binnen. Ze roepen iets over geld. [24] [25] Eén van de mannen komt op [slachtoffer 9] af. De man heeft een mes vast en houdt dit tegen de arm van [slachtoffer 9]. [slachtoffer 9] moet op de bank gaan liggen. De man grist een zilveren armband en een zilveren horloge van haar pols. [slachtoffer 9] moet haar trouwring (met ingegraveerd de naam [voornaam 1] en data [data 1]) voor zich neerleggen, waarna de man deze pakt. [26]
Eén van de andere mannen loopt naar [slachtoffer 10]. De man heeft een pistool vast en roept: ‘Geld, geld’. [slachtoffer 10] geeft zijn ringen, horloge en portemonnee (met als inhoud ongeveer
€ 150, - en twee bankpassen) af. [slachtoffer 10] ziet dat één van de mannen bij zijn vrouw staat. Deze man heeft twee messen vast. [slachtoffer 10] zegt dat de mannen in de brandkast kunnen kijken. Drie van de mannen lopen met [slachtoffer 10] mee in die richting. Bij de brandkast krijgt [slachtoffer 10] een klap tegen zijn hoofd, waardoor hij met zijn hoofd tegen de brandkast klapt. Vervolgens loopt [slachtoffer 10] met één van de mannen naar de andere kluis. Ze lopen langs de hond die in een bench zit. De man trapt [slachtoffer 10] in zijn rug en geeft daarna een ram tegen de bench. Bij de kluis houdt de man het wapen gericht op de rug van [slachtoffer 10]. Wanneer er geen geld in de kluis blijkt te zitten, slaat de man hard met het wapen op het hoofd van [slachtoffer 10]. Het lukt [slachtoffer 10] vervolgens om de woning te verlaten. [27]
Terwijl [slachtoffer 9] op de bank ligt, drukt één van de mannen een handdoek tegen haar gezicht. Nadat [slachtoffer 10] met drie van de mannen naar de brandkast is gelopen, moet [slachtoffer 9] opstaan en meelopen naar boven. De man duwt [slachtoffer 9] de richting op waar zij naartoe moet. Boven op de overloop moet [slachtoffer 9] op haar knieën gaan zitten, waarna de man tegen haar zegt: ‘Wij gaan, uw man is nu dood’. [28]
Naast bovengenoemde voorwerpen zijn de mobiele telefoons [29] van [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] en een autosleutel weggenomen. [30] De portemonnee van [slachtoffer 10] en één van de mobiele telefoons zijn gevonden in de berm van de [adres 5] te Wieringerwerf. [31] [32] De ruit in de woonkamer blijkt vernield te zijn met een stoeptegel. [33]
Feit 1 en feit 2 gepleegd door zelfde daders
In zowel de woning aan de [adres 3] te Medemblik als de woning aan de [adres 4] te Wieringerwerf werd sporenonderzoek verricht. Tijdens beide onderzoeken werd een combinatie van vier verschillende schoensporen aangetroffen. De overeenkomst van de combinatie van de vier aangetroffen schoensporen rechtvaardigt de aanname dat de beide overvallen door dezelfde daders zijn gepleegd. [34]
De signalementen die de aangevers van de daders geven, komen op veel punten overeen. [slachtoffer 10] beschrijft vier jongens die allen in het donker gekleed zijn. Eén van de jongens droeg een zwarte jas met capuchon en een geblokte sjaal (een soort theedoek) voor zijn mond. [35] Ook [slachtoffer 7] heeft het over vier jongens die donkere kleding droegen, van wie er één een soort zakdoek voor zijn mond heeft. [36] Voorts blijkt uit hetgeen hiervoor is aangehaald dat de aangevers bij de daders zowel pistolen als messen hebben gezien.
Betrokkenheid verdachte
Handschoenen, bivakmuts en bandensporen Opel Corsa
In een Opel Corsa met kentekennummer [kenteken] zijn twee paar handschoenen en een bivakmuts aangetroffen. In de auto werd voorts een recept van het AMC Amsterdam aangetroffen op naam van [verdachte]. [37] Deze Opel Corsa stond van 11 november 2011 tot en met 10 januari 2012 op naam van [getuige 10]. De auto was echter verzekerd door verdachte. [38] [getuige 10] heeft verklaard dat verdachte soms gebruikmaakte van de Opel Corsa. [39]
Verbalisant [verbalisant] heeft foto’s gemaakt van de banden van de Opel Corsa met kenteken [kenteken]. [40] Tijdens het forensisch onderzoek bij de [adres 4] te Wieringerwerf zijn foto’s gemaakt van een bandenspoor dat werd aangetroffen aan de rechterzijde van de inrit ter hoogte van de openbare weg. [41] Verbalisant [verbalisant] heeft de foto’s van het bandenspoor en de foto’s van de Opel Corsa vergeleken. Op de foto’s was te zien dat de voorbanden van de Opel Corsa van het merk Barum Brillantis 2 waren. Het bandenprofiel van de ‘Barum Brillantis 2’ banden kwam overeen met het bandenprofiel in het bandenspoor. De verbalisant concludeert dat gezien het bandindrukspoor en het profiel van de ‘Barum Brillantis 2’ het spoor veroorzaakt kan zijn door voornoemde band. [42]
De in de Opel Corsa aangetroffen handschoenen en bivakmuts zijn bemonsterd. Op de rechterhandschoen van het merk Thermolate is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie personen. [43] Het DNA-profiel van verdachte matcht met het DNA-mengprofiel in de bemonstering van de gehele binnenzijde van de linkerhandschoen (Thermolate). Dit betekent dat verdachte één van de donoren van het celmateriaal in voornoemde bemonstering kan zijn. [44] Op de linkerhandschoen van het merk Puma is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal twee personen. [45] Het DNA-profiel dat is aangetroffen op de Puma handschoen matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 2], waarbij de matchkans met een willekeurig ander persoon kleiner is dan één op één miljard. [46]
In de woning aan de [adres 4] te Wieringerwerf werden op 2 januari 2012 monsters veiliggesteld van de vernielde thermopane ruit. [47] Het glas dat is aangetroffen op de Puma en Thermolate handschoenen en de bivakmuts is hiermee vergeleken. Voor 1 van de 8 glasdeeltjes uit de Puma handschoenen en voor 2 van de 6 glasdeeltjes uit de bivakmuts geldt dat de resultaten van het glasvergelijkend onderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer deze deeltjes afkomstig zijn van de bij de overval te Wieringerwerf vernielde ruit. Voor 6 van de 9 in de Thermolate aangetroffen glasdeeltjes zijn de resultaten van het onderzoek iets waarschijnlijker wanneer deze deeltjes afkomstig zijn van voornoemde ruit. [48]
Aantreffen weggenomen goederen
Bij het goudopkopersbedrijf ‘Alexander’ blijkt een gouden ring te zijn ingeleverd waarin stond gegraveerd de naam ‘[voornaam 2]’ en twee data, waaronder het jaar 70. Deze ring was ingeleverd bij ‘Alexander’ door [medeverdachte 2]. [49] [slachtoffer 9] herkent de door [medeverdachte 2] verkochte ring als haar trouwring. [50] In de slaapkamer van [medeverdachte 2] zijn op 1 oktober 2012 sieraden in beslag genomen. [slachtoffer 9] herkent een zilveren armband als haar eigendom. [51]
Zendmastgegevens
Er is onderzoek verricht naar het telefoonnummer [telefoonnummer], dat bij verdachte in gebruik is. Voornoemd telefoonnummer straalt op 2 januari 2012 om 20.36 uur de zendmast Klinkhamer aan in Medemblik. Deze zendmast en de [adres 3] te Medemblik bevinden zich hemelsbreed op ongeveer 1,07 kilometer van elkaar. Tussen 22.47.57 en 23.13.25 uur maakt voornoemd telefoonnummer gebruik van de zendmast aan de [adres 6] te Middenmeer. De [adres 4] te Wieringerwerf bevindt zich op de scheidslijn tussen Middenmeer en Wieringerwerf. Om 23.24.30 uur maakt het telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik van een zendmast aan de [adres 7] te Hoorn. [52]
Verklaring [slachtoffer 4]
Verdachte heeft aan [slachtoffer 4] een paar weken nadat het is gebeurd, verteld dat hij de overval bij [getuige 11] (zijnde de op het adres [adres 3] te Medemblik inwonende zoon van aangevers) en de overval op de boerderij had gepleegd. Ze belden met drie à vier man aan en een vrouw deed open. Ze stormden gelijk naar binnen. Verdachte zou via via hebben gehoord dat de jongen (de rechtbank begrijpt: [getuige 11]) € 10.000, - onder zijn bed had liggen. Die jongen had daarover opgeschept. De vrouw was geslagen. Verder was er een hond in huis. Uiteindelijk hadden ze alleen een beetje goud en de huistelefoon meegenomen. Vervolgens zouden ze naar Wieringerwerf zijn geweest. Daar is bij een boerderij het raam ingegooid en op die manier zijn ze naar binnen gegaan. De vrouw was bedreigd met een mes en de man was geslagen. [53]
[slachtoffer 7] en haar man hebben een Golden Retriever die tijdens de overval in de woonkamer aanwezig was. Dit gegeven was voorafgaande aan het getuigenverhoor van [slachtoffer 4] bij de politie nog niet bekend. [54]
Verdachte heeft tegen [getuige 4] gezegd dat [getuige 11] € 10.000, - onder zijn bed had liggen. [getuige 11] zou dit op een foto hebben laten zien. [getuige 4] heeft [getuige 11] hier nog op aangesproken. [55] [getuige 11] heeft inderdaad op het werk een foto met geld laten zien. [56] Verdachte heeft wel eens met [getuige 11] gewerkt. [57]
De zwager van verdachte was in dienst bij aangever [slachtoffer 10]. [58] Verdachte is wel eens bij [slachtoffer 10] geweest, via zijn zwager. [59]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat de op 2 januari 2012 gepleegde woningovervallen in Medemblik en Wieringerwerf door dezelfde groep daders zijn gepleegd, nu de in beide woningen aangetroffen schoensporen en de door aangevers opgegeven signalementen overeenkomen.
Het oordeel dat verdachte één van de daders van deze overvallen was, baseert de rechtbank op het volgende. Voor de rechtbank staat, gelet op de hiervoor aangehaalde resultaten van het glas- en DNA-onderzoek, vast dat op een handschoen DNA van verdachte en glasdeeltjes van de bij de overval op de woning in Wieringerwerf vernielde ruit zijn aangetroffen. Voorts baseert de rechtbank haar oordeel op het gegeven dat bij de overval in Wieringerwerf weggenomen sieraden zijn verkocht door [medeverdachte 2] dan wel zijn aangetroffen in zijn woning en dat DNA van die [medeverdachte 2] is aangetroffen op een handschoen die in de Opel Corsa was achtergelaten. Ook op die handschoen zijn glasdeeltjes aangetroffen waarvan voor de rechtbank vast staat dat deze afkomstig zijn van de bij de overval op de woning in Wieringerwerf vernielde ruit.
De beide paren handschoenen zijn aangetroffen in een Opel Corsa waarvan verdachte in de periode van de overvallen gebruikmaakte, en uit onderzoek is gebleken dat de voorbanden van die Opel Corsa het bij de overval te Wieringerwerf aangetroffen bandenspoor veroorzaakt kunnen hebben.
Daarbij komt dat de zendmastgegevens betreffende het telefoonnummer van verdachte een beeld weergeven waarin het plegen van de overvallen goed kan passen. Tot slot is gebleken van een connectie tussen verdachte en de beide plaatsen delict.
Het vorenstaande, in samenhang bezien met de omstandigheid dat verdachte geen verklaring heeft gegeven voor de belastende feiten en omstandigheden die in zijn richting wijzen, maakt dat het voor de rechtbank vast staat dat verdachte samen met anderen de overvallen op de woning in Medemblik en de woning in Wieringerwerf heeft gepleegd.
4.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 15/800064-14 onder feit 3 en 4 impliciet subsidiair, en de onder parketnummer 15/800579-14 onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Parketnummer 15/800064-14
Feit 3
hij op 16 juli 2012 te Medemblik tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, sleutels van gokkasten en sigaretten, toebehorende aan [cafe], welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededader
- met doeken voor hun gezichten (teneinde herkenning te voorkomen) en met één of meer pistolen, althans met één of meer op vuurwapens gelijkende voorwerpen in hun handen voornoemd café zijn binnengelopen en
- heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval, dit is een overval" en "Geef me geld" en "Waar is het geld", en
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 5], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en
- vervolgens dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben doorgeladen en
- tegen die [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heeft/hebben geschreeuwd dat zij moesten gaan liggen en
- die [slachtoffer 4] heeft/hebben vastgepakt en van een barkruk hebben getrokken en
- tegen de rug en tegen het been van die [slachtoffer 5] heeft/hebben getrapt en vervolgens die [slachtoffer 5] een duw heeft/hebben gegeven waardoor die [slachtoffer 5] op de grond kwam te liggen en
- een duw tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gegeven en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd: "Kassa. Open die kassa. Dit is niet alles", en
- tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben geschreeuwd: "Smoel houden" en
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, meermalen heeft/hebben doorgeladen en vervolgens dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedrukt en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschreeuwd: "Schiet op, schiet op. Je speelt met levens" en "Speel niet met je leven, geef alles wat je hebt", en
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen de kluis te openen en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschreeuwd: "Maak open, maak open. Ik wil al het geld";
Feit 4
hij op 16 juli 2012 te Medemblik tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers heeft/is hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander
- met doeken voor hun gezichten (teneinde herkenning te voorkomen) en met één of meer pistolen, althans met één of meer op vuurwapens gelijkende voorwerpen in hun handen voornoemd café binnengelopen en
- geroepen: "Dit is een overval, dit is een overval" en "Geef me geld" en "Waar is het geld", en
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 5] en op die [slachtoffer 4] en op die [slachtoffer 3] gericht en
- vervolgens dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp doorgeladen en
- tegen die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] geschreeuwd dat zij moesten gaan liggen en
- die [slachtoffer 4] vastgepakt en die [slachtoffer 4] van een barkruk getrokken en
- tegen de rug en tegen het been van die [slachtoffer 5] getrapt en vervolgens die [slachtoffer 5] een duw gegeven waardoor die [slachtoffer 5] op de grond kwam te liggen en
- een duw tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] gegeven en
- tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd/gezegd: "Kassa. Open die kassa. Dit is niet alles", en
- tegen die [slachtoffer 5] geschreeuwd: "Smoel houden", en
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] gericht en dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, meermalen, doorgeladen en vervolgens dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van die [slachtoffer 2] gedrukt en
- tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd: "Schiet op, schiet op. Je speelt met levens" en "Speel niet met je leven, geef alles wat je hebt" en
- die [slachtoffer 2] gedwongen de kluis te openen en
- tegen die [slachtoffer 2] geschreeuwd: "Maak open, maak open. Ik wil al het geld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 15/800579-14(voorheen parketnummer: 14/810439-14)
Feit 1
hij op 2 januari 2012 in de gemeente Medemblik tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen drie gouden armbanden en een DECT-telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit
- het richten en gericht houden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 7] en
- het tonen van een mes aan die [slachtoffer 7] en die [slachtoffer 8] en
- het bij de keel vastpakken en vasthouden van die [slachtoffer 8] en
- het telkens duwen van een voet op de rug van die [slachtoffer 8];
Feit 2
hij op 2 januari 2012 te Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen twee mobiele telefoons, een armband, andere sieraden, een horloge en een autosleutel, toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] heeft gedwongen tot de afgifte van ringen, andere sieraden, een horloge en een portemonnee, inhoudende ongeveer honderdvijftig euro en twee bankpassen, toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit
- het tonen van een mes aan die [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en het plaatsen van dat mes tegen het lichaam van die [slachtoffer 9] en
- het drukken van een handdoek tegen het gezicht van die [slachtoffer 9] en
- het onder dreiging van een mes meevoeren van die [slachtoffer 9] naar een bovenverdieping van genoemde woning en
- het op de knieën dwingen van die [slachtoffer 9] en
- het richten en gericht houden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 10] en
- het met kracht slaan met dat vuurwapen/voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 10] en
- het met kracht in de rug trappen van die [slachtoffer 10].
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 15/800064-14
Feit 3:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
medeplegen van afpersing.
In eendaadse samenloop begaan met
Feit 4:
Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van zijn vrijheid beroven, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van parketnummer 15/800579-14
Feit 1:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
medeplegen van afpersing.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

7.Motivering van de sanctie

7.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaren met aftrek van de periode die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft bij de bepaling van haar eis rekening gehouden met de ernst van de feiten en heeft daarbij met name gewezen op het bij die feiten gebruikte geweld. Voorts houdt zij rekening met de omstandigheid dat sprake is van recidive. De officier van justitie merkt de slachtoffers [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] aan als kwetsbare slachtoffers gelet op hun hoge leeftijd.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte heeft de officier van justitie geen aanleiding gezien haar strafeis te matigen.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie niet valt te rijmen met de richtlijnen voor strafoplegging bij vergelijkbare feiten.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan drie gewapende overvallen.
Bij de overval op [cafe] werd aangeefster [slachtoffer 2] bedreigd met een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp. Verdachte en/of zijn mededaders hebben daarbij niet geschroomd een (nep)vuurwapen tegen het hoofd van [slachtoffer 2] te zetten respectievelijk om dat (nep)vuurwapen door te laten. Uit het voegingsformulier van [slachtoffer 2] blijkt dat zij psychische klachten heeft overgehouden aan de overval en dat zij niet meer als gastvrouw durft te werken. Zij en de bezoekers van het café zijn tevens van hun vrijheid beroofd geweest.
Bij de overvallen op 2 januari 2012 in Medemblik en Wieringerwerf werden de slachtoffers volkomen onverwacht in de beschermde omgeving van hun woning, bij uitstek de plaats waar men zich veilig moet kunnen voelen, door verdachte en zijn mededaders gedwongen tot afgifte van geld en voorwerpen, en hebben verdachte en zijn mededaders geld en voorwerpen gestolen. Bij de overvallen hebben verdachte en zijn mededaders gebruik gemaakt van vuurwapens dan wel op vuurwapens gelijkende voorwerpen en van messen.
Als strafverzwarend element neemt de rechtbank in aanmerking dat het gaat om professioneel uitgevoerde overvallen met meerdere slachtoffers. Bij de overval op de woning in Wieringerwerf is grof geweld uitgeoefend. Verdachte en zijn mededaders kwamen binnen door een ruit in te gooien met een steen. Aangever [slachtoffer 10] is tegen zijn hoofd geslagen, onder meer met het (nep)vuurwapen, en in zijn rug getrapt. Zijn echtgenote, [slachtoffer 9], is bedreigd met een mes en één van de daders vertelde haar vlak voordat zij de woning verlieten dat haar man dood zou zijn. Uit de voegingsformulieren van [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] blijkt dat bij beiden na de overval een posttraumatische stressstoornis is vastgesteld. [slachtoffer 10] slaapt nog steeds slecht en kan het beeld van zijn echtgenote die werd bedreigd met een mes niet uit zijn hoofd zetten. [slachtoffer 9] staat onder behandeling in verband met spanningsklachten.
Ook bij de overval op de woning in Medemblik is bruut geweld gebruikt en zijn zware bedreigingen geuit. Eén van de daders richtte een (nep)vuurwapen op aangever [slachtoffer 7]. Zijn vrouw, [slachtoffer 8], moest onder bedreiging van een (nep)vuurwapen op de grond gaan liggen. Eén van de daders hield haar met zijn voet op de grond. Zowel [slachtoffer 7] als [slachtoffer 8], zo blijkt uit hun voegingsformulieren, hadden na de overval last van slaapproblemen. Beiden beschrijven in hun aangiftes hoezeer zij zich bedreigd voelden door de daders.
Verdachte heeft met zijn mededaders enkel en alleen met het oog op hun eigen financiële gewin, de slachtoffers in een voor hen buitengewoon beangstigende situatie gebracht. Hij heeft geen oog gehad voor met name de psychische schade die hij door zijn toedoen bij de slachtoffers teweeg zou kunnen brengen. Feiten als deze houden een grove aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers in. Te verwachten valt dat de slachtoffers nog geruime tijd zullen lijden onder de psychische gevolgen van deze traumatische ervaringen. Daar komt nog bij dat dergelijke feiten in de samenleving heftige gevoelens van onveiligheid en onrust veroorzaken.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 30 januari 2014, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder ter zake van vermogens- en geweldsdelicten onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren;
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 28 januari 2015 van
[reclasseringswerker], als reclasseringswerker verbonden aan
Reclassering Nederland;
-het psychologisch rapport gedateerd 10 april 2014, opgemaakt door GZ-psycholoog
[psycholoog].
De rechtbank heeft nauwelijks inzicht gekregen in de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De psycholoog schrijft in zijn rapportage: ‘Betrokkene schetst een sociaal wenselijk beeld van zichzelf en biedt weinig inzicht in zijn ware persoon(lijkheid).’ Verder houdt de rapportage het volgende in. Bij verdachte is een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid vastgesteld. Voorts is sprake van een gebrek aan zelfinzicht. Omtrent de persoonlijkheid of eventuele persoonlijkheidsproblematiek kan de psycholoog, gezien de gebrekkige informatie die verzameld kon worden, geen uitspraken doen. De psycholoog kan ook geen uitspraken doen over de mate van toerekeningsvatbaarheid.
Uit het reclasseringsrapport van 28 januari 2015 volgt dat verdachte negatief tegenover begeleiding of behandeling door of namens de reclassering staat.
De ernst van de feiten rechtvaardigt een forse gevangenisstraf, die echter van kortere duur zal zijn dan door de officier van justitie gevorderd nu verdachte, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, wordt vrijgesproken van de overval op [slachtoffer 1]. De rechtbank heeft voorts in de jeugdige leeftijd van verdachte en het tijdsverloop sinds de bewezen verklaarde feiten aanleiding gevonden de op te leggen straf enigszins te matigen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

8.Beslissingen ten aanzien van het beslag

8.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de munitie en het wapen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, dat het geldbedrag voor een deel (€ 450, -) dient te worden verbeurdverklaard en dat het resterende gedeelte van het geldbedrag dient te worden teruggegeven aan verdachte. Tot slot heeft de officier van justitie ten aanzien van de sieraden gesteld dat deze teruggegeven moeten worden aan de rechthebbende dan wel dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat alle op de beslaglijsten genoemde voorwerpen teruggegeven dienen te worden aan verdachte. Daarbij heeft de verdediging wat betreft het geldbedrag en de sieraden gesteld dat niet is gebleken dat deze afkomstig zijn van enig misdrijf.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
I. Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
Ten aanzien van de lijst met nummer 41/800064-14:
1. DS Munitie
476390
Ten aanzien van de lijst met nummer 41/810439-12:
8. Wapen kl: grijs
358905
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Die voorwerpen behoren verdachte toe en zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, en het ongecontroleerde bezit van voormelde in beslag genomen voorwerpen is in strijd met de wet of het algemeen belang.
II. Teruggave aan rechthebbende
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten
Ten aanzien van de lijst met nummer 41/810439-12:
5. Sieraad kl: goud
287041, verloven en trouwen: [data 1]
dient te worden teruggegeven aan de rechthebbende, te weten [slachtoffer 9].
III. Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
Ten aanzien van de lijst met nummer 41/810439-12:
1. Sieraad Kl: geel
359005, ketting B0207
2. Sieraad Kl: geel
359008, armband B0208
6. Sieraad kl: goud
ring inscriptie x26
dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank overweegt dat de verdediging weliswaar heeft verzocht om teruggave van de sieraden, maar de stelling dat deze sieraden eigendom van verdachte zijn, is op geen enkele wijze onderbouwd. De rechtbank stelt daarbij vast dat bij de overvallen op 2 januari 2012 op de woningen in Wieringerwerf en Medemblik – onder meer – drie gouden armbanden een goudkleurige ketting en ringen zijn weggenomen.
IV. Teruggave aan verdachte
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
Ten aanzien van de lijst met nummer 41/800064-14:2.
3. Schroevendraaier
Gamma
476521
Ten aanzien van de lijst met nummer 41/810439-12:3.
4. Horloge Kl: geel
Dolce & Gabbana
359015 Horloge B0209
5. Navigatiesysteem (GPS) kl: grijs
Navman
358423
7. 1480,00 Geld Euro
dienen te worden teruggegeven aan verdachte, nu geen strafvorderlijk belang zich tegen die teruggave verzet.

9.Vorderingen benadeelde partijen

I. Uitkering door het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: Schadefonds)
In een aantal van de hierna te bespreken vorderingen zijn posten opgenomen die geheel of gedeeltelijk zijn vergoed door het Schadefonds. De vorderingen zijn vervolgens verminderd met de uitgekeerde bedragen.
De rechtbank zal echter deze, reeds aan de benadeelde partij uitgekeerde bedragen, niet in mindering brengen op de vordering benadeelde partij en motiveert dat als volgt. De uitkeringen van het Schadefonds hebben een voorlopig karakter. Van (definitieve) subrogatie ex artikel 6 Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) is dan nog geen sprake. De huidige formulering van artikel 6 Wsg is tot stand gekomen bij Wet van 14 juni 2011, Stb, 2011, 276 en is inwerking getreden op 1 januari 2012. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het juist de bedoeling is dat de rechter de uitkering aan de benadeelde uit het Schadefonds niet in mindering brengt op een schadevordering van de benadeelde tegen de verdachte.
II. [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.488,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de onder parketnummer 15/800064-14 feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden.
Nu voornoemde feiten niet wettig en overtuigend zijn bewezen, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op die tenlastegelegde feiten, worden ontvangen. De vordering zal niet-ontvankelijk worden verklaard
III. [slachtoffer 6]
De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.799,80 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder parketnummer 15/700363-14 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Nu voornoemd feit niet wettig en overtuigend is bewezen, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat tenlastegelegde feit, worden ontvangen. De vordering zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
IV. [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.052,64 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder parketnummer 15/800064-14, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit een bedrag van € 302,64 aan kosten voor psychische hulp die niet worden vergoed door de verzekering en € 2.750,- aan immateriële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder parketnummer 15/800064-14, feit 3 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor tot een bedrag van € 1.000,- gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen tot een bedrag van € 1.302,64, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
V. [slachtoffer 7]
De benadeelde partij [slachtoffer 7] heeft een vordering ingediend tegen verdachte van in totaal € 6.284,91 wegens geleden materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder parketnummer 15/800579-14, feit 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
In de onderhavige zaak bestaat de vordering benadeelde partij uit de volgende posten:
Materiële schade:
  • Verlies arbeidsvermogen € 63,00
  • Reis- en vervoerskosten € 11,00
  • Telefoonkosten € 10,00
  • Beveiligingskosten € 915,91
  • Schadeuitkering gestolen sieraden en telefoon € 1035,00
  • Restant bedrag gestolen sieraden € 950,00
De rechtbank is van oordeel dat de uitkering van de verzekeringsmaatschappij voor vergoeding van gestolen sieraden en een gestolen telefoon te weten een bedrag van € 1.035, - in mindering dient te worden gebracht op de vordering van de benadeelde partij. Blijft over een bedrag van € 1.949,91, waarvan alle posten behalve het bedrag van € 950, -, reeds zijn vergoed door het Schadefonds. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrag aan materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder parketnummer 15/800579-14, feit 1, bewezen verklaarde.
Aan immateriële schade wordt een bedrag van € 2.300, - gevorderd waarvan door de benadeelde partij eveneens is gemeld dat dit bedrag reeds is vergoed door het Schadefonds. Het gevorderde bedrag aan immateriële schade komt de rechtbank redelijk en billijk voor en de rechtbank zal dit bedrag, gelet op het voorgaande, geheel toewijzen. Het totaal bedrag aan materiële en immateriële schade dat aan de benadeelde partij wordt toegekend bedraagt
€ 4.249,91 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
VI. [slachtoffer 8]
De benadeelde partij [slachtoffer 8] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 2.313, - ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder parketnummer 15/800579-14, feit 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit een bedrag van € 13, - aan materiële schade (inkomensverlies) en € 2.300, - aan immateriële schade. Zowel de materiële schade als de immateriële schade zijn reeds vergoed door het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder parketnummer 15/800579-14, feit 1 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade voor een bedrag van € 2.300, - komt de rechtbank eveneens billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen voor een bedrag van € 2.313, -, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
VII. [slachtoffer 10]
De benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 6.552,41 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder parketnummer 15/800579-14, feit 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit een bedrag van € 382,41 aan reiskosten, € 670,- aan medische kosten en € 5.500,- aan immateriële schade. De medische kosten, een deel van de reiskosten (€ 133,-) en een deel van de immateriële schade te weten een bedrag van € 2.500,- is reeds vergoed door het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder parketnummer 15/800579-14, feit 2 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade voor een bedrag van € 5.500,- komt de rechtbank eveneens billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen voor een bedrag van € 6.552,41, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
IIX. [slachtoffer 9]
De benadeelde partij [slachtoffer 9] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 4.558,06 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder parketnummer 15/800579-14, feit 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit een bedrag van € 558,06 aan materiële schade en € 4.000, - aan immateriële schade. De materiele schade bestaat uit reiskosten en medische kosten. De medische kosten (€ 320, -) en een deel van de reiskosten (€ 122, -) zijn reeds vergoed door het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Dit geldt tevens voor een deel van de immateriële schade, te weten een bedrag van € 2.500, -.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder parketnummer 15/800579-14, feit 2 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade voor een bedrag van € 4.000, - komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen voor een bedrag van € 4.558,06, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
IX. Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding ter zake van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2], [slachtoffer 7], [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 36b, 36d, 36f, 47, 55, 57, 282, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank:
 Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 15/800064-14, feit 1, feit 2 en feit 4 impliciet primair en onder parketnummer 15/700363-14 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
 Verklaart bewezen dat verdachte de onder parketnummer 15/800064-14, feit 3 en feit 4 impliciet subsidiair en onder parketnummer 15/800579-14, feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
 Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
acht (8) jaren.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
 Onttrekt aan het verkeer het op de beslaglijst met nummer 41/800064-14 onder 1. en het op de beslaglijst met nummer 41/810439-12 onder 8. genoemde voorwerp.
 Gelast de teruggave aan de rechthebbende van het op de beslaglijst met nummer 41/810439-12 onder 5. genoemde voorwerp.
 Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de op de beslaglijst met nummer 41/810439-12 onder 1., 2., en 6., genoemde voorwerpen.
 Gelast de teruggave aan verdachte van het op de beslaglijst met nummer 41/800064-14 onder 2. genoemde voorwerp en de op de beslaglijst met nummer 41/810439-12 onder 3., 4. en 7. genoemde voorwerpen.
 Verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in diens vordering.
 Verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 6]niet-ontvankelijk in diens vordering.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 1.302,64, bestaande uit € 1.000,- aan materiële en € 302,64 aan immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.302,64, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
23 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 7]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 4.249,91, -, bestaande uit € 2.300, - aan materiële en € 1.949,91 aan immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 7], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 7] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 4.249,91, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
52 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 8]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 2.313, -, bestaande uit € 2.300, - aan materiële en € 13, - aan immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 8], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 8] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.313, -, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
33 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 10]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 6.552,41, bestaande uit € 5.500 aan materiële en € 1.052,41 aan immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 10], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 10] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 6.552,41, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
67 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
 Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 9]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 4.558,06, bestaande uit € 4.000, - aan materiële en € 558,06 aan immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 9], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 9] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 4.558,06, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
55 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.F. van Hoorn, voorzitter,
mr. K.G. Witteman en mr. G.A.M. van Dijk, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. F. van den Brink,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 maart 2015.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] d.d. 17 juli 2012 (map Z2, pagina’s 517 en 518).
3.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] d.d. 17 juli 2012 (map Z2, pagina 518).
4.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 5] d.d. 17 juli 2012 (map Z2, pagina 764).
5.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 5] d.d. 17 juli 2012 (map Z2, pagina 765).
6.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 17 juli 2012 (map Z2, pagina 796).
7.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 9 april 2013 (map Z2, pagina 543).
8.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 17 juli 2012 (map Z2, pagina’s 796 en 797).
9.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 29 juli 2012 (map Z2, pagina 570).
10.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 5] d.d. 5 februari 2014 (map Z2, pagina 904).
11.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 6] d.d. 24 januari 2014 (map Z2, pagina 912).
12.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 8] d.d. 17 februari 2014 (map Z2, pagina 938).
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] d.d. 20 februari 2014 (map Z2, pagina 943).
14.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 6 februari 2014 (map Z2, pagina 659).
15.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 25 oktober 2012 (map Z2, pagina 594).
16.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 19 oktober 2012 (map Z2, pagina 613).
17.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 4 februari 2014 (map Z2, pagina 655).
18.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 15 februari 2013 (map Z2, pagina’s 624 en 626).
19.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 8] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina’s 77 en 78).
20.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7], mede namens [slachtoffer 8], d.d. 2 januari 2012 (map 1, pagina’s 65 en 66).
21.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 8] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina’s 77 en 78).
22.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7], mede namens [slachtoffer 8] d.d. 2 januari 2012 (map 1, pagina’s 65 en 66).
23.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 8 januari 2012 (map 1, pagina 82).
24.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 9] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 88).
25.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 10] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 103).
26.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 9] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 89).
27.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 10] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina’s 103 tot en met 105).
28.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 9] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 93).
29.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 10] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 103).
30.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 10] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 108).
31.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 5 januari 2012 (map 1, pagina 244).
32.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 10 januari 2012 (map 1, pagina 190).
33.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 176).
34.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 31 juli 2012 (map 2, pagina’s 748 en 749).
35.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 10] d.d. 3 januari 2012 (map 1, pagina 107).
36.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] mede namens [slachtoffer 8], d.d. 2 januari 2012 (map 1, pagina’s 66 en 67).
37.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 7 maart 2012 (map 2, pagina 437).
38.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 16 april 2013 (map 2, pagina’s 676 en 677).
39.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 10] d.d. 12 oktober 2012 (map 3, pagina 903).
40.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 9 maart 2012 (map 1, pagina 207).
41.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 20 maart 2012 (map 2, pagina 751).
42.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 25 september 2012 (map 2, pagina 740).
43.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI, opgemaakt door [deskundige] d.d. 2 april 2012 (map 2, pagina 788).
44.Een geschrift te weten een rapport van het NFI, opgemaakt door [deskundige] d.d. 4 mei 2012 (map 2, pagina 791).
45.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI, opgemaakt door [deskundige] d.d. 2 april 2012 (map 2, pagina 788).
46.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI, opgemaakt door [deskundige] d.d. 5 juni 2012 (map 2, pagina’s 808 en 811).
47.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 20 maart 2012 (map 2, pagina 751).
48.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI, opgemaakt door [deskundige] d.d. 12 februari 2015 (pagina 12 van nagekomen NFI-rapport).
49.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] d.d. 8 februari 2012 (map 1, pagina 262).
50.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 21 februari 2013 (map 2, pagina 634).
51.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 28 februari 2013 (map 2, pagina 665).
52.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 9 maart 2012 (map 1, pagina’s 225 en 228).
53.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 6 maart 2014 (map A, pagina’s 28 en 29).
54.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant] d.d. 7 oktober 2013 (map A, pagina 12).
55.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 4 maart 2014 (map A, pagina, 176).
56.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 11] d.d. 30 april 2014 (map A, pagina 227).
57.Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 4 oktober 2012 (map 5, pagina 1638).
58.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 10] d.d. 5 november 2012 (map 1, pagina 134).
59.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 februari 2015.