Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Vonnis in de zaak van:
CAK, zetelend en kantoorhoudend te ’s-Gravenhage, als rechtsopvolgster onder algemene titel van de besloten vennootschap CAK B.V., gevestigd en kantoorhoudend te ‘s-Gravenhage
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de CAK (Centraal Administratie Kantoor) betaling van een eigen bijdrage van € 246,83 van de gedaagde partij, die een scootmobiel heeft ontvangen in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De gedaagde heeft enkele facturen niet betaald en stelt dat het in rekening gebrachte bedrag te hoog is, omdat de scootmobiel vaak defect was en uiteindelijk door de gemeente is teruggehaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde geen bezwaar heeft gemaakt tegen de facturen, waardoor deze formele rechtskracht hebben verkregen. De kantonrechter oordeelt dat de CAK de gevorderde hoofdsom voldoende heeft gespecificeerd en dat de wettelijke rente toewijsbaar is. De gedaagde heeft zich beroepen op betalingsonmacht, maar dit is geen reden om de vordering af te wijzen. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat niet is aangetoond dat de gedaagde een aanmaning heeft ontvangen. De proceskosten worden toegewezen aan de CAK, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente.