Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[naam eiser sub 1] en
[naam eiser sub 2]
1.Het procesverloop
- [A] heeft bij dagvaarding van 24 september 2014 in conventie een vordering ingesteld.
- [B] heeft in conventie bij antwoord verweer gevoerd en in reconventie een tegenvordering ingesteld.
- Vervolgens heeft [A] van antwoord in reconventie gediend.
- Na beraad heeft de kantonrechter bij tussenvonnis van 14 januari 2015 een comparitie van partijen gelast, welke comparitie is gehouden op 9 april 2015.
- Van het op de comparitiezitting besprokene heeft de griffier aantekening gehouden.
- De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
- Ten slotte is op de comparitiezitting van 9 april 2015 uitspraak bepaald.
2.De feiten
3.De geschillen
in conventie, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
in reconventie,bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
4.De beoordeling van de geschillen
- dat de boom ongeveer 8 jaar oud is, dus minder oud dan de voor dit soort zaken geldende verjaringstermijn van 20 jaar,
- dat de boom, gerekend van de voet van de boom, op minder dan 2 meter afstand staat van de grenslijn van het erf van [A],
- dat de boom thans 12 meter hoog is, in ieder geval hoger dan de regulier toegestane hoogte van 2 meter voor bomen geplant binnen 2 meter van de erfgrens,
- dat er geen toestemming door de gemeente is verleend voor het planten van de boom op die plek en dat er geen gemeentelijke verordening is die het planten van bomen binnen de 2-meter-grens op privé grond expliciet mogelijk maakt,
- dat de boom niet grenst aan gemeentelijke grond, maar aan water.
5.De beslissing
10 juni 2015in het openbaar uitgesproken.