Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop van het geding
2.Uitgangspunten
Op verzoek van de heer [vader eiser] heb ik nogmaals overleg gehad met de vestigingsdirecteur, de heer [directeur], over de situatie die is ontstaan doordat [eiser], zijn examendossier niet op orde heeft. Dit heeft namelijk tot gevolg dat hij niet toegelaten wordt tot het centraal examen.
a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal
10.Onregelmatigheden, fraudebepaling
a) Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de vestigingsdirecteur, in overleg met de examensecretaris maatregelen nemen.
11.Niet eens met het behaalde cijfer/de beoordeling
12.Niet eens met de gang van zaken tijdens het schoolexamen
Indien een kandidaat zich gedupeerd voelt door de gang van zaken tijdens het schoolexamen, kan de kandidaat hierover een bezwaarschrift indienen bij de voorzitter van beroep voor het schoolexamen. (…) De in artikel 11 vermelde commissie stelt zonodig de kandidaat in de gelegenheid het bezwaar mondeling toe te lichten. De commissie doet zelfstandig onderzoek ten aanzien van het ingebrachte bezwaarschrift. Hierna doet de commissie uitspraak over dit bezwaarschrift. Deze uitspraak is bindend en wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de betrokkene, vergezeld van een toelichting.(…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
In december 2014 heeft de heer [mentor] de heer [vader eiser] telefonisch op de hoogte gebracht dat het met de schoolresultaten van [eiser] niet goed ging en dat als hij zo door zal gaan in de problemen zou komen. In februari is dat nogmaals aangegeven tijdens een persoonlijk gesprek tussen mevrouw [moeder eiser], [eiser], de heer [mentor] en ondergetekende. Verder is [eiser] door de docent geschiedenis en de heer [mentor] meerdere malen er op attent gemaakt dat hij zijn zaken ten aanzien van gemist schoolexamen werk moest regelen. (…)”.
gedeeltelijk(onderstreping voorzieningenrechter) af te leggen. De zin van die bepaling ontgaat de voorzieningenrechter, wanneer het zonder geldige reden missen van een tentamen automatisch leidt tot algehele uitsluiting, zoals het Jan Arentsz betoogt.