“(…)
4. Partijen zijn overeengekomen de alimentatie die de man met ingang van de datum van ontbinding van het huwelijk van partijen aan de vrouw verschuldigd zal zijn af foor betaling van een naar bedoeling van partijen netto afkoopsom ter waarde van € 300.000,-. De betaling vindt plaats als volgt:
A. De man zal een bedrag van € 180.000,- aan de vrouw voldoen door middel van zijn aandeel in een aantal onroerende zaken, dan wel door verrekening met de vordering van de man op de vrouw ter zake van verdeling van een beperkte huwelijksgemeenschap. (…) De man zal zijn aandeel in de onroerende zaken, welke partijen op een bedrag van € 180.000,- stellen, na inbreng van deze panden in een beperkte gemeenschap, toedelen aan de vrouw.
(…)
Voorts zal de man een bedrag van € 120.000,- aan de vrouw voldoen.
(…)
B. In het geval het 1/3e aandeel van de man in de horecapanden niet kan worden overgedragen aan de vrouw, omdat hiervoor toestemming van de mede-eigenaren nodig is en deze niet wordt verleend, zal de man een bedrag van € 18.000,- aan de vrouw voldoen door ervoor zorg te dragen dat de eigendomsverdeling van de onroerende zaken als volgt zal worden gewijzigd. (…)
Voorts zal de man een bedrag van € 120.000,- aan de vrouw voldoen.
(…)
C. In het geval het onder B gestelde niet kan worden uitgevoerd omdat hetzij de bank geen akkoord geeft (voor zover dit nodig is) dan wel in het geval de vrouw de op de panden rustende hypothecaire leningen zoals genoemd onder A, niet op haar naam kan stellen, zal de door de man te verkrijgen woning aan de [adres] vrij ban hypotheek en vrij van verpanding aan de vrouw worden overgedragen, eveneens na vestiging van een beperkte gemeenschap.
(…)
G. De man is een bedrag aan voorlopige partneralimentatie achterstallig van
€ 14.500,-. Te dien aanzien komen partijen het volgende overeen. De man zal voor 1 juni 2013 een bedrag van € 5.000,- aan de vrouw betaalbaar stellen, voor 1 september 2013 wederom een bedrag van € 5.000 en voor 31 december wederom een bedrag van € 4.500,-.
H. Vanaf 1 juni 2013 is de man geen partneralimentatie meer verschuldigd, doch zal de vrouw gerechtigd zijn tot de netto huurpenningen op de horecapanden als bedoeld onder A. De man zal ervoor zorg dragen dat deze huurpenningen vrij zijn van verpanding dan wel van aanspraken van derden hierop. De man zal aan de beheerder opdracht geven 1/3e deel van de netto huurinkomsten met ingang van 1 juni 2013 over te maken aan de vrouw. (…)”