Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/710466-13 (P)
Uitspraakdatum: 23 januari 2015
Verstek
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 januari 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. B. Haneveld.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2011 tot en met
25 juni 2012 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk,
- een fotokopie van een rijbewijs ten name van en verstrekt aan verdachte [verdachte] en/of
- vijf fotokopieën van salarisspecificaties van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en/of juni 2012 en/of
- vijf fotokopieën van afschriften van de ASN bankrekening [rekeningnummer] van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en/of juni 2012,
- ( elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken en/of dat vervalsen (telkens) hierin bestaan dat
- dat de geboortedatum van genoemde persoon was veranderd;
- dat genoemde persoon over de in de salarisspecificaties genoemde perioden een ander inkomen had ontvangen en/of genoten dan vermeld en/of
- dat genoemde persoon anderen dan de op de afschriften van de ASN bank genoemde inkomen had ontvangen en/of genoten dan vermeld
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2011 tot en met
25 juni 2012 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e)
- fotokopie van een rijbewijs ten name van en verstrekt aan verdachte [verdachte] en/of
- vijf fotokopieën van salarisspecificaties van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en/of juni 2012 en/of
- vijf fotokopieën van afschriften van de ASN bankrekening [rekeningnummer] van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en/of juni 2012,
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat een of meer van voornoemde kopie geschriften werden verstrekt aan Santander Consumer Finance Benelux B.V. en/of Nr7Finance B.V., althans aan een tussenpersoon, voor het verkrijgen van een of meer consumentenkrediet(en) en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
- ( telkens) de geboortedatum op het kopie rijbewijs van verdachte [verdachte] was gewijzigd van [geboortedatum] in [geboortedatum] en/of
- op voornoemde fotokopieën van de salarisspecificaties (telkens) de bestaande loonbeslagen waren verwijderd en/of onjuist was vermeld dat het volledige (netto) loon werd uitbetaald op de bankrekening van verdachte [verdachte] en/of
- op voornoemde fotokopieën van de ASN bankrekening van verdachte [verdachte] (telkens) ten onrechte werd weergegeven dat het volledige (netto) loon was bijgeschreven op zijn, verdachtes, rekeningnummer;
Feit 2:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2011 tot en met
1 oktober 2011 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Santander Consumer Finance Benelux B.V., althans een
tussenpersoon, (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen tot een bedrag van in totaal 25.000 Euro, in elk geval van enig geldbedrag(en), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meer (vervalste) kopieën van salarisspecificaties verstrekt waarbij op die specificaties (telkens) de bestaande loonbeslagen waren verwijderd waardoor het leek alsof verdachte vrij kon beschikken over het volledige (netto)loon en/of
- een of meer (vervalste) kopieën van zijn ASN bankrekeningafschriften verstrekt waarop ten onrechte werd vermeld dat verdachte het volledige (netto)loon (zonder aftrek van de loonbeslagen) kreeg bijgeschreven en/of
- een (vervalste) kopie van een rijbewijs van verdachte werd verstrekt met een onjuiste geboortedatum waardoor bij de BKR toetsing geen (achterstands)melding werd verkregen, waardoor Santander Consumer Finance Benelux B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is.
Bevoegdheid van de rechtbank
Verdachte was ten tijde van de ten laste gelegde feiten werkzaam bij de Rechtbank Den Haag. Bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 27 september 2013 is de zaak op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie verwezen naar de rechtbank Noord-Holland. Deze rechtbank is derhalve bevoegd tot kennisneming van de zaak.
Voorts heeft de rechtbank vastgesteld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 6 december 2012, dossierpagina’s 11 t/m 14;
- een schriftelijk bescheid, te weten een door [betrokkene] namens De Nederlandse Voorschotbank B.V. opgestelde aangifte d.d. 27 juni 2012, dossierpagina’s 18 t/m 21, met bijbehorende bijlagen op pagina’s 23 t/m 29;
- een schriftelijk bescheid, te weten een door [betrokkene] namens Santander Consumer Finance Benelux B.V. opgestelde aangifte d.d. 2 juli 2012, dossierpagina’s 30 t/m 33, met bijbehorende bijlagen op pagina’s 34 t/m 61;
- een schriftelijk bescheid, te weten een kopie van het originele rijbewijs van verdachte, opgenomen als vijfde bijlage bij het los opgenomen proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2013 (PL1513 2012159055-6);
- een schriftelijk bescheid, te weten een specificatie loonopgaaf juni 2012, dossierpagina 75;
- een schriftelijk bescheid, te weten een mutatieoverzicht van rekeningnummer [rekeningnummer] van de ASN bank over de periode van 20 juni 2012 t/m 23 juni 2012, dossierpagina 80.
3.3. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:
hij in de periode van 1 maart 2011 tot en met 25 juni 2012 te 's-Gravenhage, telkens opzettelijk,
- een fotokopie van een rijbewijs ten name van en verstrekt aan verdachte [verdachte] en
- vijf fotokopieën van salarisspecificaties van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en juni 2012 en
- vijf fotokopieën van afschriften van de ASN bankrekening [rekeningnummer] van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en juni 2012,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
heeft vervalst, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken, hebbende dat vervalsen hierin bestaan
- dat de geboortedatum van genoemde persoon was veranderd;
- dat genoemde persoon over de in de salarisspecificaties genoemde perioden een ander inkomen had ontvangen en/of genoten dan vermeld en
- dat genoemde persoon een ander dan de op de afschriften van de ASN bank genoemd inkomen had ontvangen en/of genoten dan vermeld
hij in de periode van 1 maart 2011 tot en met 25 juni 2012 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
- een vervalste fotokopie van een rijbewijs ten name van en verstrekt aan verdachte [verdachte] en
- vijf vervalste fotokopieën van salarisspecificaties van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en juni 2012 en
- vijf vervalste fotokopieën van afschriften van de ASN bankrekening [rekeningnummer] van verdachte [verdachte] over de maanden februari 2011, april 2011, juli 2011, augustus 2011 en juni 2012,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat een of meer van voornoemde kopie geschriften werden verstrekt aan Santander Consumer Finance Benelux B.V. en Nr7Finance B.V., voor het verkrijgen van consumentenkredieten
en bestaande die vervalsing hierin dat
- de geboortedatum op het kopie rijbewijs van verdachte [verdachte] was gewijzigd van
[geboortedatum] in [geboortedatum] en
- op voornoemde fotokopieën van de salarisspecificaties de bestaande loonbeslagen waren verwijderd en onjuist was vermeld dat het volledige (netto) loon werd uitbetaald op de bankrekening van verdachte [verdachte] en
- op voornoemde fotokopieën van de ASN bankrekening van verdachte [verdachte] ten onrechte werd weergegeven dat het volledige (netto) loon was bijgeschreven op zijn, verdachtes, rekeningnummer;
Feit 2:
hij in de periode van 1 maart 2011 tot en met 1 oktober 2011 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen Santander Consumer Finance Benelux B.V. heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen tot een bedrag van in totaal 25.000 Euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk
- een of meer vervalste kopieën van salarisspecificaties verstrekt waarbij op die specificaties de bestaande loonbeslagen waren verwijderd waardoor het leek alsof verdachte vrij kon beschikken over het volledige (netto)loon en
- vervalste kopieën van zijn ASN bankrekeningafschriften verstrekt waarop ten onrechte werd vermeld dat verdachte het volledige (netto)loon (zonder aftrek van de loonbeslagen) kreeg bijgeschreven en
- een vervalste kopie van een rijbewijs van verdachte verstrekt met een onjuiste geboortedatum waardoor bij de BKR-toetsing geen (achterstands)melding werd verkregen,
waardoor Santander Consumer Finance Benelux B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd,
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
Feit 2:
oplichting, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sanctie
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van honderdtwintig (120) uren, subsidiair zestig (60) dagen hechtenis.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege Reclassering Nederland uitgebrachte reclasseringsadvies d.d. 3 november 2014 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een aantal loonstroken en bankafschriften vervalst zodat niet zichtbaar was dat er beslag op zijn loon was gelegd. Ook heeft hij op een kopie van zijn rijbewijs zijn geboortedatum gewijzigd om te verhullen dat hij BKR geregistreerd stond. Op deze manier heeft hij een drietal kredieten verkregen die hem anders ongetwijfeld niet zouden zijn verstrekt. Pas bij een vierde aanvraag liep verdachte tegen de lamp. De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan, te meer nu verdachte reeds jaren werkzaam was als medewerker bij een rechtbank, laatstelijk op de sectie Strafrecht, en een deel van de vervalste documenten op de werkcomputer van verdachte zijn aangetroffen.
Ten voordele van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte blijkens zijn strafblad nooit eerder met politie of justitie in aanraking is geweest.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank verder in het bijzonder gelet op het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van [reclasseringswerker], als reclasseringswerker verbonden aan de Reclassering Nederland. Dit rapport houdt onder meer in dat verdachte na een verhuizing waarbij het huis is verkocht met een restschuld, ernstige financiële problemen heeft gekregen, waarbij ook loonbeslag is gelegd. Hij heeft nagelaten dit met zijn toenmalige echtgenote te bespreken of hulp te zoeken en heeft geprobeerd de financiële problemen door het afsluiten van kredieten te verbergen.
Na het plegen van het delict is het leven van verdachte drastisch veranderd. Verdachte is gedwongen met vervroegd pensioen gegaan. Zijn huwelijk is beëindigd en zowel zijn ex-vrouw als zijn dochter hebben afstand van hem genomen. Daarnaast heeft verdachte een beroerte gehad en is hij momenteel aan het revalideren. Hij spreekt moeilijk en heeft uitvalsverschijnselen. Een taakstraf in de vorm van onbetaalde arbeid acht de reclassering niet geïndiceerd, aangezien er geen projecten voorhanden zijn waar men hem wil hebben. Dit gelet op zijn fysieke gesteldheid die er op neerkomt dat hij slechts twee uren per week, verspreid over twee dagen, kan werken. Daarnaast is er een bewindvoerder aangesteld die zijn financiën regelt. Gelet op de financiële situatie van verdachte is ook de oplegging van een boete volgens de reclassering niet wenselijk.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, als ook de omstandigheid dat sinds de aanvang van de vervolging reeds meer dan twee jaren zijn verstreken zonder dat dit tijdsverloop aan de verdediging is toe te rekenen, waarmee de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) is overschreden, ziet de rechtbank, alles afwegende, aanleiding om de op te leggen straf te beperken tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
7. Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij Santander Consumer Finance Benelux B.V. heeft een vordering tot schadevergoeding van € 26.860,56 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank stelt vast dat er een discrepantie bestaat tussen het schadebedrag dat in de aangifte wordt genoemd en de ingediende vordering van de benadeelde partij. In de aangifte wordt immers opgegeven dat Santander in totaal een schade van € 24.648,27 heeft geleden, terwijl de vordering ziet op een schadebedrag van in totaal € 26.860,56. Waarom deze bedragen uiteenlopen is onvoldoende duidelijk geworden, nu de vordering en de daarop door verdachte afgeloste bedragen niet voldoende zijn gespecificeerd.
De rechtbank acht de vordering van de benadeelde partij derhalve onvoldoende onderbouwd en is van oordeel dat het een onevenredige belasting van het strafproces oplevert indien de behandeling van de zaak uitsluitend zou worden aangehouden om Santander in de gelegenheid te stellen de vordering nader te onderbouwen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14a, 14c, 56, 57, 225, 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden, met bevel dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart de benadeelde partij Santander Consumer Finance Benelux B.V. niet-ontvankelijk in de vordering.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.C.A. van Kuijeren, voorzitter,
mr. K.G. Witteman en mr. J.A.M. Jansen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Keulers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 januari 2015.