Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie d.d. 18 april 2015, waarin opgenomen de bekennende verklaring van verdachte (dossierpagina’s 28-31);
- de verklaring van deskundige [getuige 1] ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 18 april 2015 (dossierpagina’s 13-15).
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 23 april 2015 (dossierpagina’s 16-17).
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 18 april 2015 (dossierpagina’s 18-19).
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 18 april 2015 (dossierpagina’s 20-21).
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 4] d.d. 18 april 2015 (dossierpagina’s 22-23).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Vordering tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
4 weken, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
40 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 20 dagen jeugddetentie.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 350,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
7 dagenjeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.