ECLI:NL:RBNHO:2015:7791

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 september 2015
Publicatiedatum
14 september 2015
Zaaknummer
15/035168-03
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling ondanks positief advies van reclassering en psychiater

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 september 2015 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die eerder ter beschikking was gesteld wegens het opzettelijk stichten van branden. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, ondanks het advies van de reclassering en de psychiater om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, een 35-jarige man met een pervasieve ontwikkelingsstoornis, positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Hij woont zelfstandig, functioneert psychisch stabiel en heeft een fulltime baan. De deskundigen hadden weliswaar zorgen over zijn sociale netwerk en alcoholgebruik, maar de rechtbank was van mening dat de betrokkene nu inziet dat overmatig alcoholgebruik problemen kan veroorzaken. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en de terbeschikkingstelling beëindigd, maar heeft de betrokkene wel aangeraden om de behandeling bij Iriszorg voort te zetten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Parketnummer: 15/035168-03
Uitspraakdatum: 4 september 2015
BESLISSINGvan de rechtbank, naar aanleiding van de op 27 juli 2015 ter griffie van deze rechtbank ingediende vordering van de officier van justitie, welke vordering ertoe strekt dat de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]
,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres].
zal verlengen met één jaar.

1.De procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken waaronder:
  • het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 2 juli 2004, waarbij betrokkene ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, wegens (kort weergegeven) het (driemaal) opzettelijk stichten van branden. De termijn nam een aanvang op 3 september 2004.
  • de beslissing van deze rechtbank van 21 november 2014, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd met één jaar.
  • een advies als bedoeld in artikel 509o, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 10 juli 2015, afkomstig van Reclassering Nederland, RN Toezichtunit 2 Oost (hierna: de reclassering) en ondertekend door E.M. Bisschoff, reclasseringswerker, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar;
  • een advies als bedoeld in artikel 509o, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 17 juli 2015, opgesteld door A.W.M.M. Stevens, psychiater, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Op 21 augustus is de vordering op een openbare raadkamerzitting behandeld. Daarbij zijn gehoord de terbeschikkinggestelde (hierna betrokkene), zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp en de deskundige E.M. Bisschoff, reclasseringswerker en de officier van justitie.
Van dit verhoor is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.De adviezen van de psychiater en de reclassering

In genoemd verslag en advies van de psychiater is onder meer het volgende opgenomen:
Betrokkene is een thans 35-jarige Nederlandse man, bekend met een pervasieve ontwikkelingsstoornis (NAO, niet anders omschreven). Er zijn geen aanwijzingen voor stemmings-, dissociatieve of psychotische problematiek. In eerdere rapporten is melding gemaakt van een narcistische persoonlijkheidsstoornis, dan wel narcistische persoonlijkheidstrekken. Hoewel er geen uitgebreid persoonlijkheidsonderzoek heeft kunnen plaatsvinden, lijkt er geen sprake te zijn van een persoonlijkheidsstoornis, doch wel van narcistische persoonlijkheidstrekken (hij overschat zijn eigen kunnen). Tegelijk is dit lastig vast te stellen, gezien de aanwezige ontwikkelingsstoornis. Hij kan zich moeilijk verplaatsen in anderen, hetgeen toe te schrijven is aan de ontwikkelingsstoornis.
Betrokkene heeft weinig ziekte-inzicht en ziet nauwelijks een relatie tussen (het risico op overmatig) alcoholgebruik en de kans op recidive. Betrokkene zal dan ook een behandeling bij Iriszorg moeten volgen, teneinde deze relatie te (h)erkennen. Hij heeft geleerd problemen en frustraties bespreekbaar te maken en dit is de afgelopen periode ook goed verlopen. Onduidelijk is of dit hem gaat lukken, als hij niet ingebed is in een systeem zoals nu met de reclassering en Pluszorg. Zijn netwerk is klein en vrij beperkt en in de directe omgeving van Nijmegen heeft hij geen steunfiguur (buiten de officiële instanties). Zolang betrokkene niet erkent dat overmatig alcoholgebruik tot problemen zou kunnen leiden is het raadzaam de tbs met een jaar te verlengen. Hiermee ontstaat echter wel het risico dat, hoewel het momenteel goed gaat met betrokkene (onder toezicht), de maatregel telkenmale verlengd zou moeten worden, tenzij betrokkene (overmatig) alcoholgebruik tot een risicofactor gaat erkennen.
De kans op herhaling van soortgelijke feiten wordt als laag ingeschat, mits betrokkene erkent dat alcoholgebruik een probleem zou kunnen worden.
In genoemd verslag en advies van de reclassering is onder meer het volgende opgenomen:
De heer [terbeschikkinggestelde] heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt, maar het is te positief gesteld dat hij nu zonder toezicht en steun zelfstandig in de maatschappij kan functioneren. Bij een jaar verlenging zal het toezicht zich blijven richten om betrokkene meer te laten inbedden in de maatschappij. Om dit te kunnen bewerkstelligen zal de reclassering door begeleiding, ondersteuning en monitoring samenwerken met betrokkene, Zorgplus en Iriszorg. Doel hiervan is dat de heer [terbeschikkinggestelde] gaat laten zien dat hij, met zijn sociale beperkingen, in staat is om bij zichzelf spanningen en opgelopen irritaties te erkennen en uit te spreken, het belang in te gaan zien van het opbouwen van een steunend sociaal netwerk in Nijmegen, het opbouwen van vrije tijdsbesteding buiten de FPC en het bespreken van de relatie tussen alcohol en de kans op recidive.
Bij beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling is de inschatting dat betrokkene vanuit zijn autonomie behoefte, alle hulpverlening en begeleiding (Zorgplus en Iriszorg) zal beëindigen.
Gezien zijn recentelijke overmatig alcoholgebruik, het bewust niet melden van zijn overmatig gebruik, en zijn beperkte inzicht in de relatie tussen overmatig alcoholgebruik en de kans op recidive is de reclassering van mening dat betrokkene een behandeling bij Iriszorg zal moeten volgen.
De reclassering adviseert om de maatregel met een jaar te verlengen.
De deskundige E.M. Bisschoff (hierna: Bisschoff) heeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies toegelicht en onderschreven.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering. Hij vordert dat de tbs met één jaar zal worden verlengd en dat de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zal worden gecontinueerd onder de thans geldende voorwaarden. Volgens de officier van justitie gaat het weliswaar goed met betrokkene en zijn er positieve ontwikkelingen maar deze ontwikkelingen zijn nog onvoldoende om de maatregel van terbeschikkingstelling thans te beëindigen. Betrokkene heeft onvoldoende ziekte-inzicht en een ondermaats besef van risico’s. Er is nog een probleem met alcohol en het sociale netwerk van betrokkene is op dit moment ondermaats. Betrokkene heeft een uitgebreider en proactief netwerk nodig, aldus de officier van justitie.

4.Het standpunt van betrokkene en zijn raadsman

Betrokkene en zijn raadsman hebben primair beëindiging van de terbeschikkingstelling bepleit. Volgens de raadsman heeft betrokkene wel degelijk probleembesef. Hij erkent dat het niet handig van hem is geweest om zelf te gaan experimenteren met alcohol en dat hij dit eigenlijk in overleg met de reclassering had moeten doen. Daarbij ziet betrokkene in dat hij niet goed kan functioneren als hij teveel alcohol drinkt. De raadsman is van mening dat het alcoholprobleem toch wat minder groot is dan naar voren wordt gebracht. Dit geldt ook voor het sociale netwerk. Betrokkene heeft in ieder geval zijn werkgever en zijn collega’s die hem goed kennen. Daarbij is betrokkene vrij stabiel.
Indien de rechtbank besluit de terbeschikkingstelling nog met een jaar te verlengen, is de raadsman er van overtuigd dat er dan in ieder geval naar het einde toe gewerkt moet worden.

5.De beoordeling

De rechtbank stelt allereerst vast dat het recidive risico door de deskundigen als laag wordt ingeschat. Voorts blijkt uit het dossier en uit het verhandelde ter terechtzitting dat betrokkene inmiddels als anderhalf jaar zelfstandig in een eigen appartement woont, psychisch stabiel functioneert en fulltime werk heeft bij een koeriersdienst.
Anders dan de reclassering en de psychiater is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene eist. Daartoe is het volgende redengevend. Uit de voormelde adviezen en de toelichting ter zitting daarop door Bisschoff leidt de rechtbank af dat betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Betrokkene functioneert naar tevredenheid op zijn werk en ook op andere leefgebieden functioneert betrokkene goed. De deskundigen zijn weliswaar van mening dat het sociale netwerk van betrokkene (te) klein is, maar met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de werkgever van betrokkene in dit verband een belangrijke rol speelt. Ook Bisschoff heeft ter zitting aangegeven dat zij met de werkgever heeft afgesproken dat de werkgever het haar laat weten als het niet goed gaat met betrokkene maar dat tot op heden de werkgever heel tevreden is. De omstandigheid dat betrokkene in de omgeving van Nijmegen geen ander steunfiguur heeft, is onvoldoende om de terbeschikkingstelling nog met een jaar te verlengen, mede gelet op de sociale beperking die betrokkene heeft waardoor niet te verwachten valt dat de hierin nog verandering zal komen. Gelet op de inhoud van de verklaring van betrokkene ter terechtzitting heeft de rechtbank daarnaast tevens de overtuiging gekregen dat betrokkene nu inziet dat overmatig alcoholgebruik problemen kan veroorzaken en dat betrokkene zijn grenzen in acht zal nemen wat het alcoholgebruik betreft.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het recidivegevaar, voor zover dat nog bestaat, nu tot een zodanig aanvaardbaar niveau is verminderd, dat de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden afgewezen en dat de terbeschikkingstelling moet eindigen.
Overigens geeft de rechtbank betrokkene dringend in overweging de behandeling bij Iriszorg, met welke behandeling betrokkene thans een begin heeft gemaakt, op vrijwillige basis voort te zetten en af te ronden.

6.De beslissing

De rechtbank:
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde].
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. B.J.G. Leeuw, voorzitter,
mr. J.C.M. Swinkels en mr. W.J. van Andel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.J.M. Goldschmeding
en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2015