Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiseres 1],
[eiser 2],
[eiseres 2],
[eiser 3],
[eiseres 3],
[eiser 4],
[eiseres 4],
[eiser 5],
[eiser 5],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 30 juni 2015, tevens houdende mondeling vonnis
- het proces-verbaal van plaatsopneming en voortzetting van comparitie van 5 augustus 2015.
VESTIGING ERFDIENSTBAARHEID----------------------------------------
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
Ontvankelijkheid in conventie
wordt aangelegd. Dit duidt erop dat dit pad op dat moment nog niet bestond. De rechtbank concludeert dat [gedaagden] zijn standpunt onvoldoende heeft onderbouwd om tot het leveren van bewijs te kunnen worden toegelaten. De rechtbank leidt uit een en ander af dat de erfdienstbaarheid door [eisers] te goeder trouw geruime tijd zonder tegenspraak is uitgeoefend via het pad over de eerste dam, zodat geconcludeerd moet worden dat de locatie van uitoefening van de erfdienstbaarheid zich daar bevindt. Nu voor ongehinderde uitoefening van de erfdienstbaarheid slechts is vereist dat het hek door [eisers] kan worden geopend, zal het in conventie sub I gevorderde in zoverre worden toegewezen. In de omstandigheid dat [eisers] zich genoodzaakt hebben gezien [gedaagden] verschillende malen aan te spreken op het vrijmaken en vrijhouden van de doorgang, en zijn weigerachtigheid om aan deze verzoeken gehoor te geven, ziet de rechtbank aanleiding hieraan een dwangsom te verbinden van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 25.000,00.